Kiekendief
Vlaamse en Nederlandse boeren pionieren door met nieuwe teelten de kiekendief te redden. kan zonder boeren niet overleven
DOEL I Veertig jaar boerde Guido Van Mieghem aan de rand van de Antwerpse haven en in de schaduw van de kerncentrale: een gemengd bedrijf van varkens, vleesvee en akkerbouw. Tot hij enkele jaren geleden onteigend werd voor de uitbreiding van de haven en met zijn twee zonen in Zottegem opnieuw begon. Met een melkveebedrijf deze keer. Maar vandaag verbouwt hij op zijn onteigende akkers in Doel luzerne en haver met een bijzonder plan: de bruine kiekendief helpen die met uitsterven is bedreigd.
Geen eten meer
In het kader van de vogel en habitatrichtlijn besliste Europa dat in de nieuwe natuurgebieden rond de Antwerpse haven inspanningen moesten worden geleverd om het voortbestaan van de roofvogel te garanderen. ‘Wij dachten: als we nu maar een natuurgebied maken dat groot genoeg is, lukt het wel. Maar het tegendeel was waar: de populatie van de kiekendief kelderde drastisch. De reden: we hadden er te weinig rekening mee gehouden dat roofvogels ook in landbouwgebieden voedsel zoeken’, zegt Mischa Indeherberg, coördinator van het kiekendiefproject.
Daarom kregen lokale landbouwers twee jaar geleden de vraag om de landbouwgronden, die intussen al in handen zijn van de Vlaamse overheid, te gebruiken als een soort laboratorium om er nieuwe, kiekendiefvriendelijke gewassen te telen: graangewassen (spelt, haver) en vlinderbloemige gewassen (luzern, klaver). Die teelten leiden ertoe dat de populatie muizen, konijnen en hazen groeit waardoor de kiekendief opnieuw voedsel vindt.
Nu, twee jaar later, worden de eerste resultaten voorgesteld en die zijn positief. Zeker voor de natuur: ‘We hebben bij een van de boeren de muizenholletjes geteld en die waren na twee jaar al vertienvoudigd’, zegt Indeherberg. ‘En de vlinderbloemige gewassen trekken erg veel bijen en vlinders aan als ze in bloei staan.’
Ook de boeren hebben er baat bij, want de gronden en het zaaigoed zijn gratis en de opbrengst mogen ze zelf verkopen of gebruiken. ‘De luzerne gebruik ik als veevoeder voor mijn koeien. Zo spaar ik geld uit. Ik hoef geen soja meer te kopen, want luzerne is ook een eiwithoudend gewas. En omdat het stikstof uit de lucht haalt, moet je nauwelijks bemesten’, zegt Van Mieghem.
‘Belangrijk om het project te doen slagen was dat de teelten ook economisch rendabel zijn’, benadrukt Pieter Jan Meire, coördinator van Grenspark GrootSaeftingheproject (zie inzet). ‘Het was in het begin zeker niet evident om de landbouwers te overtuigen ook aan natuurbeheer te doen. Nederlandse boeren die ook aan het project meedoen en die al meer vertrouwd zijn met natuurinclusieve landbouw, hebben hen mee over de streep getrokken.’
‘Ik ben er vooral uit nostalgie aan begonnen’, geeft Van Mieghem toe. ‘De gebouwen van mijn boerderij staan nog overeind en ik kan zo mijn eigen gronden bewerken. Maar ik sta wel open voor natuurvriendelijke landbouw, want dat is de toekomst.’
De keerzijde van het verhaal: de landbouwgronden die nu als lab gebruikt worden, zullen op termijn