900 nieuwe genen, en nog geen vat op intelligentie
Wetenschappers hebben meer dan negenhonderd nieuwe genen ontdekt die gelinkt zijn aan intelligentie, en vijfhonderd die neuroticisme in de hand werken. Dat moet helpen bij de zoektocht naar medicijnen tegen alzheimer en depressies.
Genetisch onderzoek naar intelligentie, dat ligt gevoelig, weet Danielle Posthuma, die leiding geeft aan een groot onderzoek op dit gebied. ‘Een hyperintelligente designerbaby zal door onze studie niet snel het licht zien’, reageert de hoogleraar statistische genetica aan de VU in Amsterdam halverwege het telefonische interview. ‘We kunnen nog lang niet voorspellen of iemand hoogintelligent wordt.’ Toekomstige behandelingen tegen alzheimer, daar is het Posthuma om te doen.
Intelligentie lijkt beschermend te werken tegen alzheimer, zo blijkt uit populatiestudies. Wie weet kunnen bepaalde processen in hersencellen die door genen gereguleerd worden en intelligentie in de kaart spelen, ook deze hersenziekte tegengaan, zo redeneerden Posthuma en statistici, epidemiologen en genetici uit tientallen landen. Ze hielden het DNA en de scores op cognitieve testen van bijna 270.000 mensen tegen het licht. Gisteren verschenen hun bevindingen in het vakblad Nature Genetics: ze vonden 1.016 genen die gelinkt zijn aan intelligentie, waaronder 939 die nog niet bekend waren.
Miniem effect
Tot dan toe werden slechts enkele tientallen genen in verband gebracht met IQ. Het gros was vorig jaar door het team van Posthuma ontdekt. Samen konden ze 20 procent van de IQverschillen tussen mensen verklaren. Opmerkelijk genoeg is dat percentage nu niet veel hoger geworden. ‘Talloze genen blijken een miniem effect op IQ te hebben’, verklaart Posthuma.
Interessanter is om na te gaan in welke hersencellen genen die van invloed zijn op intelligentie het sterkst tot uitdrukking komen. ‘We hebben drie typen cellen ontdekt waar de genen extra actief zijn’, zegt de Amsterdamse. ‘Het gaat om zenuwcellen in de basale ganglia, de hippocampus en de somatosensorische cortex.’
‘In vervolgstudies willen we met deze cellen rommelen. In muizen kunnen we heel specifiek bepaalde celtypen minder actief maken. We willen ook menselijke huidcellen laten uitgroeien tot deze specifieke zenuwcellen. Vervolgens kijken we hoe de cellen van mensen met hoog IQ verschillen van die met laag IQ. Zien ze er anders uit? En hoe efficiënt functioneren ze?’
Dat we nu weten naar welke cellen we vooral moeten kijken, is een belangrijke Elk kleurvlekje is één DNAletter. Van sommige beginnen we de betekenis te begrijpen. stap in het ontrafelen van het biologische mechanisme van intelligentie, meent moleculair genetisch neuroepidemioloog Kristel Sleegers van de Universiteit Antwerpen – die niet bij het onderzoek betrokken was. ‘De studie biedt interessante aangrijpingspunten. En ze is bovendien indrukwekkend groot. Je ziet dat meer en meer. Onderzoekers kunnen alsmaar grotere databestanden aan elkaar koppelen. Daardoor kunnen ze ook kleine subtiele variaties oppikken.’
Depressie
Minstens zo indrukwekkend vindt Sleegers die andere genetische studie, geleid door Posthuma en een collega, Sophie van der Sluis, die ook gisteren verscheen, in Nature Genetics. Dat onderzoek was gericht op de genetische achtergrond van neuroticisme. Hiervoor werkten de wetenschappers onder meer samen met de commerciële Amerikaanse DNAdatabank 23andMe.
De onderzoekers bekeken de genetische data van bijna 450.000 mensen. Ze ontdekten zo’n 500 genen die te maken hebben met emotionele instabiliteit. Veel daarvan komen sterk tot uitdrukking in frontale hersengebieden.
Posthuma: ‘Neuroticisme is een belangrijke risicofactor voor depressie. Daarom kan kennis over de biologische mechanismen die aan de basis liggen van neuroticisme informatief zijn voor de ontwikkeling van medicijnen voor depressie.’
Voor depressie bekeken de onderzoekers genetische informatie in bijna 700.000 personen. Ze vonden 45 genetische regio’s die te maken hebben met neerslachtigheid. Een groot deel daarvan kwam overeen met de genetische regio’s voor neuroticisme.
Volgens Posthuma is dit de grootste genetische studie tot nu toe naar de genetische en biologische mechanismen voor neuroticisme.
Zoveel nieuwe genen, terwijl het ‘boek mens’ toch al in 2000 afgelezen was? Tja, iets kunnen lezen is niet hetzelfde als iets begrijpen, brengt een artikel op de nieuwspagina’s van Nature in herinnering. Op 29 mei werden op de onder biologen goed bekende server BioRxiv nog maar eens vijfduizend nieuwe genen gepost. Het aantal genen dat het recept voor een eiwit bevat, zit nu boven de 21.000. ‘Onderzoekers hebben hier onderhand twintig jaar hard op gewerkt, en we weten nog steeds niet hoeveel genen een mens telt’, zei Steven Salzberg, computationeel bioloog aan de Johns Hopkins Universiteit, die de jongste telling voor zijn rekening nam.
Zoveel nieuwe genen, terwijl het ‘boek mens’ toch al in 2000 afgelezen was? Tja, iets kunnen lezen is niet hetzelfde als iets begrijpen