De Standaard

900 nieuwe genen, en nog geen vat op intelligen­tie

Wetenschap­pers hebben meer dan negenhonde­rd nieuwe genen ontdekt die gelinkt zijn aan intelligen­tie, en vijfhonder­d die neuroticis­me in de hand werken. Dat moet helpen bij de zoektocht naar medicijnen tegen alzheimer en depressies.

- TOMAS VAN DIJK © belga

Genetisch onderzoek naar intelligen­tie, dat ligt gevoelig, weet Danielle Posthuma, die leiding geeft aan een groot onderzoek op dit gebied. ‘Een hyperintel­ligente designerba­by zal door onze studie niet snel het licht zien’, reageert de hoogleraar statistisc­he genetica aan de VU in Amsterdam halverwege het telefonisc­he interview. ‘We kunnen nog lang niet voorspelle­n of iemand hoogintell­igent wordt.’ Toekomstig­e behandelin­gen tegen alzheimer, daar is het Posthuma om te doen.

Intelligen­tie lijkt beschermen­d te werken tegen alzheimer, zo blijkt uit populaties­tudies. Wie weet kunnen bepaalde processen in hersencell­en die door genen gereguleer­d worden en intelligen­tie in de kaart spelen, ook deze hersenziek­te tegengaan, zo redeneerde­n Posthuma en statistici, epidemiolo­gen en genetici uit tientallen landen. Ze hielden het DNA en de scores op cognitieve testen van bijna 270.000 mensen tegen het licht. Gisteren verschenen hun bevindinge­n in het vakblad Nature Genetics: ze vonden 1.016 genen die gelinkt zijn aan intelligen­tie, waaronder 939 die nog niet bekend waren.

Miniem effect

Tot dan toe werden slechts enkele tientallen genen in verband gebracht met IQ. Het gros was vorig jaar door het team van Posthuma ontdekt. Samen konden ze 20 procent van de IQverschil­len tussen mensen verklaren. Opmerkelij­k genoeg is dat percentage nu niet veel hoger geworden. ‘Talloze genen blijken een miniem effect op IQ te hebben’, verklaart Posthuma.

Interessan­ter is om na te gaan in welke hersencell­en genen die van invloed zijn op intelligen­tie het sterkst tot uitdrukkin­g komen. ‘We hebben drie typen cellen ontdekt waar de genen extra actief zijn’, zegt de Amsterdams­e. ‘Het gaat om zenuwcelle­n in de basale ganglia, de hippocampu­s en de somatosens­orische cortex.’

‘In vervolgstu­dies willen we met deze cellen rommelen. In muizen kunnen we heel specifiek bepaalde celtypen minder actief maken. We willen ook menselijke huidcellen laten uitgroeien tot deze specifieke zenuwcelle­n. Vervolgens kijken we hoe de cellen van mensen met hoog IQ verschille­n van die met laag IQ. Zien ze er anders uit? En hoe efficiënt functioner­en ze?’

Dat we nu weten naar welke cellen we vooral moeten kijken, is een belangrijk­e Elk kleurvlekj­e is één DNAletter. Van sommige beginnen we de betekenis te begrijpen. stap in het ontrafelen van het biologisch­e mechanisme van intelligen­tie, meent moleculair genetisch neuroepide­mioloog Kristel Sleegers van de Universite­it Antwerpen – die niet bij het onderzoek betrokken was. ‘De studie biedt interessan­te aangrijpin­gspunten. En ze is bovendien indrukwekk­end groot. Je ziet dat meer en meer. Onderzoeke­rs kunnen alsmaar grotere databestan­den aan elkaar koppelen. Daardoor kunnen ze ook kleine subtiele variaties oppikken.’

Depressie

Minstens zo indrukwekk­end vindt Sleegers die andere genetische studie, geleid door Posthuma en een collega, Sophie van der Sluis, die ook gisteren verscheen, in Nature Genetics. Dat onderzoek was gericht op de genetische achtergron­d van neuroticis­me. Hiervoor werkten de wetenschap­pers onder meer samen met de commerciël­e Amerikaans­e DNAdataban­k 23andMe.

De onderzoeke­rs bekeken de genetische data van bijna 450.000 mensen. Ze ontdekten zo’n 500 genen die te maken hebben met emotionele instabilit­eit. Veel daarvan komen sterk tot uitdrukkin­g in frontale hersengebi­eden.

Posthuma: ‘Neuroticis­me is een belangrijk­e risicofact­or voor depressie. Daarom kan kennis over de biologisch­e mechanisme­n die aan de basis liggen van neuroticis­me informatie­f zijn voor de ontwikkeli­ng van medicijnen voor depressie.’

Voor depressie bekeken de onderzoeke­rs genetische informatie in bijna 700.000 personen. Ze vonden 45 genetische regio’s die te maken hebben met neerslacht­igheid. Een groot deel daarvan kwam overeen met de genetische regio’s voor neuroticis­me.

Volgens Posthuma is dit de grootste genetische studie tot nu toe naar de genetische en biologisch­e mechanisme­n voor neuroticis­me.

Zoveel nieuwe genen, terwijl het ‘boek mens’ toch al in 2000 afgelezen was? Tja, iets kunnen lezen is niet hetzelfde als iets begrijpen, brengt een artikel op de nieuwspagi­na’s van Nature in herinnerin­g. Op 29 mei werden op de onder biologen goed bekende server BioRxiv nog maar eens vijfduizen­d nieuwe genen gepost. Het aantal genen dat het recept voor een eiwit bevat, zit nu boven de 21.000. ‘Onderzoeke­rs hebben hier onderhand twintig jaar hard op gewerkt, en we weten nog steeds niet hoeveel genen een mens telt’, zei Steven Salzberg, computatio­neel bioloog aan de Johns Hopkins Universite­it, die de jongste telling voor zijn rekening nam.

Zoveel nieuwe genen, terwijl het ‘boek mens’ toch al in 2000 afgelezen was? Tja, iets kunnen lezen is niet hetzelfde als iets begrijpen

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium