WIE DOET ORBAN WAT?
Manfred Weber, de voorzitter van de Europese Volkspartij, minimaliseert de gevolgen van de ‘Stop Soros’wet, die vorige week is aangenomen. Door die wet riskeren mensen en ngo’s die hulp verlenen aan migranten zonder asielstatus een sanctie (DS 26 juni). Als er een probleem is met die wetgeving, wat expliciet werd aangegeven in een kritisch rapport van de commissie van Venetië in de Raad van Europa, dan moet de Europese Commissie maar naar het Hof van Justitie stappen, zegt Weber. Met die redenering sluit hij bewust de ogen voor een proces dat al langer aan de gang is. De ‘Stop Soros’wet is geen geïsoleerd feit, dat met een klassieke inbreukprocedure kan worden geremedieerd. Het is een van de maatregelen die de fundamentele waarden van het Europese project ondergraven.
Sinds de verkiezingsoverwinning van zijn Fideszpartij in april is de Hongaarse premier Viktor Orban een versnelling hoger geschakeld om zijn ‘illiberale democratie’ te vestigen. Zo kan Hongarije niet langer worden gedwongen om ‘buitenlandse volkeren’ op te nemen. Die bepaling is opgenomen in de grondwet. Met die aanpassing wil Orban de principiële voorrang van EUwetgeving – in dit geval het EUspreidingsplan voor asielzoekers – blokkeren.
Voorts komen er nieuwe administratieve rechtbanken en een nieuw hof van beroep. De vrees bestaat dat de onafhankelijkheid van het rechtssysteem verder wordt ondermijnd via politieke benoemingen van nieuwe rechters.
Tot slot werd deze week voorgesteld om de autonomie van de Hongaarse academie van wetenschappen in te perken door het budget van die instelling over te hevelen naar een nieuw op te richten ministerie van Technologie en Innovatie. Daardoor wordt de academische vrijheid verder onder druk gezet. Eerder viseerde Orban de Central European University, die door zijn opponent George Soros wordt gefinancierd.
Polen
Dat pakket aan maatregelen past in een structureel proces dat de juridische, politieke en maatschappelijke controle op de uitvoerende macht stap voor stap verzwakt. Het is opmerkelijk dat de reactie vanuit de EU beperkt is. Zeker aangezien de Europese Commissie tegen Polen wel de procedure onder artikel 7 van het EUverdrag heeft opgestart wegens inbreuken op de Europese waarden. Die procedure voorziet in de mogelijkheid om een lidstaat zijn stemrecht af te pakken in de Europese Raad.
Voor de houding van de EU zijn een aantal verklaringen, zoals de positie van de Fideszpartij binnen de Europese Volkspartij (EVP). In Polen gebeurde de aanval op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht openlijker. Bovendien kan Orban op enige goodwill rekenen om zijn – volgens sommigen – kordate aanpak van de migratiecrisis.
Maar het probleem is niet dat Orban een strikt migratiebeleid wil voeren, wel dat hij daarbij enkele fundamentele basisregels van de democratie en de rechtsstaat niet respecteert. Zonder respect voor die principes kan de EU niet functioneren en precies daarom is een klaar en duidelijk signaal nodig, niet alleen van de Europese Commissie maar ook van het Europees Parlement en de lidstaten die het respect voor de rechtsstaat wel hoog in het vaandel dragen. De tijd dringt, want de methodeOrban krijgt navolging, met Polen als duidelijkste voorbeeld.