Ook als Rode Duivels willen verliezen, winnen ze
Op naar achtste finale tegen Japan
KALININGRAD I ‘Drôle de rencontre’ voorspelde zelfs de Franse sportkrant L’Equipe, maar de Rode Duivels – en in mindere mate de Three Lions – hebben bewezen dat ze sportief en ambitieus zijn en van niemand bang, zelfs niet van een kwartfinalebotsing met Brazilië. Winnen was nochtans geen hoofddoel, had bondscoach Roberto Martinez gezegd. Beide landen traden aan met een volledig reserveelftal – op doelmannen Courtois en Pickford na, en met wat goede wil Boyata en LoftusCheek. Dat het desalniettemin geen avondje ergernis is geworden, was bijna volledig aan de Rode Duivels toe te schrijven,
Dat deze clash van de vrienden uit de Premier League geen zinderende klassieker zou worden, stond in de sterren geschreven. Van meet af aan was duidelijk dat deze teams minder pure klasse en minder automatismen hadden dan hun Ateams. Maar het was – gelukkig maar – ook snel zichtbaar dat de door sommigen gevreesde farce zou uitblijven. Van een formidabele dadendrang was zeker geen sprake, en het tempo lag bij momenten laag, maar vooral de Rode Duivels creëerden toch geregeld een kansje. Een vroeg en erg fraai schot van Youri Tielemans stelde Pickford op de proef, en bij een schermutseling voor doel viel de gretigheid op van Michy Batshuayi: Er was niet genoeg te zien om van een lekkere pot voetbal te spreken, maar wél genoeg om samenzweringstheorieën naar het rijk der fabelen te verwijzen.
Het publiek bleef nog wel spoken zien – of wilde in ieder geval meer spektakel voor zijn dure ticket – en dus klonk er aan de rust toch een berispend fluitconcert. Maar vanaf de eerste seconden van de tweede helft kréég het ook meer waar voor zijn geld, en hoe. Adnan Januzaj, stijlrijk maar in de eerste helft niet erg succesvol in zijn acties, kapte zich vrij en plaatste een heerlijke boogbal in de kruising.
De vreugde in de ploeg en op de bank leek authentiek – het bewijs dat deze Belgische ploeg met de juiste sportieve intenties op het veld was gekomen: aardig voetbal spelen en winnen. Dat werkte zelfs aanstekelijk op de Engelsen. Zonder zich echt in het zweet te spelen, probeerden de mannen van Gareth Southgate toch onmiskenbaar voor de gelijkmaker te gaan. Zelfs al zou die dus de leidersplaats en het veelbesproken moeilijkere verdere parcours opleveren. Twee keer kwamen de Engelsen nog dichtbij – met een schot van Welbeck dat door Fellaini in extremis werd gekeerd, en met een doorbraak van het jonge supertalent Marcus Rashford – net naast gemikt, wat toch wel een béétje verdacht overkwam volgens sommigen.
Was het louter sportiviteit van de beide gentlementrainers Roberto Martinez en Gary Southgate, of de drang van de vele ambitieuze bankzitters en invallers? Of speelde ook de afloop eerder op de dag van groep H een rol, en het vooruitzicht op een haalbare tegenstander als Japan in de achtste fi