‘Als skeeleren een olympische discipline was, was ik nooit met snelschaatsen begonnen’
Op de Olympische Winterspelen pakte hij nog zilver op de massastart, maar begin juli gaat Bart Swings terug naar de roots: het skeeleren. Voor het eerst in vijf jaar doet hij nog eens mee aan een WK, op zoek naar een vijftiende wereldtitel.
BRUSSEL I Van het ijs naar de skeelerpiste: Bart Swings vliegt op training aan snelheden boven de 30 kilometer per uur voorbij op het skeelerovaal. Vandaag staat een uur intervaltraining op het programma. ‘Waarom kom je net op de zwaarste training van de week?’, vraagt Swings lachend. ‘Je zult me zien zweten.’
Bart Swings, absolute wereldtopper, en zijn jongere trainingsmaat Jason Suttels, wereldtop bij de junioren, zoeven om de 200m voorbij. De coach van Suttels, Wannes Van Praet, haakt af. ‘Als klein manneke skeelerden we altijd tegen elkaar. Al snel torende Bart boven iedereen uit en werd hij de kopman. Nu kan ik hem alleen nog bijhouden tijdens de opwarming. Bart is een beest. Ik had Jason achter de motor willen laten skeeleren vandaag, maar met Bart als locomotief is dat zowat hetzelfde.’
Waarom? Ongeveer een uur later hebben Swings en Suttels het antwoord gegeven. Enkele rondjes in een ‘langzamer’ tempo worden afgewisseld met sprintsnelheden tot 50 kilometer per uur, telkens weer opnieuw.
Nu pas, na deze keiharde intervaltraining, wordt duidelijk hoe Swings zijn zilveren medaille op de Olympische Winterspelen in Pyeongchang heeft weggekaapt. ‘De massastart leunt zeer dicht aan bij de afvalkoers in het skeeleren, met constante versnellingen op het juiste moment, met intervallen.’
Colombiaanse fans
In het snelschaatsen heeft Swings inmiddels een status die kan tellen: olympisch vicekampioen, medailles op WK’s, EK’s, wereldbekerpodia … Maar dat is niets vergeleken bij zijn erelijst in het skeeleren, waar hij zowat alles heeft gewonnen wat er te winnen valt. Voor Nederlanders: de Sven Kramer van het skeeleren. Voor Belgen: de Eddy Merckx van het skeeleren, met veertien wereldtitels.
Dat zal dan wel zeker, in een kleinere sport? Niet dus. ‘In het snelschaatsen zijn de landen haast op de vingers van één hand te tellen, maar skeeleren is veel mondialer dan snelschaatsen’, zegt Swings. ‘In ZuidAmerika bijvoorbeeld is skeeleren groot, Colombia spant de kroon. Na voetbal is het daar de grootste sport, vrijwel ieder kind beoefent het. Als ik in Colombia ben, word ik herkend en aangeklampt. Dat kun je je niet voorstellen. Onlangs bekeek ik eens op Instagram vanwaar mijn volgers komen: als grootste steden zijn dat Bo gota, Medellin en Cali.’
Doorgaan tot 2024
Voor medailleveelvraat Swings begon het met rolschaatsen die hij van de sint kreeg. Op vakantie was alles goed, als er maar een skeelerpiste in de buurt was. Waarom hij dan overschakelde naar snelschaatsen? Skeeleren is geen olympische discipline, snelschaatsen wel.
‘Als skeeleren een olympische discipline was, was ik nooit met snelschaatsen begonnen’, zegt Swings. ‘De kans dat het ooit olympisch wordt, is niet erg groot, maar ik heb de hoop nog niet opgegeven. De Olympische Zomerspelen 2024 zijn in Parijs, Frankrijk is een skeelerland. Wie weet wordt het een olympische demonstratiesport. Dan wil ik nog wel tot dan doortrekken om mee te doen.’
Wereldkampioen
Zijn eerste liefde heeft Swings nooit willen opgeven. ‘Een aantal skeeleraars maakte met succes de overstap naar het snelschaatsen, ik ben een van de eersten die het skeeleren nooit helemaal heeft verlaten voor snelschaatsen.’
Toch is het voor het eerst in vijf jaar dat Swings nog eens aan een WK deelneemt, wegens moeilijk te verzoenen met zijn snelschaatsagenda. Hij heeft op dit WK in Nederland een handvol kansen op een wereldtitel, zowel op de piste als op de weg.
Swings is in elk geval heel ambitieus. ‘Dit is een groot doel dit seizoen. Als ik geen wereldkampioen word, zal ik heel teleurgesteld zijn.’
BART SWINGS