DE VERVUILER BETAALT
Wat beleidsmakers in België nu doen rond mobiliteit, is rommelen in de marge
Op vloeibaar gas na steeg geen enkel consumentenproduct de afgelopen twaalf maanden sneller in prijs dan diesel. En dat is in zekere zin goed nieuws. Het beleid om het dieselverbruik via fiscale weg te ontmoedigen, heeft vruchten afgeworpen. De gestage verdieseling van het Belgische wagenpark is de laatste jaren veranderd in een steeds sneller verlopende ontdieseling.
Dat is wat de overheid en de samenleving willen. De bezorgdheid over de kwalijke gevolgen van dieselverbranding worden steeds duidelijker. Bovendien is de gevoeligheid voor de kwaliteit van de lucht die we inademen toegenomen. Dat de dieselrijder een steeds hogere prijs betaalt voor de schade die hij aanricht, wordt niet langer in vraag gesteld. De vervuiler betaalt. De helft van de prijsverhoging heeft te maken met de extra fiscale lasten die op diesel worden gelegd. Het is een schoolvoorbeeld van een belasting die sturend werkt op het gedrag van de consument.
Tegelijk is de langzame werking van het systeem, met bijna ongemerkte belastingverhogingen, ook een nadeel. Het is zo opgezet dat de autorijder niet op een bruuske wijze voor het hoofd gestoten wordt. Daardoor is het eigenlijk een maatregel die van weinig politieke durf getuigt, en waarvan je je kan afvragen of hij wel ver genoeg gaat. Een shift in het wagenpark van diesel naar benzine is toe te juichen, maar het is geen antwoord op de echte uitdagingen. Het probleem is niet zozeer de brandstof waarmee de auto’s worden aangedreven, het zijn vooral de auto’s zelf. Daarvan zijn er te veel. Dat we ooit van de salariswagen in zijn huidige vorm af moeten, staat vast. Hier niets aan doen, is het probleem voor je uit schuiven. Maar er is meer. Dat de kosten voor de autorit naar en van het werk fiscaal kunnen worden afgetrokken, komt in feite neer op gesubsidieerde filevorming.
Het fiscaal stelsel biedt oneindig veel mogelijkheden om de mobiliteit in de goede richting te sturen. Maar ze worden maar heel beperkt gebruikt. Wat we nu doen, is rommelen in de marge. Er wordt gekozen voor bescheiden maatregelen. De problemen worden aangepakt met een fluwelen handschoen. Beleidsmakers willen de kiezer niet te veel tegen de haren instrijken. Maar op die manier worden de echte uitdagingen niet aangepakt. Ooit zal dat wel moeten gebeuren. En het is beter om er vroeg aan te beginnen dan laat.