De professor versus de hork
Memoires Ben Rhodes werkte acht jaar voor president Obama. In zijn herinneringen beschrijft hij de hogere evenwichtskunst die die baan vergt. FRANS VERHAGEN
In zijn herinneringen aan de tijd dat hij voor de regeringObama werkte, beschrijft adviseur Ben Rhodes wat hij hoorde toen hij de eerste keer meevloog met de Air Force One. ‘The president is at ten minutes.’ ‘The president is at five minutes.’ ‘The president is here.’ Er werd geen naam genoemd, maar het was onmiskenbaar Barack Obama die de trap op rende. Dat beeld toont dat er zoiets is als het ambt, een haast onpersoonlijk ding, en een persoon die het ambt tijdelijk invult. Voor de instituties is er alleen de president, het maakt niet uit wie hij is.
Voor het ambt kun en moet je respect hebben. In een wereld waarin instituties de kwaliteit van onze rechtsstaat en democratie bepalen, is respect cruciaal. Met de persoon die het ambt vervult, is dat niet gegarandeerd. Mijn jaren met Oba
ma, het boek van Ben Rhodes, laat zien hoezeer het ambt als instituut aan waarde won met een persoon zo integer, intelligent en verziend als Barack Obama. Impliciet realiseer je je wat we hebben verloren nu hetzelfde ambt wordt vervuld door een persoon die je kan kwalificeren als een hork, nitwit en narcist. Dat die hork er ook nog op uit is de instituties onderuit te halen, maakt het lezen van dit mooie boek een licht vervreemdende ervaring.
Ben Rhodes (40) heeft de hele Obamaperiode meegemaakt. Hij begon als schrijver van toespraken, werd de communicatiebaas voor buitenlandse politiek maar bovenal een vertrouweling van Obama. Dat hele proces volgen is al fascinerend. Het is een zaak van hogere evenwichtskunst. Ook al noemt Obama Rhodes ergens in zijn tweede termijn een vriend, toch blijft hun relatie professioneel, hoe diep de gevoelens van waardering ook werden. Als Rhodes advies gaf – en dat gebeurde steeds meer – was het toch altijd ‘Sir’, hoe dicht ze ook bij elkaar stonden. Altijd was de president de eenzame beslisser, zoals toen Osama bin Laden kon worden uitgeschakeld. Rhodes laat ook goed zien met hoeveel zaken tegelijkertijd een president bezig is en waarom betrouwbare en vertrouwde assistenten op een cruciaal terrein als buitenlandse politiek zo belangrijk zijn.
Ben Rhodes volgde een opleiding creatief schrijven – goed voor menige grap van Fox News en van critici die in de loop der jaren zagen hoe belangrijk zijn rol was geworden. Meer dan zijn opleiding straalt zijn intelligentie uit deze pagina’s en, ja, het is ook een uitzonderlijk goed geschreven boek, beter dan de meeste herinneringen aan een presidentschap. En stukken beter dan een boek als Vuur en
woede van journalist Michael Wolff, een catalogus van roddels over Trump, gezien van buitenaf. Dit is een boek van binnenuit.
Mooi valt te volgen hoe Obama aan zelfvertrouwen, inzicht en vaardigheid wint. De man zat altijd goed in zijn vel, vond het niet nodig zichzelf te bewijzen of door middel van bombastische nonsens te laten zien dat hij meetelde. Ja, Obama was cerebraal, een professor die graag alle kanten van een onderwerp bekeek voordat hij een weloverwogen beslissing nam. Niets mis mee, zou je zeggen anno 2018. Hij trok zich weinig aan van critici. Die vonden hem te traag, te bedachtzaam, maar als hij snel gehandeld had, zouden ze hem ondoordacht en schietend uit de heup gevonden hebben.
Ook zichtbaar worden de successen van Obama op buitenlands gebied; dit boek gaat niet over de economische crisis of de permanente oorlog die de Republikeinen tegen de eerste zwarte president voerden. Obama maakte een einde aan de oorlog in Irak, hij sloeg het pad in van wapenbeheersing. Hij weekte Amerika los van de obsessie met het MiddenOosten en de aanvechting om overal en altijd aanwezig te zijn. En passant stortte de Israëlische premier Nethanyahu zich in de Amerikaanse politiek door de Republikei
De regeringTrump erkende impliciet Obama’s successen door het onderuithalen ervan als belangrijkste doelstelling te nemen
‘Mijn jaren met Obama’ laat mooi zien hoe belangrijk het instituut van het presidentschap is, maar nog meer hoe cruciaal het karakter van de persoon is die het ambt bekleedt
nen te gebruiken voor zijn eigen doeleinden en in 2012 campagne te voeren voor Mitt Romney.
Bommetjes
Obama slaagde er niet alleen in om Nethanyahu’s poging te blokkeren om via de VS Iran aan te vallen, maar zelfs een historische afspraak met het land te maken. De voorbereidingen, de duur, de complexiteit en het diplomatieke proces tonen nog eens hoe roekeloos en onzinnig Trumps overhaaste top met Kim was. Hetzelfde geldt voor de opheffing van Amerika’s onzinnige isolement van Cuba. Rhodes beschrijft mooi hoe Obama op de begrafenis van Nelson Mandela de hand schudde van Raúl Castro, tot ergernis van de Republikeinen. Kwestie van fatsoen, zei Obama, maar ook een erkenning dat wat apartheid betreft Cuba aan de goede kant stond en Amerika niet. Nee, hij kon de oorlog in Afghanistan niet beëindigen. Hij kon de schandvlek op Amerika’s blazoen, Guantanamo, niet wegpoetsen omdat het Congres te laf was actie te ondernemen. Hij kon het conflict in Syrië niet voorkomen, al zorgde hij ervoor dat Amerika niet opnieuw in een hopeloze grondoorlog verzeilde. Zijn betreurde red line en de verwijdering van een deel van de chemische wapens in Syrië hebben meer veranderd dan de paar bommetjes die Trump vorig jaar gooide.
Obama was zich bewust van de veranderende rol van Amerika. Na de economische crisis en na de desastreuze oorlog in Irak, was er verlies aan gezag. De opkomst van China was de aanleiding voor de ‘pivot to Asia’ en het verreikende Trans Pacific Pact met twaalf landen rond de Stille Oceaan. Obama onderkende dat Amerika nog steeds multilaterale verbanden nodig heeft om zijn belangen te behartigen. Iran. Cuba. Voor de Republikeinen, die obstructie pleegden op elk terrein, waren het allemaal tekenen van zwakte.
‘Don’t do stupid things’ werd gebrandmerkt als Obama’s slogan. Gegeven de erfenis van de BushCheneybende was dat niet het slechtste uitgangspunt. De regeringTrump erkende impliciet Obama’s successen door het onderuithalen ervan als belangrijkste doelstelling te nemen. Dat dit voor een belangrijk deel is gelukt dankt Trump aan een ruggengraatloze Republikeinse Partij en aan de inherente kwetsbaarheid van de internationale orde. ‘We’re America, bitch!’ schijnt nu de vlag te zijn waaronder de VS werkt.
Zigzag
Mijn jaren met Obama laat zien hoe belangrijk het instituut van het presidentschap is, maar nog meer hoe cruciaal het karakter van de persoon is die het ambt bekleedt. Of de instituties veilig zijn is een vraag die onder Barack Obama nooit opkwam. Dat we ons daar nu wel zorgen over maken, vertelt alles wat we over Donald Trump moeten weten. Dit boek toont hoe het ambt idealiter wordt uitgeoefend. Je hoeft het niet met alle beslissingen eens te zijn om je te realiseren dat het presidentschap van Barack Obama voorbeeldig was, dat het zowel dat van zijn recente voorgangers als dat van zijn opvolger te kijk zet. Amerika had geluk met een president van dergelijke kwaliteit. Het is een ongeluk dat het dat onvoldoende beseft.
‘What if we were wrong?’ was de eerlijke vraag die Obama zichzelf na de verkiezingen van 2016 stelde. Had hij te ver doorgeduwd? Voelen mensen zich veiliger als ze zich kunnen terugtrekken in hun eigen bubbel? Rhodes probeerde hem op te vrolijken. ‘Progress doesn’t move in a straight line’, zei hij tegen Obama, die erkende dat de geschiedenis ‘zigs and zags’. ‘Wat als we het verkeerd hebben’ is een vraag die in de regeringTrump nooit wordt gesteld, sterker, die als hoogverraad beschouwd zou worden. Als de instituties overleven is het hopelijk een vraag die de Amerikaanse kiezer zich zal stellen.
Maakt het wat uit wie het ambt vervult? Dat is misschien het enige heilzame wat we van de Trumpjaren kunnen leren: nou en of het ertoe doet.