Op reis door een bang land
Reisverhaal De N7 van Parijs naar Menton is niet alleen de nostalgische route des vacances, maar ook een doorsnede van Frankrijk. Een Nederlands en een Frans journalist reden de duizend kilometer naar de Côte d’Azur, ieder op zijn manier. Slow travel met actualiteitswaarde.
Peter Giesen, een Nederlander die voor de Volkskrant werkt, vatte in 2014 het idee op de
Route Nationale 7 door Frankrijk te volgen, de legendarische route des
vacances of route du soleil die onze ouders en grootouders namen om van Parijs naar de Provence en de Côte d’Azur te rijden voor er sprake was van snelwegen, lowcostvluchten en tgv’s. Het zou een nostalgisch verhaal worden: terug naar de hoogdagen van de auto en de congé payé als symbolen van vrijheid en welstand. Giesen zou daarmee inpikken op een trend: de N7 kent sinds een tiental jaar een revival, die ook in België, en zelfs in Nederland en Duitsland aanslaat. De N7 is een must geworden voor bestuurders van oldtimers en andere beoefenaars van originele slow travel.
Giesens plan werd doorkruist door de actualiteit. Er bleken voor een correspondent in Frankrijk dwingender en dringender zaken te zijn: de onrust in de banlieues, de aanslagen van IS, de opkomst van Marine Le Pen, de verkiezing van Emmanuel Macron, stakingen en betogingen, de migrantencrisis. Maar al die ontwikkelingen blijken op de een of de andere manier wel in verband te brengen met de vakantieroute van ongeveer 1.000 kilometer. Zo is terrorist Amedy Coulibaly opgegroeid in Grigny, in een achtergestelde wijk bij de N7. Zo wordt de folkloristische grensovergang op de N7 in Menton, waar Louis de Funès en Bourvil in de film Le corniaud van 1965 nog fratsen uithaalden, overspoeld door vluchtelingen en asielzoekers. Giesen zou dan maar via de N7 het portret van ‘een schitterend bang land’ schetsen.
Peter Giesen haalt inderdaad het nieuws binnen in zijn Retour de
France, maar vergeet gelukkig het vakantiegevoel niet. Om steeds weer de reis te reanimeren zapt hij van historische analyses en actuele bedenkingen zo nu en dan naar het verhaal van de route. De legendarische foto die Robert Doisneau van een file in een Provençaals dorp in de jaren 50 maakte en het chanson over de N7 dat Charles Trenet in dezelfde periode schreef, krijgen een plaats naast de blijvende invloed van de hofcultuur, de driesterrengastronomie, de teloorgang van het platteland, de opkomst van steden als Lyon. Steeds weer probeert Giesen een thema aan een plek op de N7 te verbinden. De opgebaarde ‘mummie’ van Bernadette Soubirous in Nevers, bijvoorbeeld, leidt hem naar de impact van het katholicisme op de Franse samenleving en politiek.
Een journalist van het Franse blad Le Point, Clément Pétreault, had hetzelfde idee. Hij huurt een kampeerwagen en rijdt de route in tegengestelde richting, van Menton naar Parijs. In Nationale 7. Voyage
dans une France oubliée vertelt hij fragmentarisch zijn belevenissen. Hij laat alles op zich afkomen en probeert dan te duiden. Hij ontmoet mensen en laat ze aan het woord over hun besognes, hun ideeën, hun beeld van Frankrijk. Zijn gesprekspartners zijn divers: een Belgische jongeman die concierge is in een Belgisch vakantiedorp bij Vidauban, een wijnmagnaat in Tainl’Hermitage, een kasteelheer die koste wat het kost het familiale erfgoed in ere houdt, een seksshopuitbaatster, de routiers in de relais, burgers die gezamenlijk hun wijk bewaken, lokale politici van het FN, de PS, zelfs de communistische partij. Pétreaults reporta
gestijl is een stuk persoonlijker dan die van Giesens en hij voelt zich minder verplicht diep in te gaan op de geschiedenis.
De boeken overlappen natuurlijk. Ook op de N7 is een ontmoeting met Napoleon onvermijdelijk. Beiden bezoeken Le Corbusiers betonnen klooster voor de dominicanen. Beiden nuttigen een maaltijd in een sterrenrestaurant – Pétreault kiest voor de legendarische chef Michel Troisgros nabij Roanne; Giesen gaat voor een ster minder in La Pyramide in Vienne. Beiden kunnen niet voorbij aan het verval langs de N7, waar vrachtvervoer, rotondes en Las Vegasachtige shoppingcenters nu de toon zetten. Vele dorpen langs de weg zijn op sterven na dood – de route des vacances is allang niet meer in trek en de recente omlegging van de N7 rond de woonkernen heeft misschien verkeersveiligheid gebracht, maar geen welvaart. Integendeel.
Deze boeken zijn de ideale lectuur voor wie zijn vakantie in Frankrijk wat wil stofferen. Het enige mankement aan Pétreaults werk is de gedateerdheid: hij sloot zijn verhaal af net voor de verkiezing van Macron, terwijl dat toch een keerpunt voor Frankrijk kan zijn, zo onthoud je uit Giesens diepgaander boek. Maar wat je vooral van de lectuur van beide verhalen opsteekt, is dat de Nationale 7 een ideale kapstok is – de weg is letterlijk een doorsnede van Frankrijk.
De N7 is een must geworden voor bestuurders van oldtimers en andere beoefenaars van originele slow travel