Doel is nog niet gered
Een knik in het Saeftinghedok, dat is volgens Ben Weyts de oplossing om het dorp Doel te beschermen. en zijn daar niet van overtuigd.
DAAN DE VOLDER, PASCAL FRANCOIS EN JORIS VAN REUSEL
Wie? Architecten & onderzoekers Doelland (KU Leuven, faculteit architectuur, campus Sint Lucas Gent).
Wat? Het voorstel is een verlieslatend idee dat de industriële ruimte niet optimaal benut. Maar het zou wel een nieuwe dynamiek kunnen creëren.
Het is bijna te mooi om waar te zijn dat er na meer dan vijftig jaar een historisch akkoord zou zijn voor de toekomst van Doel: het dorp mag volgens het laatste voorstel van minister van Mobiliteit Ben Weyts (NVA) blijven (DS 30 juni). Een boerenwijsheid zegt dat zaken die te mooi lijken om waar te zijn, dat in realiteit meestal ook zijn. Historisch is dit voorstel alvast niet: in 1978 daalde voormalig CVPstaatssecretaris voor Streekeconomie Mark Eyskens met zijn helikopter uit de hemel om in Doel hetzelfde te orakelen: de toekomst van het dorp was veilig. De tijd heeft geleerd dat dit een loze belofte was. We vrezen dat dit ook nu zal blijken.
Het probleem is niet de leefbaarheid van Doel, wonen en werken zijn in een havengebied perfect mogelijk. Er zijn meerdere precedenten die dat staven: kijk naar het Rotterdamse Rozenburg, dat ingebed in de haven al jarenlang floreert.
Boemerang
Doel 2.0 zou verder kunnen gaan dan het eerder klassieke Rozenburg. Het dorp heeft een specifieke context, met een uniek stratenpatroon, verkrotte woningen, de jachthaven, polders, zoetzoutzilte landbouw, de aanwezigheid van industrie en de kerncentrale en de directe beschikbaarheid van gronden. Daardoor is het de geschikte plaats om alternatieve, toekomstgerichte en duurzame woonmodellen te ontwikkelen.
De investeringen voor de overheid zouden beperkt zijn. Om het dorp weer leefbaar te maken, volstaat het om de waterbus tot in Doel door te trekken en het openbaar vervoer te reactiveren. Het gevaar is zelfs reëel dat, zodra er rechtszekerheid is, er in het dorp een wildgroei komt van ondoordachte, zij het goedbedoelde, initiatieven en dat het potentieel daardoor verloren gaat.
Het concept van het nieuwe voorstel is spijtig genoeg letterlijk en mogelijk ook figuurlijk een boemerang. Door de geknikte vorm, de grote leefbaarheidsdijk op zijn noordelijke en westelijke buitenflank en het inschuiven in het Deurganckdok kan deze miljardeninvestering maar voor ongeveer een derde renderen. Alleen een beperkte strook aan de binnenzijde van de ‘Om het dorp weer leefbaar te maken, volstaat het om de waterbus door te trekken en het openbaar vervoer te reactiveren.’ boemerang kan worden gebruikt voor overslag. Wie krijgt dat verlieslatende idee verkocht? De havenautoriteiten maken alvast een voorbehoud. De Antwerpse havenschepen Marc Van Peel (CD&V) stelt als voorwaarde ‘dat het mogelijk blijft om in de toekomst naar het noorden uit te breiden’ (DS 30 juni).
Te weinig ruimte
De haven telt meerdere poten, behalve logistiek zijn er chemie en industrie: sectoren waarvan, in tegenstelling tot containeroverslag, de economische meerwaarde bewezen is.
We beseffen allen dat onze ruimte beperkt is. Zeker de industriële ruimte is schaars en moet dus vanwege haar economische belang optimaal benut worden.
Juist daar wringt het schoentje: overslag neemt in het nieuwe voorstel proportioneel veel te veel ruimte in, terwijl die broodnodig is om kenniseconomie, innovatieve productie en onderzoek een plaats te geven. Denk bijvoorbeeld aan de remakeindustrie en de ontwikkeling van PLAplastics (afbreekbare plastic op basis van melkzuur,
een restproduct bij de productie van melk), wat de KU Leuven nu onderzoekt.
Het compromis dat nu op tafel ligt, een nieuw dok, is een uitbreidingsscenario. De keuze zou beter vallen op een van de inbreidingsvarianten, waarbij de logistiek binnen de bestaande infrastructuur geoptimaliseerd wordt.
Mobiliteit & gezondheid
Een ideaal scenario gaat uit van bijna een verdubbeling van TEU (standaardafmeting van containers): van 11,25 miljoen TEU in 2016 tot 21,2 miljoen TEU in 2030. Dat zou een grote impact hebben op de congestie (de filevorming) en op de gezondheid.
Elk procent verkeer dat er op de wegen bijkomt, is er één te veel, zeker omdat er door de overkapping van de ring rond Antwerpen veel minder capaciteit zal zijn. De zoektocht naar containercapaciteit speelt zich niet alleen af in de haven, maar ook daarbuiten. In die zin is het aangewezen om te pleiten voor logistieke ontwikkelingen op de rechteroever en niet op de linkeroever, omdat dat de belangrijkste logistiekrichting is.
De meerwaarde van het nieuwe compromis zit zeker niet in zijn inhoud, wel in het procesmatige aspect. Het voorstel dat minister Weyts in februari deed, was eerder ongelukkig. In dat scenario zou het dorp Doel bijvoorbeeld verdwijnen. De betrokkenen voelden zich voor schut gezet, waardoor het overleg stillag. Dit nieuwe voorstel zou de impasse kunnen doorbreken en een nieuwe dynamiek kunnen lanceren, in samenwerking met alle betrokkenen. Want het gaat niet alleen over Doel en over de haven: deze problematiek belangt iedereen aan.
De verdienste van dit nieuwe voorstel is dat het de impasse zou kunnen doorbreken