De Nobelprijswinnaar die Kerstman werd
Waarom kreeg Frans Eemil Sillanpää de Nobelprijs?
‘Voor zijn diepe begrip van de boeren van zijn land en de uitmuntende kunst waarmee hij hun levenswijze en hun band met de natuur beschrijft.’
En waarom nog?
De Nobelprijs voor Sillanpää (18881964) was ook een politiek statement. De Fin kreeg hem uitgereikt op het moment dat de SovjetUnie Finland was binnengevallen om strategische gebieden in te pikken. In zijn lofrede verwees de secretaris van de Zweedse Academie expliciet naar de internationale politieke spanningen en sprak hij zijn bewondering uit voor de heldenmoed van de Finnen. De auteur schonk zijn gouden medaille weg ten voordele van de Finse oorlogsinspanning.
Het was een dramatisch jaar voor de 51jarige Sillanpää. Met Kerstmis 1938 schreef hij een open brief tegen de dictators Hitler, Mussolini en Stalin – zijn werk werd in naziDuitsland prompt verboden. Zijn vrouw overleed in april 1939 en hij bleef achter met zeven kinderen. Hij hertrouwde, net na de bekendmaking van de Nobelprijs, met zijn secretaresse, maar de relatie hield nauwelijks een jaar stand. Hij had bovendien een drankprobleem en wist dat zijn hoogtijdagen voorbij waren.
Wat te lezen?
Een van zijn meesterwerken, de ‘epische suite’ Menschen in den zomernacht van 1934, vertaald in 1939 door H. Hoek, voor uitgeverij Bigot & Van Rossum in Amsterdam. De Nobelprijs had blijkbaar een invloed op de verkoop, want in zes maanden tijd werden vijf drukken uitgebracht. De zesde druk, in 1943, werd ‘voor aflevering door Duitschers vernietigd’.
Wat vinden we ervan?
Claus een Fin en schrijver was geweest, heette hij Sillanpää. Ook de muzikaliteit (Sibelius?) en de poëzie van de taal zijn onmiskenbaar, en niet overdone. De beschrijvingen roepen duidelijke beelden op. De natuur in de buurt van Tampere krijgt de hoofdrol; de mensen doen hun best om hun figurantenrol waar te maken. In een slapeloze korte zomernacht in juli kruisen hun verhalen elkaar: geboorte en dood, liefde en moord, leven en verdriet, de (klassieke) thema’s.
Sillanpää kende het idyllische slash harde leven op het Finse platteland goed. Ook al was hij universitair opgeleid, toch bleef hij eerst en vooral de zoon van arme boeren.
Is een herdruk het papier waard?
Zeker. De evocatie van het Finse buitenleven betovert nog steeds en past wonderwel bij de recente aandacht voor natuurboeken, al is ze misschien wat te romantisch naar onze hedendaagse smaak. Een extra argument voor een uitgever is onze gretigheid voor alles wat Scandinavisch is – dat de exotisch gespelde eigennamen de lectuur enigszins compliceren, moet je erbij nemen. Een nieuwe vertaling lijkt aangewezen, want in 1939 al schreef de gezaghebbende Nederlandse criticus Menno ter Braak: ‘Die vertaling is verdienstelijk, zij het niet altijd eersterangs, naar het Nederlandsch te oordeelen, maar de poëzie van den stijl heeft de vertaler toch niet verloren laten gaan.’
Voor de quizzers
Sillanpää werd al sinds 1930 genomineerd en klopte in 1939 uiteindelijk de Nederlandse historicus Johan Huizinga en de Zwitserse schrijver Hermann Hesse in de sprint. Ook Stijn Streuvels en Hans Fallada (die nadien Alleen in Berlijn zou schrijven) stonden dat jaar op de longlist.
Sillanpää werd later in eigen land nog bekender als Taata, een soort vaderlandse opa, een Kerstman die verhalen op radio en tv vertelde.