DIE MAGISCHE ZOMER VAN 2018
De zomer van 1976 (maanden zonder regen!) mag definitief naar de zolder. Ook die van 1986 (halve finale Mexico!) kan nu echt inpakken. Wie zich voortaan zinderende levenslust voor de geest wil halen en straks op winteravonden terugdenkt aan gloed en overgave, zal vertellen over de glorieuze julidagen zonder einde van 2018. Toen de Belgen in Kazan de Brazilianen zonder vrees rondspeelden omdat ze wereldsterren waren. Ze gingen er op redelijke wijze van uit dat ze konden winnen omdat ze, zeker qua rauw individueel talent, de besten waren. Geleidelijk aan, match na fantastische match, nam het halve land die attitude van arrogantieloze branie aan. Wat een nationale transformatie.
Het is bon ton om te beweren dat de kolkende roes over de Rode Duivels verder geen betekenis heeft. Zelfs als we wereldkampioen worden, zal die nog sneller wegebben dan de hitte bij de eerste noordwesterwind. Vluchtigheid is natuurlijk de essentie van het spel. Schaamte voor zij die er niet buitensporig in opgaan. Politiek valt voetbal nauwelijks te recupereren, en dat is gelukkig tot nu toe dan ook nog niet gebeurd. Dus neen, België is ook na die match van de eeuw niet plotseling een overtuigde natiestaat geworden omdat het rood kleurt van de vlaggen, zoals we ze nog nooit zo massaal ophingen. Bijna al die vlaggen dragen namen van sponsors. Er is niets heiligs aan België. Het Belgische nationalisme komt gratis dankzij een biermerk.
Maar natuurlijk gebeurt er iets wanneer miljoenen mensen samen vuisten opsteken voor een team wiens lot ze dragen. Juichen doet iets met ons. Deel zijn van een gemeenschap die het ongelofelijke talent, de cool en de kracht heeft om alles te willen winnen en de allerbeste ter wereld te zijn, dat laat sporen na. In nationale emoties gaat het niet om de natie. Het gaat om de emotionaliteit van de lotsverbondenheid. Noem het een vorm van solidariteit. Eerst op de rand van de zenuwinzinking en dan door het dolle heen, dat niemand de realiteit van die emoties ontkent. Spreek nu maar over identiteit van dat jonge België dat tegen Brazilië won. Zij zijn ‘onze waarden’. Trots zijn we nu ook op onze Congolese roots, en op de mannen van Marokkaanse komaf, en er zijn moslims onder ons die eerst voetbalster zijn en oh ja, ook moslim. Het wordt lastig voor migratiekritische politici om alleen over het falen te spreken. Des te meer valt op hoe abstract al dat hoog oplopende discussiëren over migratie en identiteit is, het opdelen via harde tweets, de crisissen. Daartegen is zo’n collectieve ervaring van roes vast heilzaam.
Nu komen we op onbekend terrein: wij Belgen die de ironie over onszelf laten varen omdat we kunnen, moeten en dus zullen winnen.
Match na match nam het land die attitude van arrogantieloze branie aan