IVO VAN HOVE LAS ‘EEN KLEIN LEVEN’: ‘VERWOESTEND PIJNLIJK’
Er is in Een klein leven geen gebrek aan vriendschap, tederheid of toewijding. Toch overheerst onvermogen. Voor IVO VAN HOVE was dit boek lezen ‘verwoestend, schrijnend en letterlijk pijnlijk’. In het najaar gaat zijn theaterbewerking in première, nu al deze impressie.
In een gesprek dat ik met haar had, vertelde Hanya Yanagihara me dat je Een klein
leven kunt lezen als een sprookje van ‘een moederloos kind dat verschrikkelijke dingen moet doorstaan om zijn eigen weg te vinden’. Een verrassende invalshoek, want
Een klein leven is een niet ophoudende, meanderende tocht doorheen de gruwelijke gevolgen van structureel gewelddadig seksueel misbruik van een minderjarig kind. Via een comingofageverhaal van vier vrienden, beland je bij de wrede jeugd van Jude, om vervolgens, als een peillood naar de bodem van de oceaan, naar het kapotte innerlijke leven van Jude gesleurd te worden. Nooit eerder las ik een boek dat mij zo heftig aangreep en zo diep schokte. Aan het eind leest Judes adoptievader een brief die Jude hem heeft nagelaten met daarin zijn verhaal, zijn biecht. Harold zegt hierover dat ‘hoewel het beknopt was, kwam er ook geen einde aan, en we moesten… elkaar moed inspreken – gaat het? – en dan weer… een stukje verder lezen.’ Exact zo verging het mij bij het lezen van dit meesterwerk.
Broeders troosten niet
Jude St. Francis is een weeskind, gevonden in een vuilnisbak door kloosterbroeders. Hij is hen dankbaar, want zij hebben niet alleen zijn leven gered maar geven hem ook een leven. Want waar hij echt vandaan komt, weet hij niet. Toch gaat het al gauw mis. De broeders straffen het kind extreem voor kleine vergrijpen. Voor het stelen van een aansteker wordt zijn linkerhand verbrand. ‘Nu zal je nooit meer vergeten dat je niet mag stelen.’ Het is de start van Judes woedeaanvallen die zich vooral tegen hemzelf richten. Hij wijt alles aan zichzelf, ook dat zijn moeder hem in een vuilnisbak achterliet.
Dan lijkt er in zijn leven een mirakel te gebeuren. Een van de kloosterbroeders wordt voor Jude een oase, een veilig toevluchtsoord in de wereld van geweld en bestraffing. Elke vrije minuut brengt hij bij hem door. Hij krijgt taartjes en appelsap. Hun ‘relatie’ – want zo ziet Jude dat – is complex. Als de broeder vraagt of Jude van hem houdt, beseft hij dat hij dat best wil, al zegt iets in hem dat hij dat niet moet doen. Voor de negenjarige lijkt er eindelijk een eind aan alle ellende te zijn gekomen. Hij is verslingerd aan de broeder. Maar Jude is ‘te kinderlijk, te eenzaam, te hunkerend naar genegenheid om het te snappen’ dat hij in werkelijkheid door de broeder verleid wordt. Die vraagt hem zich te prostitueren opdat ze met het geld een huisje voor hen beiden zouden kunnen bouwen en trouwen. Hij zal hem ook zelf seksueel misbruiken. Het huisje komt er nooit.
Wreedheid zonder grenzen
Hanya Yanagihara zuigt je pagina na pagina dieper mee in een moeras van onophoudelijk gewelddadig seksueel misbruik waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Het is ook een moeras van hunkeringen, van zoeken naar geluk en tederheid. Na de broeder is er een psychiater die Jude aanvankelijk verzorgt, maar als een pure sadist hem voor het leven zal verminken. Als Jude al veertig is volgt een andere man, de nieuwe
Het is pure horror, maakt je woedend, opstandig, doet je stil worden, wenen, praten, blij zijn. Het zet je hele morele denken aan het wankelen
charismatische ceo van een bekend modemerk. Die overweldigt hem, kust hem met de armen om hem heen als ‘een kooi’. Jude geeft toe. Net als bij de broeder geeft hij zich over met de hoop op een intieme vriendschap, de hoop op redding. De man zal hem vreselijk toetakelen. Alle hoop, elk verlangen naar intimiteit wordt hierdoor voorgoed begraven. Voor Jude is nogmaals bewezen dat hij altijd zal blijven wie hij is: iemand die afkeer inboezemt en verafschuwd wordt. Niets zal ooit veranderen, ook al woont hij in een luxueuze flat, heeft hij vrienden en een goeie baan en wordt hij als topadvocaat in de rechtbank gerespecteerd en gevreesd. Nooit zal hij kunnen ontsnappen aan de noodlottige, onafwendbare gevolgen van het traumatische misbruik.
Hij leeft altijd in het moment van dat trauma. De tijd is voor zijn vijftiende blijven stilstaan. Alle seksualiteit is gedood. Seksualiteit is voor hem geen intimiteit maar prostitutie. Uit deze hel zoekt hij een uitweg door zelfverminking. Een vicieuze cirkel die ondanks alle hulp, aandacht, toewijding en liefde van zijn vrienden niet te doorbreken is. Hij leeft in pijn en kan er enkel aan ontsnappen door zichzelf te snijden met scheermesjes. Pijn herstelt pijn. Dat is ‘mijn leven’, zegt hij. Voor Jude is het onmogelijk over zijn leven te spreken, omdat hij weet wie en wat hij is en ook beseft dat dit iedereen van hem afstoot. Hij voelt zich een monster, innerlijk en uiterlijk.
Vriendschap helpt niet
Een klein leven is ook een boek over een hecht vriendenkwartet: Jude, Willem die een wereldberoemde filmacteur wordt, de gedreven kunstschilder JB en Malcolm, een toonaangevende architect. We volgen hun levens van hun twintigste tot ze de vijftig gepasseerd zijn. Bijzonder is de relatie met Willem die zich met een tergend langzame slakkengang ontwikkelt tot een intieme, seksuele relatie. Willem beseft dat hij met Jude niet kan ‘aanrotzooien en dan weer opstappen’. In een traag voorttrekkende processie van gesprekken, voorzichtige strelingen, samen douchen, een kus en opnieuw gesprekken is Jude in staat Willem meer en meer toe te laten, zich aan hem over te geven.
Willem is de vriend die we ons allemaal wensen. Altijd zorgzaam, begripvol, liefdevol, teder, zacht en nooit dwingend, eisend of gewelddadig. Het is dan ook aan hem dat Jude mondjesmaat het verhaal van zijn leven vertelt. Het is Willem die zijn misbruikte, mishandelde, mismaakte lichaam mag zien en strelen, die hem mag kussen, en die hij zelf ook kust. Een relatie die Jude altijd heeft gewild: ‘al het lichamelijke contact… zonder de gevreesde seks’. Er lijkt zich voor Jude een normaal leven af te tekenen. Het zijn ‘de gelukkige jaren’. Eindelijk! Ik wenste ze tijdens het lezen Jude heel erg toe. Toch brengt hun intimiteit hem geen genot. Ook deze jaren worden beheerst door een hervallen in zelfverminking. Het snijden loopt als een mantra door het boek heen. Het is bestraffing en loutering tegelijkertijd, geeft hem het gevoel ‘dat zijn lichaam en zijn leven echt van hem waren’. Snijden en seks zijn fataal met elkaar verbonden. Snijden is een uitlaatklep voor de ‘vreselijke’ seks. Willem maakt er een enorme ruzie over, confronteert Jude door zichzelf te snijden. Het is een daad van radeloze liefde. Jude probeert wel alternatieve methodes zoals zwemmen en koekjes bakken. Het helpt niet. Uiteindelijk vertelt hij Willem over zijn leven en dus ook over de sadistische psychiater die hem op vijftienjarige leeftijd doelbewust met een auto overrijdt. Een verminking die zijn ruggengraat ongeneeslijk heeft aangetast en leidt tot een schrijnende fysieke aftakeling.
Wanhopig stemmend portret
Yanagihara doet er ruim 750 pagina’s over om Judes verhaal te vertellen of, beter, om Jude dat zelf te laten vertellen. Het boek is een rollercoaster die nooit tot stilstand komt. Als er hoop gloort, volgt meedogenloos wanhoop. Als de wanhoop overheerst, wordt er snel gefeest. De liefde van een sociaal werkster, de vrienden, een adoptievader, de zorg van een bevriende dokter: het overwint niets. Dat is de zuivere conclusie. Liefde overwint niets.
Een klein leven lezen is verwoestend, vaak te schrijnend en letterlijk pijnlijk. Maar ook ervoer ik een verwantschap met Jude in zijn zoekend gevecht om te leven zoals anderen, in het volle besef dat dat niet kan. Een klein leven is pure horror, maakt je woedend, opstandig, doet je stil worden, wenen, praten, blij zijn. Het zet je hele morele denken aan het wankelen. Het graaft diep in wat mensen mooi maakt, maar ook in wat hen tot monsters maakt, voor zichzelf en voor de anderen. Het concentreert zich volledig op het emotionele leven van de personages en toch is het ook een dissectie van de maatschappelijke druk om gelukkig te zijn en succes te hebben. Het is een wakeupcall voor ons, moderne mensen, onze moderne wereld waarin familie aan belang inboet en seksualiteit in relaties wordt overgewaardeerd. ‘Een sprookje’, maar dan wel zoals het oorspronkelijk bedoeld is: om onze duistere krachten te exorciseren. Een sprookje over onze wereld.
‘Een klein leven’, door Internationaal Theater Amsterdam, gaat op 23 september in première in Amsterdam.
Het is in België enkel in Antwerpen te zien
Ik ervoer verwantschap met Jude in zijn zoekend gevecht om te leven zoals anderen, in het volle besef dat dat niet kan