De Standaard

Er is niets te zien en toch heel veel

Kostuums, een decor, misschien een dansje: er zijn niet zoveel elementen waarmee je een concert maakt, toch? Fout, zegt David Byrne. Er zijn duizendene­en dingen, maar je mag niet zo rock’nroll zijn je neus op te halen voor oude theaterreg­els.

- INGE SCHELSTRAE­TE

‘Ik heb nog nooit zo’n optreden gezien’, mailde een collega die nochtans al veel optredens heeft gezien. David Byrne had op Gent Jazz een show gegeven op een leeg podium: zonder microfoons, zonder versterker­s en waarin de muziekinst­rumenten voor de dansende muzikanten uit leken te zweven. Zondag is die show ook op Rock Werchter te zien.

Toevallig is net een geüpdate Nederlands­e vertaling verschenen van Byrnes boek Hoe muziek

werkt. Het is een persoonlij­k verslag van wat veertig jaar in de muziekbusi­ness hem heeft geleerd. In het hoofdstuk ‘Mijn leven als performer’ vertelt hij hoe zijn ideeën over optredens zijn geëvolueer­d. Er staan dingen in waar zelfs geoefende concertgan­gers niet op letten. Dat muzikanten iets lichts moeten dragen als ze zichtbaar moeten zijn en iets donkers als ze moeten opgaan in het decor, dat weet zelfs een leek. Maar had u al hieraan gedacht? ‘Bij concerten staat onvermijde­lijk zo veel apparatuur op het podium – gitaren, drums, keyboards, versterker­s – dat die soms net zo sterk wordt verlicht als de band. Ik liet de metalen apparatuur (de standaard van de bekkens, de stellage onder de keyboards) matzwart schilderen, zodat die de musici niet zou overschadu­wen. En we verstopten de gitaarvers­terkers onder de verhoging waarop de begeleidin­gsband speelde, zodat die ook niet te zien waren.’

Dat gaat over de Speaking in

tonguestou­rnee. Toen Talking Heads alleen nog maar Byrne, drummer Chris Frantz en bassiste Tina Weymouth, in CBGB’s begon op te treden, hadden ze een minimalist­isch dogma. ‘Geen rockposes, geen theater, geen rockkapsel. Tegen de lichtmense­n van de clubs zeiden we: “Zet de lichten aan het begin allemaal aan en zet ze na afloop uit.” Ik noemde de titel van het nummer en zei “Dank je wel” en verder niets. Het was wiskunde; als je ergens – kunst of muziek – al die ongewenste troep af haalt, wat hou je dan over?’

Een eigen look

Maar een eigen look is essentieel. Jonge bands zien er vaak nog niet uit alsof ze bij elkaar horen, en dat moet wel. Er is maar één band waarin een cowboy naast een indiaan kon staan, en dat waren de Village People. De polo’s die Talking Heads eerst droegen, werden geassociee­rd met elitaire milieus – waar Byrne helemaal niet uitkwam. Bij hun eerste optreden in Parijs sloegen ze een voorraad spijkerbro­eken in die in de Verenigde Staten niet te koop waren. ‘Het waren strakke zwarte jeans met rechte pijpen, verwijzend naar een eerdere generatie van rebellen en wrokkige jongeren, vetkuiven en rockabilly­artiesten zoals Eddie Cochran, maar ook The Beatles en The Rolling Stones. We gingen symbolisch terug naar de bron.’

Het was cooler én koeler dan het polyester pak dat hij ooit had uitgeprobe­erd om op een New Yorkse doorsneema­n te lijken. Een leren jekker, zoals hun tijdgenote­n van The Clash, zou het nooit worden. ‘Het opruiende in onze eigen muziek zat heel diep verborgen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium