TE NEGEREN
Wat is het dat jou zo ondraaglijk maakt? Waarom ben je zo gekmakend? Je doet geen pijn. Je bent niet gevaarlijk. Niet onverklaarbaar. Er is gewoon niets aan. Je bent niets. Te negeren. Te vergeten. Waarom denk je mij gek te kunnen maken?
Zo probeer ik. Als gevoelens ondraaglijk dreigen te worden, spreek ik ze toe. Ik stel ze vragen. Dat helpt. Geïntimideerd zijn gevoelens zichzelf niet meer. Bevraagd houden ze afstand.
Maar jeuk laat zich niet snel intimideren. In de zuiderse hoek waar ik me bevind, is de tijgermug thuis. Een vrolijk gespikkelde dagmug, dat wil zeggen: ze drinkt niet alleen ’s nachts. Een 24 urenshift.
Met benen vol bergjes antistollingsspeeksel probeer ik nu te slapen. Maar hoe rustiger het lijf, hoe groter de jeuk. Een omgekeerde evenredigheid, die in elk geval ’s nachts behoorlijk tragisch is.
Krabben, weten we, is voor zwakkelingen. Te wantrouwen, zoals veel instantoplossingen. Doet zich voor als de heerlijkste verlossing, is dat ook, heel even, daarna laat ze je in de steek, in slechtere staat dan ervoor. Een krabjunkie.
Je doet geen pijn, zeg ik de jeuk. En je maakt me niet beter. Wat ben je dan? Wat wil je van mij? Wat kom je doen? Wanneer vertrek je weer? De vragen brengen de jeuk niet van de wijs. Als een zwakkeling val ik uiteindelijk in
slaap.