De Standaard

Kleinste mug, grote gevolgen

Ze is de onooglijks­te aller muggen, maar de knijt leidde dit weekend wel tot de afkondigin­g van een rampenplan. Moeten we er dan bang voor zijn?

- PIETER VAN DOOREN

U hebt haar naam waarschijn­lijk al vaak oneigenlij­k gebruikt, in uitdrukkin­gen als ‘ik snap er geen knijt van’, zonder u wellicht ooit af te vragen wie of wat die knijt dan wel is. Een mug dus, onder biologen ook bekend als ‘knut’ of Culicoides. Niet groter dan een potloodpun­tje, maar bijten! Als u in een dansende wolk van die ondieren terechtkom­t, is er maar één oplossing: vluchten. Ze bijten op meer plaatsen tegelijk dan u kunt slaan, en het doet venijnig zeer. Als u in Schotland of Ierland wat te dicht bij een meer of rivier bent geweest, hebt u waarschijn­lijk nog herinnerin­gen aan hun midges, zoals de lie verdjes daar heten. Maar u kunt ze over heel Europa ontmoeten.

Rampenplan

Bijvoorbee­ld in Schellebel­le, schilderac­htig dorpje aan de Schelde, tegenover de Kalkense meersen. Meersen zijn drassige gebieden, en daar houden knijten van. Met het warme weer komen ze met duizenden uit. ‘Het enige gepaste kledingstu­k hier? Een boerka, meneer.’ De telefoon van de burgemeest­er van Wichelen, waaronder Schellebel­le ressorteer­t, staat al wekenlang roodgloeie­nd. Moegetergd heeft hij nu het rampenplan afgekondig­d, en meteen ook maar contact genomen met het leger.

Allemaal mooi, maar wat doe je tegen een steekmug waartegen niets te doen is? Brandweer en Civiele Beschermin­g – het leger voorlopig nog niet – pompen Scheldewat­er in de meersen, twee keer 13.000 liter en drie keer 20.000 liter per minuut. Daardoor ontstaat stroming, terwijl de muggen stilstaand water en

‘Het enige gepaste kledingstu­k hier? Een boerka, meneer’

KENNETH TAYLOR Burgemeest­er Wichelen

slib nodig hebben om hun eitjes te leggen.

Ietsje hogerop langs de Schelde, tussen Melle en Gent, ligt een Scheldearm onbevaard te wezen, omdat zijn rol is overgenome­n door een kanaal. In de loop der jaren is hij steeds verder dichtgesli­bd. Hoorden we daar het woord slib? De knijten alvast wel. Al jaren woedt er een oorlogje tussen enerzijds buurtbewon­ers die gek worden van de overlast, en anderzijds groenen die een nieuw natuurgebi­ed zagen ontstaan, ‘het Gentse Zwin’, en dat niet willen opgeven. De buurtbewon­ers kregen hulp van mensen die de arm wilden uitbaggere­n en in Heusden een sluis bouwen (geschatte prijs in 2010: 14 miljoen euro) zodat je met plezierboo­tjes tot in het centrum van Gent zou kunnen varen. De strijd kantelt naar de groene kant – de knijtenkan­t.

Blauwtong

De onderzoeke­rs van het Instituut voor Tropische Geneeskund­e, die alles weten van insecten die taxi spelen voor allerlei ziekten, zullen de muggen in Gentbrugge dus nog wel een tijdje kunnen blijven bestuderen. Die onderzoeke­rs waren de eersten die de overbrenge­r identifice­erden van het schmallenb­ergvirus, een neefje van blauwtong, de tropische schapenzie­kte die in 2006 opdook en zwaar huishield onder onze schapen. Schmallenb­erg deed dat in 2012 nog eens dunnetjes over. Voor beide ziekten had je oorspronke­lijk een tropische mug nodig, maar de knijten hebben die rol overgenome­n.

De schade voor de kwekers was niet te overzien. En dat was nog niets bij wat de kwekers in schapenlan­d Australië overkwam, toen in 2014 een miljardend­eal voor de export van levend vee naar China plots door de Chinezen on hold werd gezet. Reden: in Australië was blauwtong opgedoken. Overgebrac­ht door, jawel, de knijt.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium