‘Laat de IS-welpen niet uitgroeien tot leeuwen’
De Belgische ISkinderen in de Levant zijn géén tikkende tijdbommen, het zijn veelal kleuters. Tijd om hen terug te halen, stelt het Egmont Instituut.
BRUSSEL I In Syrië en Irak verblijven naar schatting 1.400 kinderen van Europese ISstrijders. Het leeuwendeel van hen is er geboren. Nu het zelfverklaarde kalifaat in de Levant geïmplodeerd is, verlangen Syriëstrijders terug naar huis. Maar in tegenstelling tot de volwassen foreign terrorist fighters (FTF’ers) keren de kinderen amper terug. Minder dan 10 procent is weer opgedoken in of afgereisd naar het Europese land vanwaaruit hun vader of moeder ooit vertrok. Ook voor België gaat het om een laag percentage (zie kader).
Wat is het lot van de kinderen die nog daar verblijven? De Europese landen zijn verdeeld, ze worstelen met ‘morele, juridische, politieke, diplomatieke en veiligheidsdilemma’s’, maar nemen geen van allen een proactieve positie in, stellen Thomas Renard en Rik Coolsaet, onderzoekers van het Egmont Instituut in Brussel. ‘Hoewel de meeste regeringen ISkinderen als slachtoffers beschouwen, haalt niemand hen actief terug.’
Renard en Coolsaet erkennen dat het niet evident is. Met Turkije kunnen de Europese landen onderhandelen, met Syrië of Irak zijn er hele maal geen diplomatieke banden. Bovendien is het onduidelijk waar de kinderen zich precies bevinden. Dat geldt ook voor de Belgische kinderen. En eenmaal hier, is er nog de nationaliteitskwestie: ze komen niet allen in aanmerking om Belg te worden.
Een luchtbrug?
De uitdaging is dus aanzienlijk, maar de huidige positie van de regering is volgens de onderzoekers al te tweeslachtig. ‘Aan de ene kant mogen kinderen onder de 10 jaar terugkeren en worden ze, eenmaal op Belgische bodem, beschouwd als slachtoffers. Aan de andere kant worden tieners geval per geval bekeken. Zij kunnen beschouwd worden als volwassen strijders die niet langer welkom zijn. Dat heeft minister van Veiligheid Jan Jambon (NVA) begin dit jaar letterlijk gezegd.’
Er is geen duidelijke procedure of strategie, stellen Renard en Coolsaet vast. Ze dringen aan op een meer proactieve rol. Lees: de kinderen moeten teruggehaald worden. ‘De modaliteiten kunnen variëren’, zegt Renard. ‘Een luchtbrug, een humanitair konvooi of een andere oplossing.’
‘De meeste Belgische kinderen in Syrië en Irak zijn jonger dan 6 jaar. Dat is belangrijk, want het betekent dat ze nog niet opgeleid zijn door IS. Ze zijn nog kneedbaar, leren vooral door imitatie, en kunnen dus ook (re)ïntegreren in een westerse samenleving’, luidt het.
Eenmaal teruggekomen, is een coherente, multidisciplinaire aanpak nodig. De kinderen zijn getraumatiseerd, zij en hun families moeten nauw opgevolgd worden. Het Egmont Instituut suggereert om voor die aanpak de bestaande knowhow en platformen, zoals de Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC’s) op gemeentelijk niveau, volop in te zetten.
Een proactieve aanpak impliceert een betere informatiepositie, maar vooral: het moet nú gebeuren. ‘Het is
Hoe groot is het kroost?
Behalve om 13 tieners gaat het om 149 kinderen jonger dan 12. 80 procent van hen is ter plaatse geboren. tijd voor actie’, knikt Renard. ‘Het jihadisme gaat een nieuwe fase in, de implosie van de Islamitische Staat heeft een window of opportunity gecreëerd voor nieuwe vormen van terrorisme, voor nieuwe mobilisatie.’ Dat die nieuwe vormen bij uitstek in gevangenenkampen ontstaan en gedijen, bewijst de groei van AlQaeda in Camp Buca.
Van welp tot leeuw
‘Voor jihadi’s zijn de kinderen die geboren en opgevoed zijn in het kalifaat, welpen die morgen kunnen uitgroeien tot leeuwen. Laten we hen terughalen en hen níét behandelen als welpen maar als mensen en burgers. Dat kan een krachtige boodschap zijn voor de getroffen families en bij uitbreiding voor de hele moslimgemeenschap.’
De onderzoekers waarschuwen om niet alleen door een veiligheidsbril te kijken. ‘Die kinderen zijn geen tikkende tijdbommen. Het enige “tikken” dat sommige politieke leiders lijken te horen, is veeleer een wakeupcall dan een tijdbom.’
‘Die kinderen zijn nog kneedbaar, leren vooral door imitatie, en kunnen dus ook (re)ïntegreren in een westerse samenleving’
Dit weekend leest u in dSWeekblad een interview met een Belgische ISweduwe in een Syrisch gevangenenkamp. waar vluchtelingen uit Raqqa worden opgevangen. Tussen de gewone burgers bevinden zich ook gevluchte bruiden en kinderen van ISstrijders.