Steden grijpen in: meer fietsen, minder auto’s
LEUVEN kreeg in 2016 een circulatieplan met ‘verkeerslussen’. De stad is opgedeeld in zones. Al het doorgaande verkeer wordt geweerd en naar de ring verplaatst. Het fietsverkeer in de binnenstad nam in een jaar tijd met 32 procent toe, dat op de ring met 26 procent. Het autoverkeer in de binnenstad nam met 8 procent af. De verhouding tussen de twee, in het centrum, evolueerde van 63 procent auto’s tegenover 33 procent fietsers, naar 54 tegenover 41 procent.
In GENT werd een nieuw circulatieplan ingevoerd dat sterk lijkt op dat van Leuven. Het autovrije gebied in het centrum werd uitgebreid. Het gevolg: 25 procent meer fietsers, 28 procent meer gebruikers van het openbaar vervoer (tijdens de avondspits) en 12 procent minder autoverkeer in een jaar tijd.
In de Deense hoofdstad KOPENHAGEN, dat al een kwarteeuw aan een fietspadennetwerk sleutelt, is de knik er gekomen in 2005. Toen werd het plan EcoMetropolis/A Metropolis for People uitgerold. Er kwamen fietsbruggen, veiligheidsmaatregelen ten gunste van de fiets en betere connecties tussen de verschillende soorten vervoer.
Tien jaar later was het aantal inwoners gegroeid met 15 procent en het autobezit met 21 procent. Maar toch nam het autoverkeer er sinds 2005 af met 3 procent. Het fietsgebruik groeide dan weer met 20 procent en het openbaar vervoer met 15 procent. Op verschillende belangrijke verkeersaders passeren vandaag veel meer fietsen dan auto’s, bijvoorbeeld op de Koningin Louisebrug met haar 86 procent fietsers. Het aantal ongevallen verminderde met 45 procent. (poj, ty)