Thriller, maar geen killer
Het voordeel als je iets maakt over een icoon uit de pop: je bent zeker van een publiek. Het nadeel: je moet al erg je best doen om nog te verrassen. Beide vaststellingen gaan op voor Michael Jackson: On the wall.
De prestigieuze zomertentoonstelling in de National Portrait Gallery wil verkennen hoe Jackson moderne kunstenaars inspireerde. Ze verzamelt werk van maar liefst 48 artiesten. Daar zit de porseleinen sculptuur van Jackson en zijn aap Bubbles door Jeff Koons niet eens bij – geef toe, het was het eerste kunstwerk over Jackson waaraan u dacht.
Andere bekende namen zijn er genoeg. Maar de grote namen maken niet de meeste indruk op deze expo. De portretten van Warhol komen niet uit zijn beste periode. Het kikkergroene perspex portret van Paul McCarthy is even lelijk als nietszeggend, de Keith Haring loop je zo voorbij als je niet oplet. Artiesten die als kind fan waren van Jackson, focussen niet op de roem maar op wat hen inspireerde: de songs die hij schreef, hoe geweldig hij zong en danste, hoe hij film een nieuwe impuls gaf met zijn video’s. Het Zelfportret op 7 jaar van Glenn Ligon toont niet de artiest, maar een stralende Jackson op dezelfde leeftijd. Ligon maakte een reeks ‘zelfportretten’ waarin hij zich vereenzelvigt met idolen. ‘Soms kun je je zo volledig identificeren met figuren uit de popcultuur dat zij een deel gaan uitmaken van hoe je jezelf ziet in de wereld’, is zijn uitleg.
Als zwarte artiest was Jackson een witte raaf onder de sterren. De werken die gaan over zwarte identiteit in een blanke wereld of over kolonialisme zijn de sterkste van de expo. Ze bevestigen ook dat er een generatie AfroAmerikaanse – of gewoon nietblanke – artiesten is opgestaan die besloten heeft haar verhaal zelf te vertellen, in plaats van te figureren in het werk van blanke kunstenaars.
Het eerste werk dat je ziet, is dan ook een statement. Het laatste portret dat Michael Jackson bestelde voor zijn dood is geschilderd door Kehinde Wiley, hofportrettist van succesvolle zwarte Amerikanen – hij maakte ook het portret van expresident Obama. Jackson beeldt hij af op een paard; het is een duidelijke verwijzing naar Rubens’ Filips II te paard, heroïsch en bombastisch. Het schilderij is kitscherig, zoals veel van de ‘antieke’ spullen waar Jackson zo dol op was. Maar die dikke putti die hem een lauwerkrans opzetten, hebben ook nog iets grappigs.
Twee werken blijven om betere redenen hangen. Which Mike do you want to be like...? van David Hammons verwijst naar een regel uit ‘Victory’ van de dode rapper Biggie Smalls: ‘I perform like Mike / Anyone – Tyson, Jordan, Jack
son’. Een Vlaamse dj haalde zijn artiestennaam uit de regel, Jay Z en Kanye West recycleerden hem in ‘Ni**as in Paris’. Hammons zette drie microfoons in het midden van de kamer, te hoog om er bij te kunnen: het niveau van deze
zwarte Mikes/mikes (microfoons) is niet bereikbaar voor gewone stervelingen.
In de hoek naast Dangerous, de Sgt. Pepper’sachtige collage die Mark Ryden maakte voor de hoes van de gelijknamige plaat, staat een wit scherm waaruit gereutel opklinkt, als van een slecht onderhouden aquarium in de wachtkamer van de tandarts. Opeens kijken twee met kohl omrande oogjes je aan uit het scherm: je herkent ze meteen. Jordan Wolfson nam de video waarin Jackson de beschuldigingen van kindermisbruik ontkende en witte alles uit behalve zijn ogen, die soms maar twee gekwetste komma’s zijn, maar toch boekdelen spreken.
‘Van alle westerse sterren was Michael Jackson de coolste, en de enige zwarte’, zegt de jonge Nigeriaanse Njideka Akunyili Crosby. Ze schildert fotorealistische interieurs uit haar jeugd, met de statussymbolen van de jaren 80. Op het doek in de expo duikt Michael Jackson op in kleine fotootjes, stickertjes en prullaria tussen de bontgekleurde plastic kannen en borden. Bij nader toezien zijn het allemaal Nigeriaanse popsterren die hun platenhoes, hun jasje of hun artiestennaam bij Jackson vonden. Jackson of Bob Marley worden niet alleen herkend van Lagos tot Kathmandu: ze worden er beschouwd als ‘een van ons’.
Maar te veel werken focussen gemakzuchtig op fandom en obligate bewondering, zoals de videoinstallatie waarin Oostenrijkse fans de songs van Thriller zingen. Met een icoon als Jackson zou je onderwerpen als androgynie kunnen verkennen. Of eeuwige jeugd. Of seks – hoe vaak hij zich ook in het kruis greep, Jackson bleef vreemd seksloos. In het hoofdstuk ‘racisme’ hadden we reflectie verwacht over het moment dat Jackson zijn huid begon te bleken. Ofwel durven veel kunstenaars die onderwerpen niet aan, ofwel heeft Jackson zijn imago zo gepolijst en verengd dat het icoon (nog) geen ruimte laat voor hun eigen inzichten. Tot 21 oktober in de National Portrait Gallery, Londen. Elke vrijdag ‘Jackson 5’: 500 tickets voor 5 pond voor wie 25 jaar of jonger is.
Wij reisden naar Londen met Eurostar.
Met een icoon als Michael Jackson zou je onderwerpen als androgynie kunnen verkennen. Eeuwige jeugd. Of seks – hoe vaak hij zich ook in het kruis greep, Jackson bleef vreemd seksloos De expo over Michael Jackson in de Londense National Portrait Gallery is ongelijkmatig. Maar ze leert wel de echte betekenis van ‘wereldster’. ‘Van alle westerse sterren was Michael Jackson de coolste, en de enige zwarte.’ INGE SCHELSTRAETE