Laat de natie niet over aan nationalisten
Ziet een nieuwe breuklijn in Europa. Aan de ene kant is er het kamp van Merkel en Macron, aan de andere kant dat van Orban en Salvini.
Wie? Doceert Europese studies aan de universiteit van Oxford en aan de universiteit van Stanford.
Wat? Het progressieve Europa is nog niet dood. Maar zijn verdedigers kijken tegen een lang en moeizaam gevecht aan.
The strange death of liberal England van de historicus George Dangerfield is een van de meest gedenkwaardige geschiedenisboeken in het Engels. Zijn we er op dit moment getuige van hoe het liberale Europa op dezelfde wijze een vreemde dood sterft? Je kunt niet naast het gevaar kijken: het antidemocratische populisme doet een greep naar het hart van Europa en bedreigt zelfs de troon van de Duitse bondskanselier Angela Merkel.
Er is een nieuwe politieke breuklijn in Europa en ze is minstens zo belangrijk als de oude breuklijn tussen links en rechts. Ze splijt bestaande partijen en doet nieuwe ontstaan. Ze maakt dat er nieuwe frontlijnen komen tussen zowel landen als partijen.
Ook al hebben Merkel en Macron grote meningsverschillen over kwesties als de eurozone, ze zijn beiden voorstander van liberale, Europese oplossingen, gebaseerd op internationale samenwerking binnen en buiten de EU. Je zou ze Merkron kunnen noemen.
Ook al bestaan er meningsverschillen tussen de Hongaarse leider Viktor Orban en de Italiaanse populist Matteo Salvini, ze pleiten beiden voor ondemocratische, nationale oplossingen en bedrijven een zondebokpolitiek, waarbij ze mensen die etnisch of cultureel als ‘anderen’ worden gedefinieerd uitsluiten of buitenzetten. Vandaar de naam voor het andere kamp: Orbvini.
De Spaanse socialistische premier Pedro Sánchez en de voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk be horen duidelijk tot het kamp Merkron. De Beierse CSU, de Oostenrijkse bondskanselier Sebastian Kurz, Jaroslaw Kaczynski’s Partij voor Recht en Rechtvaardigheid (PiS) in Polen en enkele (maar niet alle) Brexiteers lopen achter de geblokte vlag van Orbvini.
Onvoorspelbaar
De strijd tussen het merkronisme en het orbvinisme zal bepalen hoe er het komende jaar aan Europese politiek zal worden gedaan. Politici warmen zich op voor de Europese verkiezingen van volgende zomer, kijk maar hoe de grootste fractie in het Europees Parlement, de centrumrechtse Europese Volkspartij (EVP), zich schaamteloos vastklampt aan Orbans Fideszpartij en zelfs sluikse avances maakt naar de Poolse partij PiS, uit angst dat het Orbvinikamp een nieuwe alliantie zou smeden waartegen ze zou moeten concurreren. Salvini speelt zelfs de naam van zijn partij uit, de Lega (liga), en dreigt met een ‘liga van de Lega’s van Europa’. Het is lang geleden dat de Europese verkiezingen zo onvoorspelbaar zijn geweest.
Lang niet alle breuklijnen in de EU kunnen netjes langs de as MerkronOrbvini worden gezet. De meningsverschillen over de eurozone en de volgende Europese begroting volgen bijvoorbeeld meer een nationale dan een politieke logica. De Brexit is 27 landen tegen één. Maar de wijze waarop de nationale democratische politiek een rol speelt in de Europese, hebben we nog niet eerder gezien.
Vreemde in eigen land
Op dit moment staat het Orbviniteam duidelijk op voorsprong. Het Merkronteam ziet er vermoeid uit en zit in de verdediging. Dat gold ook voor de Duitse en Spaanse voetbalploegen in de wereldbeker, die koppig hun klassieke spel speelden, maar niet doorbraken om te scoren. De toekomst van Merkel is onzeker, terwijl de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz een centrale middenvelder is geworden die voor team Orbvini uitkomt.
Het migratieprobleem, waarrond het kamp van Orbvini zijn troepen verzamelt, is zowel een feitelijke als een symbolische kwestie. Als gevolg van wat protestzanger Wolf Biermann in 2015 kleurrijk de ‘prachtige fout’ van Merkel noemde, zijn er in korte tijd veel vluchtelingen naar Duitsland getrokken. Meer dan twee miljoen OostEuropeanen zijn naar GrootBrittannië gekomen na de uitbreiding van de EU in 2004, reële zorgen over de druk op huisvesting, werkgelegenheid, gezondheidszorg en scholen hebben vervolgens een rol gespeeld in de Brexituitslag. Italië, Spanje en Griekenland hebben echt hun best gedaan, met weinig hulp van hun NoordEuropese partners, om de grote toestroom op te vangen van zowel klassieke vluchtelingen als van mensen die in de hoop op een beter leven de verdrinkingsdood riskeren in de Middellandse Zee.
Maar migratie is ook een symbolische kwestie. Ze trekt angsten over cultuur en identiteit aan, zoals een magneet metaalvijlsel. Illegale immigratie in de EU is sinds 2015 dra matisch gedaald. Maar dat verzacht niet het gevoel bij mensen die inschatten hoezeer hun land in die tijd veranderd is. In een peiling van de Bertelsmannstichting in 2017 was een gemiddelde van 50 procent van de ondervraagden over de hele EU het eens met de stelling ‘er zijn zo veel buitenlanders in ons land dat ik me zelf soms een vreemde voel’. In Italië was dat 71 procent.
Digitale revolutie
Dangerfield schrijft dat de democraten in het Engeland van begin 20ste eeuw achteruitgingen, omdat ze geen antwoord zochten op grote nieuwe krachten, zoals de strijd voor het vrouwenkiesrecht, de arbeidersbeweging en het Ierse nationalisme. Honderd jaar later is de crisis van het democratische Europa voor een groot deel het resultaat van krachten die het liberalisme zelf heeft gecreeerd. Liberalisering, europeanisering en globalisering hebben alle drie tegelijk tot een snelle, voelbare verandering in de Europese samenlevingen geleid. Te veel mensen hebben die veranderingen niet als iets positiefs ervaren.
De strijd tussen het ‘merkronisme’ en het ‘orbvinisme’ zal bepalen hoe er het komende jaar aan Europese politiek zal worden gedaan
Populisten exploiteren die ontevredenheid en vertellen een simplistisch verhaal: dat een ingebeeld gouden verleden met goede jobs, gelukkige gezinnen en een meer traditionele nationale gemeenschap zal terugkomen door de nationale ophaalbrug op te trekken en ‘de controle terug te nemen’. Ondertussen zal de digitale revolutie, die razendsnel evolueert, van machinaal leren naar kunstmatige intelligentie, tot nog meer ontwrichtende verandering en onzekerheid leiden, vooral op de werkplek.
De strijd om de democratie in Europa heeft dus een immense takenlijst voor de kiezen. Het zal al moeilijk genoeg zijn om rationele, praktische antwoorden te vinden op de reële problemen van ongelijkheid en onveiligheid. Onze doelstellingen bewegen gelijk mee met de digitale revolutie, razendsnel dus, we staan we nog maar aan het begin van mogelijke antwoorden daarop. Misschien zijn daar radicale ingrepen voor nodig, zoals een universeel basisinkomen of een basisgarantie op werk.
Uitzondering Macron
Afgezien daarvan moet het democratische Europa manieren vinden om om te gaan met die diep emotionele behoeften aan gemeenschap en identiteit waar populisten garen bij spinnen. Zoals je bij elk voetbalpubliek kunt zien, is nationale identiteit een buitengewone bron van passie en verbondenheid. Geen enkele transnationale of supranationale identiteit kan daar op korte termijn mee concurreren. Dus, terwijl we al het mogelijke doen om een gedeelde Europese identiteit te versterken, en uiteraard ook een wereldwijde identiteit (waarvan het wereldkampioenschap voetbal in zekere zin een afspiegeling is), mogen we de natie niet overlaten aan nationalisten. We hebben een positief, burgerpatriottisme nodig, van het soort dat Macron in Frankrijk propageert, als aanvulling op europeanisme en globalisme.
Vervolgens moet je dat allemaal tot een verkiezingswinnend programma smeden en een partij vinden die met dat programma de verkiezing kan winnen. Maar veel van dat soort partijen hebben we niet. Macron, met zijn La République en Marchebeweging, is de uitzondering die de regel bevestigt. Overal elders hebben democraten terrein verloren aan meer ondemocratische strekkingen in mainstreampartijen van centrumrechts en centrumlinks, het Britse Labour en de Conservatieven inbegrepen. Of centrumrechtse partijen hebben de macht alleen kunnen behouden door tegemoet te komen aan de meer ondemocratische verzuchtingen van hun populistische coalitiepartners, zoals in Oostenrijk en Nederland.
Ik kan uit dit alles alleen maar besluiten dat de tegenaanval van het democratische Europa behoorlijk veel jaren in beslag zal nemen. Waarschijnlijk zullen de zaken eerst erger worden voor ze weer beter worden, met meer doelpunten voor Orbvini en tegenvallers voor Merkron. Ik geloof niet dat we getuige zijn van de vreemde dood van het democratische Europa, maar we moeten goed weten dat het herstel lang en zwaar bevochten zal zijn.