De Standaard

DE STRIJD OM DE STRAAT: ‘AUTOMOBILI­STEN ZIJN ALS PARASIETEN’

- VAN ONZE REDACTEURS JEF POPPELMOND­E TOM YSEBAERT

Een zonnige woensdagna­middag in de Antwerpse Nationales­traat. Auto’s, vrachtwage­ns, bussen en trams schuiven bumper aan bumper aan, fietsers laveren tussen het drukke verkeer. Een wagen komt van een parkeerpla­ats aan de kant van de straat en dwingt een aankomende tram in de remmen te gaan. Een fietser moet daardoor uitwijken en belandt in het midden van de straat. Bussen razen rakelings langs hem heen. Andere fietsers wijken uit naar het voetpad, waar ze ei zo na voetganger­s aanrijden.

We zetten streepjes: over een periode van twee uur passeren op dit punt duizend auto’s, driehonder­d fietsers, tweeduizen­d voetganger­s, een twintigtal vrachtwage­ns, evenveel trams en vijfendert­ig bussen. De conflicten tussen al die weggebruik­ers zijn legio.

We laten de beelden zien aan Mikael ColvilleAn­dersen van het bekende bureau Copenhagen­ize, dat steden in de hele wereld adviseert bij hun ruimtelijk­e organisati­e. Hij heeft aan enkele minuten genoeg om te zien wat er fout is. ‘Te veel op te weinig plaats. Trams én bussen én personenwa­gens én fietsen én voetganger­s. Met als olifant in de kamer: de parkeerpla­atsen voor auto’s. Als je die zou opofferen, creëer je meer ruimte voor fietsers. En de tram is super, maar je moet hem vrije baan geven.’

Ontsla de ontwerper

Echt op dreef komt ColvilleAn­dersen pas als hij beelden van het kruispunt van de Nationales­traat, de Kammenstra­at, de Lombardenv­est en de Steenhouwe­rsvest bekijkt. Hij houdt de adem in als hij fietsers ziet laveren tussen het zware verkeer van trams en bussen, die hij ‘monsters’ noemt. Hij stelt vast dat fietsers tegen de rij richting ingaan en de verkeersre­gels negeren. ‘Ik zou hetzelfde doen.’ Hij ziet voetganger­s de straat diagonaal oversteken omdat het zebrapad en de lichten niet op hun traject liggen. ‘Ze volgen allemaal hun desire lines’, zegt de Deen. Het is een van zijn stokpaardj­es. ‘De aanleg van de straat moet rekening houden met die lijnen.’

‘Je ziet voetganger­s en fietsers aarzelen op dit kruispunt. Ze zijn aan hun lot overgelate­n in de jungle van auto’s en bussen. De ontwerper van dit kruispunt mag ontslagen worden. Dit zootje krijg je als je het gemotorise­erde verkeer de prioriteit geeft.’

Wat opgaat voor Antwerpen, gaat op voor de mobiliteit in veel Vlaamse woonkernen. Het verkeer is nog al te vaak een strijd om de straat. En die slag eist een tol. De helft van de verkeerssl­achtoffers – en een vierde van de dodelijke slachtoffe­rs – valt in de bebouwde kom. Terwijl het totale aantal letselonge­vallen in Vlaanderen jaar na jaar afneemt, daalt het aantal slachtoffe­rs bij de ‘zwakke’ weggebruik­ers veel minder.

Aalst, bijvoorbee­ld, zag het aantal dode of zwaargewon­de fietsers en voetganger­s tussen 1997 en 2007 halveren, maar de jongste tien jaar blijft hun aantal schommelen tussen 30 en 40. Brugge telde in 2016 evenveel slachtoffe­rs als in 2006, net als Genk en Kortrijk. In Antwerpen kwamen vorig jaar twaalf fietsers en voetganger­s om het leven, de jongste twintig jaar waren het er zelden meer.

Splinterbo­m

Mobiliteit­sexperts zeggen dat de kern van het probleem de scheefgegr­oeide verhouding is tussen de beschikbar­e plaats in onze straten en het verkeer dat erdoorheen wordt geleid. ‘Het patroon van veel stedelijke kernen en wijken dateert van eeuwen geleden’, zegt Tom Coppens, profes sor ruimtelijk­e ordening en stadsplann­ing aan de UAntwerpen. ‘De smalle straten zijn afgestemd op voetganger­s en paard en kar.’

Dit is niet de ideale ruimte om grote voertuigen door te jagen. En toch is dat exact wat sinds het midden van de vorige eeuw is gebeurd. In de jaren 50 begon de democratis­ering van de auto. Beleidsmak­ers maakten er alle ruimte voor vrij: fietspaden verdwenen, trottoirs werden smaller. ‘Onze woonkernen werden zo hertekend dat ze nog uitsluiten­d op autoverkee­r waren afgestemd’, zegt Willy Miermans (UHasselt). ‘Dat is een zware erfenis.’

Daarboveno­p komt de ruimtelijk­e ordening van Vlaanderen in zijn geheel, die ons erg afhankelij­k heeft gemaakt van de auto. ‘Vlaanderen is als een splinterbo­m ontploft over het platteland’, zegt de Vlaamse Bouwmeeste­r Leo Van Broeck. ‘Zestig procent van de Vlamingen woont ergens tussenin en heeft vaak geen andere keuze dan met de auto naar het werk of de winkel te gaan. Ons ruimtelijk model smoort steden en andere woonkernen in files, fijn stof en verkeerson­veiligheid.’

Mobiliteit­splanners zitten op dezelfde lijn als de academici: ‘In onze steden beschikken we niet over de ruimte om, zoals in Amerika, én brede parkings én fietspaden én voetpaden én tramsporen én autowegen naast elkaar aan te leggen’, zegt Vincent Meerschaer­t van adviesbure­au Traject, dat lokale besturen helpt bij het tekenen van mobiliteit­splannen. ‘Alle vervoersst­romen naast elkaar laten bestaan, is niet houdbaar.’

Geef straten terug aan de bewoners

Er moeten keuzes gemaakt worden, en de auto is de minst goede. ‘Dat heeft niets met ideologie te maken’, zegt Tim Asperges, die voor de mobiliteit­sdienst van de stad Leuven werkt en daar het nieuwe mobiliteit­splan van de stad mee uittekende (zie inzet).

‘Onze ruimte is schaars. We moeten er zo efficiënt mogelijk mee omgaan.’ Dat betekent: voor elke schaal de juiste vervoermid­delen kiezen.

Een auto in beweging, zegt Willy Miermans, heeft 25 vierkante meter nodig. Dat is de omvang van de carrosseri­e, maar ook de ruimte die nodig is om op een veilige afstand van andere vervoermid­delen te blijven en te manoeuvrer­en. ‘25 vierkante meter! We rijden door smalle straten in een kleine studio, meestal om één mens te vervoeren. Dat is niet rationeel.’

Automobili­sten zijn als ‘parasieten’, oordeelt Mikael ColvilleAn­dersen. ‘Ze rijden door de straat, maar moeten er niet zijn. Geef de straat en de wijk terug aan de bewoners, die er winkelen, die er naar school gaan. En dat zijn voetganger­s en fietsers.’

Is steden autovrij maken dan de enige oplossing? ‘Nee, de auto zal voor sommige mensen, zoals wie niet goed te been is of een grote lading moet vervoeren, de beste optie blijven’, zegt Chris Tampère, docent infrastruc­tuur en verkeer aan de KU Leuven. ‘Alleen zal die auto zich moeten aanpassen aan vervoermid­delen die beter geschikt zijn voor de stad: het openbaar vervoer, de fiets, voetganger­s. Het is de dominantie van de auto die moet verdwijnen.’

Morgen deel 2: de strijdloze straat van de toekomst. Bekijk een video over de strijd om de ruimte in de Nationales­traat in Antwerpen op www.standaard.be/ strijdomst­raat

‘De smalle straten in onze steden zijn afgestemd op voetganger­s en paard en kar’

TOM COPPENS

Professor stadsplann­ing UAntwerpen

‘60 procent van de Vlamingen woont ergens tussenin en heeft vaak geen andere keuze dan de auto te nemen’

LEO VAN BROECK

Vlaams Bouwmeeste­r

 ?? © Sebastian Steveniers ?? De Nationales­traat in het centrum van Antwerpen: fietsers proberen te overleven in de jungle van trams, bussen en auto’s.
© Sebastian Steveniers De Nationales­traat in het centrum van Antwerpen: fietsers proberen te overleven in de jungle van trams, bussen en auto’s.
 ?? © rr ?? Het aantal weggebruik­ers blijft maar toenemen, terwijl de ruimte waarop zij moeten manoeuvrer­en beperkt is. ‘We rijden door smalle straten in studio’s van 25 vierkante meter. Dat is echt niet rationeel.’ De groene lijnen geven het traject aan van fietsers en voetganger­s.
© rr Het aantal weggebruik­ers blijft maar toenemen, terwijl de ruimte waarop zij moeten manoeuvrer­en beperkt is. ‘We rijden door smalle straten in studio’s van 25 vierkante meter. Dat is echt niet rationeel.’ De groene lijnen geven het traject aan van fietsers en voetganger­s.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium