TRUMP BOTST OP EEN GRENS
De ontmoeting met Vladimir Poetin wordt nog het makkelijkste onderdeel van mijn trip, had Donald Trump vooraf lachend gezegd. Hij doelde op de spannende Navotop in Brussel, waar hij zijn bondgenoten flink onder druk wilde zetten om hun financiële inspanningen voor defensie op te drijven, en op zijn bezoek aan Londen, waar premier Theresa May wegzinkt in de politieke chaos over de Brexit. En hij kreeg gelijk, met zijn Russische evenknie had de Amerikaanse president zo op het oog een probleemloze bijeenkomst.
Toch vormde de schaapachtige manier waarop hij in Helsinki elk mogelijk conflict met Poetin uit de weg ging een politieke misrekening, wellicht de grootste in anderhalf jaar presidentschap. Dit keer waren het niet alleen de Democraten en een handvol criticasters in zijn eigen Republikeinse partij die hem afvielen. Er kwam breed protest, ook van de rechterzijde. Zelfs op de televisiezender Fox die zowat als de megafoon van Trumps politiek fungeert, wisten journalisten en analisten niet waar ze het hadden.
Dat Trump oude bondgenoten over de knie legt, vormt voor zijn achterban geen groot probleem. Zeker niet als het argument is dat ze het politieke of economische spel oneerlijk spelen en dus Amerika bestelen. Dan gaat zijn aanpak erin als koek. Maar hier stond de leider van de vrije wereld te kijk als een watje, een pushover die zich gewillig liet inpakken door de dictator van een land dat generaties Amerikanen als aartsvijand hebben beschouwd.
De president leek opeens niet meer presidentieel. De schaarse stemmen die hem nog probeerden te verdedigen, dachten dat Trump, de zakenman, werkte aan een constructieve langetermijnrelatie met de Russische leider. Maar alle anderen zagen slechts een handpop die nog liever de eigen inlichtingendiensten voor schut zette dan de gedachte toe te laten dat hij niet geheel op eigen kracht president is geworden.
Dat Poetin onrechtmatig de Krim annexeerde, Oekraïne destabiliseerde, vlucht MH17 liet neerhalen, zijn politieke tegenstanders liquideerde en via een cyberoorlog in de Amerikaanse verkiezingen intervenieerde, is voor Trump allemaal geen reden om in hem iets anders te zien dan een gewaardeerde concurrent. Tegelijk zet hij wel de Europese Unie neer als een ‘vijand’.
Trumps omkering van alle waarden vorderde met grote snelheid, maar botste in Helsinki toch op een grens. De vrees dat de Amerikaanse democratie niet tegen hem is opgewassen, was dus wellicht voorbarig. Gelukkig maar. Hem als een onschuldig politiek intermezzo beschouwen, zou echter naïef en gevaarlijk zijn.
De president leek opeens niet meer presidentieel