Euthanasie toch weer aan opmars bezig
Voor het eerst in drie jaar is het aantal euthanasiegevallen gestegen, met liefst 13 procent. Ouderdomskwalen zijn de sterkst stijgende reden.
Drie jaar lang leek het aantal euthanasiegevallen stabiel te blijven rond de 2.000 per jaar, maar in 2017 heeft zich opnieuw een stijging voorgedaan, van 13 procent. In dat jaar kregen 2.309 mensen euthanasie. Voor 2016 en 2017 samen gaat het om 4.337 gevallen. En hoewel ook aan Franstalige kant het cijfer stijgt, blijft de verdeling erg ongelijk, met een verhouding van 8020.
Uitbehandelde en uitgezaaide kanker blijft de belangrijkste reden voor euthanasie, met 2.781 overlijdens over de twee jaar. In absolute cijfers blijft deze groep stijgen, maar in relatieve niet. Dat komt doordat de tweede belangrijkste reden, ouderdomskwalen, veel sterker gestegen is: in 2016 overleden 268 mensen, vooral ouderen, door euthanasie vanwege ouderdomskwalen. In 2017 waren het er liefst 442. Tachtigers vormen veruit de grootste leeftijdsgroep in deze categorie, al zijn er ook negentigers en honderdplussers bij.
Liever thuis
Het aantal euthanasiegevallen in woonzorgcentra blijft toenemen: in vergelijking met 2002’03 gaat het om een procentuele verdrievoudiging. Meestal vindt euthanasie evenwel thuis plaats. Dat gebeurt nu vaker dan in het ziekenhuis, conform de wens van veel mensen om thuis te kunnen sterven.
In ruim zes op de tien gevallen van euthanasie noteerde de arts dat er fysiek lijden aanwezig was, samen met psychisch lijden. Artsen die ervaring hebben met levenseindezorg zeggen al langer dat een fysieke ziekte leidt tot psychisch lijden, bijvoorbeeld angst voor de aftakeling, lijden onder de toenemende afhankelijkheid, of verlies van de mogelijkheid tot sociaal contact.
Euthanasie bij psychiatrisch lijden blijft erg beperkt. Het daalde van ruim 40 gevallen per jaar naar nu 26 per jaar.
Het is voorbarig om over een trend te spreken, zegt professor Wim Distelmans, voorzitter van de federale euthanasiecommissie. ‘Dit getal is te klein om echt iets over te zeggen. Het kan best dat het volgend jaar weer de andere kant uitgaat.’
Hetzelfde geldt voor het totale euthanasiecijfer: het valt niet te voorspellen of het zal blijven stijgen, of toch weer zal afvlakken. Al vormt de vergrijzing wel aanleiding om een blijvende groei te verwachten.
Wilsverklaringen
Euthanasie bij dementie is licht gestegen, maar blijft ook erg beperkt: de voorbije vier jaar samen gaat het om 60 gevallen, of gemiddeld 15 per jaar. Het kan in ons land alleen in een vroeg stadium van de ziekte, als de betrokkene er nog zelf om kan vragen.
Twee gevallen van euthanasie bij gevorderde dementie werden in de euthanasiecommissie besproken. ‘Sommige leden wilden die doorverwijzen naar het parket, maar er werd geen tweederdemeerderheid voor behaald’, zegt Distelmans. ‘Omdat de meerderheid oordeelde dat het om palliatieve sedatie ging, die de dood tot gevolg had.’
Voorafgaande wilsverklaringen hebben de voorbije twee jaar in 122 gevallen tot euthanasie geleid. Het ging daarbij om patiënten die in een onomkeerbare coma waren verzeild, en vaak om mensen die na een coma in een vegetatieve staat bleven.
In ruim zes op de tien gevallen van euthanasie was behalve van fysiek ook sprake van psychisch lijden