Door DNA de das omgedaan
Jarenlang daagde John Miller de politie uit met het zaaien van sporen naar hemzelf. Uiteindelijk was het DNAonderzoek dat, dertig jaar na de feiten, leidde tot zijn arrestatie.
Het lichaam van de acht jarige April Tinsley werd in april 1988, drie dagen nadat ze verdwenen was, gevonden in een gracht in Spencerville, ongeveer dertig kilometer van haar woonplaats Fort Wayne in de staat Indiana. Uit de autopsie bleek dat ze seksueel misbruikt en daarna verstikt was. Op haar ondergoed werd DNA gevonden van een man.
Maar wie was die man? Het gevonden DNA bleek, tot grote frustratie van de speurders, in geen enkele databank te zitten. De speurtocht naar de verkrachter en moordenaar leverde niets op.
Tot de politie twee jaar later, in 1990, een boodschap vond, op een stal deur niet ver van waar haar lichaam was gevonden. ‘Ik dood 8 jaar oude April M Tinsley hebben jullie haar schoen gevonden haha ik zal opnieuw doden’, stond erop. Het spoor leidde opnieuw nergens heen.
Hi Honey
Veertien jaar later, in 2004, liet de dader opnieuw van zich horen. Op vier plaatsen in Fort Wayne werden er briefjes gevonden, onder meer op fietsen van jonge meisjes. ‘Hi Honey’, stond er. ‘Ik heb je in het oog gehouden. Ik ben degene die April Tinsley gekidnapt, verkracht en gedood heeft. Jij bent mijn volgende slachtoffer.’ De briefjes zaten telkens in een pakje, samen met een gebruikt condoom of met een polaroid foto van het lichaam van de dader.
Het DNA dat werd gevonden op de condooms, bleek een match te zijn met het DNA dat aangetroffen was op de kleding van het meisje. Maar nog steeds had de politie geen idee wie die dader dan wel was.
Tot de wetenschappelijke en techno logische vooruitgang een handje toestak. Het gevonden DNA werd getoetst aan een genealogische databank – een publieke databank waarin mensen zelf hun DNAprofiel inbrengen om hun verwantschap met anderen na te trek ken. Dat leidde de speurders begin juli van dit jaar uiteindelijk, door eliminatie, naar twee mannen: John Miller en zijn broer.
Nadat ze hadden vastgesteld dat Miller alleen woonde, doken de speurders in zijn afvalemmers. Daarin vonden ze opnieuw gebruikte condooms. En ja, het daarop aangetroffen DNA klopte met dat op Aprils kleding. Ze hadden hem.
Afgelopen zaterdag werd de 59jarige Miller opgepakt. Toen de agenten die hem gingen halen, vroegen of hij wist waarom ze hem wilden spreken, antwoordde hij met twee woorden: ‘April Tinsley’. Maandag legde hij een volledige bekentenis af.
Golden State Killer
Het is niet de eerste keer dat een moordenaar gevonden wordt met behulp van een genealogische databank. Pas enkele maanden geleden kon de politie in Californië dankzij zo’n publiek toegankelijke databank de vermoedelijke ‘Golden State Killer’ oppakken. Die vermoordde in de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw twaalf mensen, en verkrachtte meer dan vijftig vrouwen. Ook in die cold case was het DNA, dat gevonden was op de plaats delict, dat uiteindelijk jaren later naar de dader leidde. John D. Miller.
‘Ik heb April Tinsley verkracht en gedood. Jij bent mijn volgende slachtoffer’, schreef Miller vier keer op een papiertje, in een pakje met een gebruikt condoom