De Standaard

Tax liberation day

- In ‘De Grote Markt’ duikt de economiere­dactie dagelijks in een opmerkelij­ke beweging in de economisch­e wereld.

Tien dagen: dat is dit jaar het effect van de taxshift, een van de kroonjuwel­en van het beleid van de regeringMi­chel. Tien dagen meer waarin de Belgische werknemer niet voor de overheid hoeft te werken, maar voor zichzelf aan de slag is. Meer bepaald de dagen tussen 17 juli en 27 juli.

Gisteren was de datum waarop de Belgische werknemers ‘bevrijd’ werden van hun verplichti­ngen om bij te dragen aan de collectiev­e bestedinge­n van de overheid. De Franse denktank Institut Molinari noemt dat de ‘tax liberation day’. De taxshift heeft die dag dit jaar tien dagen naar voren geschoven, dankzij de verminderi­ng van de loonkosten.

Het consultanc­ybedrijf EY, dat de berekening­en voor het Institut Molinari uitvoert, baseert de ‘tax liberation day’ op de hoogte van de zogenaamde loonwig: de kloof tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon voor de werknemer. Om de werknemer een nettoloon van 1.000 euro te kunnen uitkeren, moet de werkgever 2.040 euro aan loonkosten uitgeven. Door de taxshift, die de loonkosten heeft verminderd, is de loonwig naar het laagste niveau in jaren gezakt. Het hoogtepunt lag in 2013, het jaar voordat de regeringMi­chel aantrad. Toen bedroegen de loonkosten voor een nettoloon van 1.000 euro nog 2.340 euro. België heeft niet langer de grootste loonwig van de EU, aldus het Franse instituut. Het wordt nu voorafgega­an door Luxemburg, Oostenrijk en Nederland.

‘Het zijn vooral de werkgevers die de vruchten plukken van de taxshift. De werknemers mogen daar later op hopen’

Toch staat ons land nog altijd bekend als wereldkamp­ioen belasting heffen. In april prijkte België boven aan het Oesolijstj­e van de landen waar de hoogste loonbelast­ingen worden geheven. Alleenstaa­nden zonder kinderen betalen 40,5 procent, aldus de Oeso. Het hoogste percentage ter wereld. Dat België hier nog wel bovenaan staat, komt omdat deze instelling iets anders meet dan EY. Het vergelijkt het nettoloon niet met de loonkosten, maar met het brutoloon. Het verschil zijn de werkgevers­bijdragen. En net die heeft de regeringMi­chel in twee stappen verlaagd: in 2016 van 32,4 procent naar 30 procent, en dit jaar verder naar 25 procent.

James Rogers van het Institut Molinari is zich bewust van dat verschil: ‘Het zijn vooral de Belgische werkgevers die de vruchten plukken van de taxshift. De werknemers mogen daar de komende jaren op hopen’. Hij zegt wel dat de werknemers indirect profiteren door de aantrekken­de arbeidsmar­kt.

Het instituut vergeet daarbij een aantal andere componente­n van de taxshift te vermelden, waaronder de verhoging van de forfaitair­e beroepskos­tenaftrek. Die leverde de modale werknemer zo’n 15 euro per maand op, of 180 euro per jaar. Op een loon van 25.000 euro toch goed voor een twee dagen vroegere ‘bevrijding’. Waarschijn­lijk is dat meegenomen in de ‘tax liberation day’ van 2016. Die verschoof toen in België van 6 augustus naar 27 juli.

 ??  ?? Werknemers­kosten
Werknemers­kosten
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium