Ook virtueel kamperen is slopend voor ouders
ELENA LIEVENS verwacht weinig heil van het vernieuwde online inschrijvingssysteem in Gent. Alleen extra capaciteit in scholen kan een oplossing bieden voor kamperen.
Als ouder van een gedupeerde zoon van het ‘betrouwbare en stabiele’ online inschrijvingssysteem voor Gentse scholen, reageer ik graag op het opiniestuk van schepen van Onderwijs Elke Decruynaere (Groen) (DS 12 juli). Gent koos voor een compleet digitaal inschrijvingssysteem met een algoritme dat vooraf onvoldoende werd getest en geoptimaliseerd. Het betekende maandenlange ellende voor sommige ouders. Hun kind kreeg niet de school toegewezen dat het nodig had, vanwege een specifieke studiekeuze, een duidelijke zorgbehoefte of andere nijpende redenen. Dan zwijg ik nog van de 155 kinderen voor wie geen enkele school uit de bus kwam en die ergens op een of andere wachtlijst belandden. Die chaotische ellende bestempelen als ‘enkele kinderziekten’ getuigt van weinig respect, een gebrek aan inlevingsvermogen en verantwoordelijkheidszin.
Moeders zonder diploma
De schepen van Onderwijs vraagt zich af of de dubbele contingentering op de schop zal gaan, het systeem dat de populatie van scholen afstemt op de buurt. Daarbij wijst ze met een beschuldigende vinger naar andere politieke partijen, maar vergeet ze enkele belangrijke gegevens te vermelden. Die contingentering betekent dat een school indicatorleerlingen en nietindicatorleerlingen moet inschrijven. Een indicatorleerling is een leerling die of een studietoelage krijgt of wiens moeder geen diploma secundair onderwijs heeft. Dat laatste criterium staat ingeschreven in het Vlaamse decreet, maar hoe moet je bewijzen dat je iets niet hebt?
Hoeveel studies ook aanwijzen hoe belangrijk de opleidingsgraad van de moeder is voor de kansen van de kinderen, als je iets niet kunt checken, moet je het schrappen als criterium. Terecht vroegen veel ouders zich af hoeveel moeders volgend jaar in Gent geen diploma zouden hebben. De achterpoort wijd openzetten voor malafide praktijken werkt polariserend in een maatschappij.
Verder beweert Decruynaere dat vrije schoolkeuze zonder digitaal inschrijvingssysteem neerkomt op ‘het recht van de rijksten’, omdat alleen zij voldoende tijd en kansen zouden hebben om te kamperen voor de school naar keuze. De schepen vergeet te vermelden over hoeveel kampeerders het gaat. Vorig schooljaar werd slechts
Hoe belangrijk de opleidingsgraad van de moeder ook is, als je iets niet kunt checken, moet je het schrappen als criterium
aan één secundaire school gekampeerd. Bovendien is ook het psychologisch slopende ‘virtueel kamperen’ niet geschikt voor een aanzienlijke groep ouders wegens inhoudelijk te onduidelijk en te moeilijke communicatie. Voldoende capaciteit in de Gentse scholen zou elke vorm van kamperen, echt of virtueel, overbodig maken.
Geen doordachte keuze
Terecht vraagt Decruynaere zich af of ook andere criteria een rol moeten spelen, zoals specifieke zorgbehoeften en de voorbereiding op een bepaalde studierichting, om van een weloverwogen studiekeuze te spreken. De eerste graad in het secundair onderwijs als één pot nat beschouwen, werkt een doordachte vrije schoolkeuze inderdaad niet in de hand.
Kan het weer gaan over de oplossingen om zo’n keuze mogelijk te maken? Waarom spreekt de schepen niet over het fundamentele probleem van het capaciteitsgebrek in het stedelijk secundair onderwijs? Waarom overweegt ze niet om tijdelijk verplaatsbare containerklassen in te schakelen? Waarom vervalt ze in ideologische communicatie in plaats van bruikbare oplossingen voor álle kinderen te zoeken?