Als het van N-VA afhangt, ziet u straks minder koeien
6 miljoen varkens en 2,5 miljoen melk en vleeskoeien, dat is te veel voor Vlaanderen, vindt de NVA. Maar de Boerenbond is het daar niet mee eens.
BRUSSEL I Als Vlaanderen in 2020 zelf kan bepalen waar de Europese landbouwsubsidies naartoe gaan, dan kiest de NVA voor bio, korte keten en kleinschalige landbouw, tegen grootschalige, industriële bedrijven in. ‘We produceren bulkproducten, die niet rendabel zijn, waardoor boeren alleen maar dankzij subsidies kunnen overleven. Dit landbouwmodel stoot op zijn grenzen: het is slecht voor het klimaat, slecht voor het milieu en slecht voor de boeren’, zegt Vlaams Parlementslid Jelle Engelbosch, die zetelt in de commissie Landbouw (NVA). ‘Wij zijn voor een kleinere veestapel, niet door een revolutie maar door een evolutie, omdat het goed is voor het klimaat, maar vooral omdat we naar een beter verdienmodel voor de boeren moeten.’
De NVA wil van het nieuwe Europees Globaal Landbouwbeleid (GLB) gebruikmaken om in te zetten op korte keten, bio, diversificatie en specialisatie in bepaalde rassen. Dat GLB gaat in 2020 in en geeft landen meer mogelijkheden om zelf te kiezen waar subsidies naartoe gaan. ‘Schaalvergroting als middel voor boeren om rendabel te worden, is achterhaald’, zegt Engelbosch. ‘We moeten naar schaalverandering. Veel boeren zouden er financieel op vooruitgaan als ze kleiner zouden worden. Met de subsidies kan de politiek sturend werken. Boeren kunnen blijven kie
‘Veel boeren zouden er financieel op vooruitgaan als ze kleiner zouden worden’ JELLE ENGELBOSCH Vlaams Parlementslid
zen voor industriële landbouw, maar dan moeten ze zelfbedruipend zijn.’
Of Open VLD er hetzelfde over denkt, is nog onduidelijk. ‘We zijn nog bezig met de formulering van ons standpunt, maar we willen de kwestie van de veestapel inpassen in een groter landbouwconcept’, zegt Raf Van Bedts, adviseur van de Open VLDstudiedienst. Ook CD&V is er nog niet uit, ‘maar minister Joke Schauvliege geeft toch aan dat ze niet voor één bepaald landbouwmodel wil kiezen’, zegt woordvoerder Jan Pauwels.
‘De veestapel verkleinen is noch voor het klimaat noch voor het inkomen van de boer de oplossing’ LUC VAN OIRBEEK Woordvoerder Boerenbond
De Boerenbond is het alvast niet eens met de NVA. ‘De veestapel is verantwoordelijk voor 5,2 procent van de broeikasgassen in Vlaanderen en we hebben al veel inspanningen gedaan om de uitstoot per geproduceerde kilo vlees te beperken’, zegt woordvoerder Luc Van Oirbeek. ‘De veestapel verkleinen is noch voor het klimaat noch voor het inkomen van de boer de oplossing.’
Wat de NVA niet wil, is de veestapel beperken door een warme sanering: boeren betalen om het aantal dieren te verminderen. Nederland deed dat vorig jaar en betaalde 1.200 euro per melkkoe minder. Het veroorzaakte zo’n stormloop van boeren die met hun melkveebedrijf wilden stoppen dat het ministerie al na 24 uur de inschrijvingstermijn moest sluiten, omdat de voorziene subsidies op waren.
We kunnen de klimaatdoelstellingen van Parijs alleen maar bereiken als we de veestapel afbouwen. LAURENS DE MEYER maant minister Joke Schauvliege aan om ingrijpende maatregelen te nemen.
Deze week wordt binnen de Vlaamse regering een doorbraak gezocht voor het klimaatplan. Hoe zal Vlaanderen zijn CO2uitstoot met 35 procent verminderen tegen 2030? Eén ding staat vast: elke sector zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Joke Schauvliege (CD&V) zit als minister van Omgeving en Landbouw in de ideale positie om de landbouwsector klaar te stomen voor de klimaatuitdagingen. Landbouw heeft, meer dan andere sectoren, een speciale band met het klimaat. Niemand zal tijdens deze uitzonderlijke droogte ontkennen dat de oogsten ervan afhankelijk zijn. Tegelijk is landbouw voor een groot deel verantwoordelijk voor de opwarming van het klimaat. Vooral de dierlijke sector heeft met zijn ‘methaanboerende’ en mestproducerende dieren een belangrijk aandeel in de broeikasgasuitstoot.
Daarmee zijn we aanbeland bij de koe in de kamer: de afbouw van de veestapel. Als we de doelstellingen van Parijs willen halen, is die afbouw essentieel. Andere sectoren kunnen rekenen op technologische evoluties, dieren hebben biologische grenzen. De Vlaamse koeien behoren nu al tot de efficiëntste ter wereld, maar ze zullen altijd methaan produceren.
De Vlaamse veestapel moet worden gehalveerd tegen 2050. Als een deel van de productie verplaatst wordt naar elders in de wereld, betekent dat niet dat het vlees dat op ons bord zal liggen minder efficiënt geproduceerd zal zijn. Het Klimaatakkoord van Parijs geldt ook voor andere landen.
Strategisch plan
Een klimaatplan moet samengaan met een strategisch plan voor de Vlaamse dierlijke sector. Dat plan stippelt een route uit naar een kleinere veestapel tussen nu en 2050. Zo krijgen de veetelers een langetermijnkader om investeringen te plannen. De veestapel moet op een sociaal verantwoorde manier worden afgebouwd. Dat kan door het systeem van nutriënten emissierechten aan te scherpen. Bijvoorbeeld door van de huidige pensioneringsgolf bij landbouwers gebruik te maken om hun rechten volledig uit de markt te nemen. Daarnaast leidt een vrijwillige opkoopregeling van die rechten bij nog actieve landbouwers tot een aanvullende af
De Vlaamse koeien behoren nu al tot de efficiëntste ter wereld, maar zullen altijd methaan produceren
bouw.
De subsidieregeling moet worden omgegooid. Nu krijgen landbouwers een premie per zoogkoe en vleeskalf die ze houden. Daardoor bestaat 99 procent van het gemiddelde landbouwinkomen van een rundveeteler uit subsidies. Zo werken we een te hoge en economisch niet rendabele veestapel in de hand. Koeien zijn belangrijk om historisch en soortenrijk grasland in stand te houden. Door de premies door te schuiven naar de landbouwers die de graslanden beschermen, hebben subsidies ook een maatschappelijke meerwaarde. Een reconversiefonds moet landbouwers financiële ademruimte geven, zodat ze kunnen omschakelen naar andere bedrijfsmodellen met minder dierlijke productie en klimaatvriendelijke productiemethodes.
Niet alleen de broeikasgasuitstoot, ook de milieuimpact van de landbouw zal drastisch dalen met een evenwichtige veestapel. Op die manier wordt de veeteelt ingezet voor zijn sterktes: grasland en voedseloverschotten uit de voedingsindustrie valoriseren. Zo herwint de sector zijn status en het maatschappelijke draagvlak dat hij verdient.
LAURENS DE MEYER Beleidsmedewerker voeding en landbouw bij
Bond Beter Leefmilieu.