Armworstelen met consument als inzet
Is de consument gebaat bij het openbreken van het Androidbesturingssysteem? Google beweert van niet, Europa denkt van wel. Het voorbeeld van Microsoft 15 jaar geleden toont dat iedereen er wel bij kan varen.
BRUSSEL I ‘Android heeft meer keuze gecreëerd, niet minder’, reageerde Sundar Pichai, de ceo van Google, op de veroordeling van zijn bedrijf tot een monsterboete van 4,3 miljard euro (zie inzet). Zijn blogbericht kan worden samengevat als: ‘Europa heeft er niets van begrepen’. Zo ontkent Pichai de dominante positie van Android, dat hij omschrijft als ‘een van de twee meest populaire mobiele platforms ter wereld’ – een rare omschrijving als je marktaandeel boven 80 procent zit.
Met wat meer recht beweert Pichai dat Android keuze heeft gecreëerd voor de consument. Want dankzij Android hoeven smartphonefabrikanten niet zelf een besturingssysteem (en de bijbehorende apps) te ontwikkelen. Dat leidde tot een enorme groei van het aanbod en tot een felle prijzenoorlog die smartphones binnen het bereik van meer dan twee miljard mensen brachten.
Maar via zijn apps op Android haalt Google wel gigantische advertentieinkomsten binnen. Die deelt het niet graag met andere appontwikkelaars, en daar draait deze Europese zaak rond. Als Google die inkomsten verliest, zal het mogelijk geld moeten vragen voor Android, stelt Pichai. Een nauwelijks omfloerst dreigement, want de fabrikanten zullen, gezien hun lage winstmarges, verplicht zijn die extra kosten aan de klant door te rekenen.
Geen eerlijke kans
Volgens Google heeft de consument dus geen voordeel bij het openbreken van Android. Maar Europees commissaris Margrethe Vestager vindt dat het bedrijf de concurrentie beknot. ‘Deze praktijken hebben concurrenten de kans ontnomen om te innoveren en op kwaliteit te concurreren.’ Minder innova
tie en minder kwaliteit zijn ook nadelig voor de consument, redeneert zij.
Die argumenten klinken vertrouwd. Vanaf 1993 voerde Europa een lange procedure tegen Microsoft. De situatie was opvallend gelijkaardig: met zijn besturingssysteem Windows had (en heeft) Microsoft op personal computers een bijnamonopolie. Ook toen klaagden softwareontwikkelaars dat hun apps geen eerlijke kans kregen op dat platform, vanwege afspraken tussen Microsoft en pcfabrikanten.
Dank u, Europa
In 2004 resulteerde dat in een boete van zo’n 500 miljoen euro. Bovendien werd Microsoft gedwongen om een Windowsversie uit te brengen waaruit de mediaplayersoftware was verwijderd, en om gebruikers expliciet de keuze te bieden tussen verschillende browsers. Die door Europa geëiste toegevingen leidden tot enige spot: niemand kocht de Windowsversie zonder mediaplayer, zoals nu niemand een Androidsmartphone zonder Googleapps wil. Bovendien verwarde de verplichting om zelf een browser te selecteren veel onervaren pcgebruikers.
Moeten we binnenkort betalen voor Android? Google dreigt ermee als het de gigantische reclameinkomsten uit zijn apps verliest
Maar bijna vijftien jaar later is het duidelijk dat de antitrustprocedures in Europa en de VS tegen Microsoft een breuklijn hebben veroorzaakt in de ontwikkeling van het internet. Rond 1995 heerste de vrees dat Microsoft het web, dat nog in zijn kinderschoenen stond, totaal zou domineren. Die vrees was niet ongegrond: Microsoft promootte met enig succes webpagina’s die alleen op zijn Internet Explorerbrowser correct konden worden vertoond. Mede dankzij de ingreep van Europa kon Google Chrome zich opwerpen als alternatieve browser. Belangrijker: Microsoft slaagde er niet in om zijn Windowsmonopolie te gebruiken om ook het nieuwe platform, de smartphone, te domineren. Na enkele moeilijke jaren schikte Microsoft zich in zijn nieuwe positie: het bedrijf is minder dominant, maar wel weer erg succesvol.
Het waren dus de Europese Commissie en het Amerikaanse Departement van Justitie die, via hun antitrustprocedures tegen Microsoft, de deur open hebben gezet voor de opmars van Google. Iets wat Sundar Pichai ongetwijfeld goed beseft.