Een plek in de wereld
Bianca Bellová situeert een rauw comingofageverhaal in een traditionele vissersgemeenschap die botst met de hedendaagse wereld.
Het meer is het vierde boek van de Tsjechische schrijfster Bianca Bellová en ze heeft er haar internationale doorbraak mee te pakken. Het werd beloond met de EULiteratuurprijs en zestien vertalingen.
Die erkenning is terecht. Bellová roept overtuigend een harde mannenwereld op. In het stadje waar Nami opgroeit, zijn er weinig opties: ofwel ga je als visser het meer op, ofwel ga je aan de slag in de visverwerkingsfabriek. Ooit kwamen Russische ingenieurs het stadje moderniseren, maar het oude sjamanisme is nog altijd prominent aanwezig. Nami krijgt het er hard te verduren als kind van een ongehuwde moeder. Uit ellende heeft zij hem bij zijn grootouders achtergelaten en is ze met de noorderzon verdwenen.
Het meer droogt op en de Russische oorlogsvloot begint te roesten. In die omstandigheden gaan mannen aan de drank, worden vrouwen geslagen en komen mismaakte kinderen ter wereld.
Na de dood van zijn grootouders steekt Nami het meer over, op zoek naar zijn moeder in de hoofdstad. Hij probeert er zich staande te houden in een compleet andere wereld: eerst als illegale arbeider in een zwavelfabriek, later als huisslaaf in een buitenwijk vol marmer en verguldsel. Terwijl de stad zich verrijkt aan de olieindustrie, ontketent de verarmde plattelandsbevolking een religieus getinte opstand.
Op basis van die elementen zou je het verhaal in de Kaukasus kunnen situeren, maar dat wordt nergens gepreciseerd. Het aloude thema van een jongen die zijn plek in de wereld zoekt, overheerst. Bellová dompelt het in een rauwe sfeer, zonder een greintje sentiment, en dat kruipt diep onder de huid. Jammer genoeg regent het in de oubollige Hollandse vertaling woorden als ‘gozer’, ‘joh’ en ‘godsamme’. Best wel storend voor een Vlaamse lezer.