Die ene ideale school is fictie
Vol is vol, daar kan geen enkel inschrijvingssysteem iets aan veranderen. In sommige regio’s zullen ouders altijd meerdere scholen moeten overwegen, schrijft LUC HEYERICK .
LUC HEYERICK
Wie? Voorzitter lokaal overlegplatform secundair onderwijs Gent. Wat? Een centraal aanmeldingssysteem in scholen is de beste garantie op gelijke kansen.
We kunnen de inschrijvingsperiode in scholen minder stresserend maken voor ouders en kinderen als we rekening houden met enkele voorwaarden. Gelijke inschrijvingskansen en een gemeenschappelijk tijdstip voor aanmelden en inschrijven voor heel Vlaanderen zijn de belangrijkste.
Eerst moet de capaciteit in de (secundaire) scholen voldoende groot zijn. Als de vraag naar plekken op school groter is dan het aanbod, ontstaat er een probleem dat je met geen enkel systeem kunt oplossen. Daarom rekenen we erop dat bij de toewijzing van ‘capaciteitsmiddelen’ door de Vlaamse regering het (Gentse) secundair onderwijs ook aan bod komt.
Maar door de capaciteit te verhogen los je niet alle inschrijvingsproblemen op. In Gent is er in het algemeen nog voldoende plaats. Maar een tiental ‘populaire’ scholen kampt met capaciteitstekort in het eerste leerjaar A, dat voorbereidt op verder studeren in aso, tso en kso, terwijl andere scholen nog plaatsen hebben voor hetzelfde studieaanbod. Die populaire scholen hebben een grotere aantrekkingskracht vanwege hun pedagogische project, het keuzepakket in 1A of het vervolgtraject dat ze na het eerste jaar aanbieden. Vaak zijn die niet in staat om nog fysiek uit te breiden op de campus (bijvoorbeeld omdat ze in het centrum van de stad liggen). Absolute vrijheid in schoolkeuze is daarom niet meer mogelijk.
Toeval
Ouders laten kamperen om een plek te bemachtigen in die scholen is geen billijk systeem. Het benadeelt kansarme ouders die zich moeilijker kunnen vrijmaken of laten vertegenwoordigen aan de schoolpoort en
Als ouders liegen over het diploma van de moeder, verhoogt dat hun kansen niet automatisch
dan vrede moeten nemen met de plaatsen die elders overblijven, zoals schepen van Onderwijs Elke Decruynaere (Groen) ook aangeeft (DS 12 ju
li). Dan is een centraal online aanmeldingssysteem dat behalve schoolkeuze toeval als criterium hanteert, een veel grotere garantie op gelijke kansen.
Er zijn andere zinnige criteria te bedenken om een school toe te wijzen aan een leerling dan louter ‘toeval’. Decretaal zijn er nu al voorrangscategorieën vastgelegd als afwijking op de gelijke kansen: broers en zussen en kinderen van personeel krijgen voorrang. Dan heb je nog de mogelijke sociale correctie via de ‘dubbele contingentering’. Dat betekent niet dat de kansarme kinderen (indicatoren: moeder zonder diploma en studietoelage voor het gezin) voorrang krijgen op meer kansrijke kinderen, maar dat elke school plaatsen vrijhoudt voor beide categorieën: een percentage indicatoren nietindicatorleerlingen.
In Gent werden die streefcijfers bepaald op basis van de relatieve aanwezigheid van beide categorieën in 1A in de Gentse scholen de drie voorbije schooljaren. Zo komen we uit bij 70 procent nietindicatorleerlingen en 30 procent indicatorleerlingen. Er zijn dus ook in de populaire scholen meer plaatsen beschikbaar voor de kansrijke dan voor de kansarme kinderen.
Bovendien worden eventuele nietingevulde plaatsen in één categorie later ingevuld met leerlingen uit de andere. Als ouders liegen over het diploma van de moeder, verhoogt dat de kansen op een plaats in de school van hun keuze niet automatisch, online kan de lengte van de verschillende wachtrijen niet ingeschat worden. Frauderen bij die dubbele contingentering is niet zinnig en zal minder voorkomen dan Elena Lievens suggereert in haar opiniestuk (DS 18 juli).
Andere afwijkingen op het ‘toevalscriterium’ (bijvoorbeeld specifieke zorgbehoefte van leerlingen) zijn niet toegestaan. Elk bijkomend criterium zou wellicht veel discussie met zich brengen. Die discussie kan beter lokaal beslecht worden binnen de lokale overlegplatforms in plaats van een oplossing te zoeken voor heel Vlaanderen.
De Vlaamse regering moet een algemeen kader creëren voor inschrijven en aanmelden: criteria moeten objectiveerbaar zijn, in regio’s met capaciteitsproblemen moeten scholen eenzelfde aanmeldingssysteem gebruiken en er moet eenzelfde tijdspad komen voor alle scholen in Vlaanderen. Dan zullen er minder verschuivingen zijn na het aanmelden, minder dubbele inschrijvingen, en meer duidelijkheid over wat er wanneer van ouders verwacht wordt. Nu moeten ze soms online aanmelden, soms kamperen of op verschillende momenten ergens naar binnen lopen.
Maar zelfs als heel wat van die problemen opgelost raken, moeten ouders de schoolkeuze als minder ‘absoluut’ zien. Ook als de capaciteit verhoogd wordt en scholen op hetzelfde moment op dezelfde manier de inschrijvingen organiseren volgens billijke criteria en een geoptimaliseerd onlinesysteem, zullen ouders en hun kinderen er nog mee geconfronteerd worden dat de school waarvoor ze kiezen volzet is. In een aantal regio’s zal je moeten kiezen voor meerdere geschikte scholen en niet alleen voor die ene ideale school.