ZONDER TE STOREN
Sinds Saul Leiter (19232013) in 2006, dankzij het boek Early color, rijk laat in zijn leven er
kenning kreeg als pionier van de kleurenfotografie, is ook zijn New Yorks appartement een plek geworden die tot de verbeelding spreekt. In die mate zelfs dat er vorig jaar nog een fotoboek over de leegstaande flat verscheen. Leiters thuis in East 10th Street, met gepatineerde plankenvloer en afbladderende muren, was de plek waar hij koffiedronk, naar muziek luisterde, schilderde of gewoon door dat grote raam op het noorden keek.
Wie het in 2014 postuum uitgebrachte dubbelvolume Early black and white zag, weet uit het eerste deel dat het appartement eveneens de setting was voor Leiters intieme foto’s van de vrouwen in zijn leven. Het deed ook vermoeden dat er nog veel meer van die beelden waren. In my room presenteert een nieuwe selectie van vooral naakten uit het enorme archief dat hij van het begin van de jaren 50 tot het begin van de jaren 70 bijeen fotografeerde.
Dat het om zwartwitfoto’s gaat, is veelzeggend: kleurenfoto’s werden in die tijd door een lab verwerkt en dat wilde Leiter niet. Hij ontwikkelde ze zelf, thuis in de doka boven. Dit werk was privé, wat het ook een zeker mysterie meegeeft. In de jaren 70 printte hij er drieduizend voor een boek met Henry Wolf, zijn artdirector bij Harper’s Bazaar, dat nooit werd gerealiseerd. Wie bij Leiter over de vloer kwam, vond de foto’s tussen rondslingerende boeken, rekeningen en brieven.
De in natuurlijk licht gemaakte, gloedvolle naakten van Leiter zijn geen studies zoals die van Lee Friedlander of Edward Weston. En al zal enige vorm van erotisch verlangen hem niet vreemd zijn geweest – met sommige dames deelde hij het bed –, toch vertrekken de foto’s niet vanuit de typische
male gaze, waarin de vrouw een louter passief onderwerp van het verlangen is. De vriendinnen die Leiter fotografeerde, zoeken niet zelden de interactie op, dagen hem speels uit, zijn onmiskenbaar medeplichtig. Ze zijn zelfverzekerd in plaats van zelfbewust en voelen zich duidelijk op hun gemak bij hem.
Nu eens liggen ze half verzonken in zijn gekreukte lakens, al dan niet rokend of koffiedrinkend, dan weer in hun eigen gedachten. Alsof zijn rommelige appartement een vrijhaven was, waar ze zichzelf konden zijn. Leiter benaderde hen steevast met zachtheid, ook wanneer hij hen stiekem fotografeerde vanuit een deur of in een spiegel – de aparte stijl die ook zijn straatbeelden kenmerkt. Zelfs dan voelt het niet gluiperig – zelfs niet wanneer ze masturberen – maar veeleer alsof hij hen niet wilde storen. Niet willen opvallen is altijd een van Leiters grootste talenten geweest.