INTERVIEW ‘De veiligheid van België is het
Nee, de militaire spionnen werken niet op een eiland. Informatie delen is het nieuwe ordewoord, zegt Claude Van de Voorde, baas van de militaire inlichtingendienst Adiv. Zeker nu de Koude Oorlog weer wordt opgepookt.
Het overvliegen van de F16’s is ingestudeerd, de voertuigen zijn gewassen en de bottines opgeblonken. Toch zal er één afdeling van Defensie zaterdag niet in de kijker lopen op het jaarlijkse defilé: de militaire inlichtingendienst Adiv. Luitenantgeneraal Claude Van de Voorde staat nu één jaar aan het hoofd van de spionnen van het leger en verzekert dat zijn mensen wél aanwezig zullen zijn. ‘Zij zullen hard aan het werk zijn, alleen zal je hen niet zien.’
Van de Voorde erfde een dienst in crisis. De burgers en de militairen die er werken, leefden en werkten naast mekaar. Zijn voorganger moest aftreden na interne kritiek van zijn burgerpersoneel en in opeenvolgende doorlichtingen gingen er rode lampen branden. Toch werd Van de Voorde het voorbije jaar het hardst aangevallen vanwege zijn mogelijke rol bij de vervanging van de F16’s (zie inzet). Hij staat er maar kort bij stil. Hij heeft andere zorgen aan het hoofd: de verkiezingen in ons land vrijwaren van Russische inmenging.
‘De Koude Oorlog is helemaal terug. De gemeenteraadsverkiezingen worden een grote test voor ons, vooral in de grote steden. En al zeker met het oog op de federale verkiezingen van een jaar later. We moeten proberen de Russische aanvallen en de pogingen tot inmenging – als die er zijn – te detecteren.’
‘Het is niet zo dat we het probleem niet hebben zien aankomen. In november 2017 heb ik al een nota aan de minister van Defensie geschreven. Mijn Duitse collega’s hadden me gewaarschuwd en verteld over de maatregelen die zij genomen hadden voor de verkiezingen. Daar zijn wij nu ook volop mee bezig. Dat zal niet simpel zijn. Niet achter iedere aanval zal .ru staan als handtekening. De recentste in Europa gedetecteerde aanval kwam bijvoorbeeld via Vaticaanstad, maar werd wel door de Russen gepleegd. Opnieuw zal het erop aankomen nationaal en internationaal goed samen te werken.’