Israël is voortaan een ‘Joodse natiestaat’
De nieuwe wet die de Knesset donderdag na een stormachtig debat goedkeurde, dreigt het conflict met de Palestijnen op de spits te drijven.
BRUSSEL I ‘Een bepalend moment in de geschiedenis van het zionisme en in de geschiedenis van de staat Israël.’ Zo noemde premier Benjamin Netanyahu donderdagochtend de goedkeuring van de nieuwe wet waarin Israël wettelijk verankerd wordt als een ‘Joodse natiestaat’. Hij verwees ook naar Theodor Herzl, de ‘vader’ van het moderne zionisme: ‘122 jaar nadat Herzl zijn visie publiceerde, hebben we bij wet het basisprincipe van ons bestaan vastgelegd.’
De goedkeuring in het Israëlische parlement kwam er niet zonder slag of stoot: 62 van de 120 parlementsleden stemden voor, 55 tegen, 2 onthielden zich. Over zo’n ‘natiestaatwet’ wordt al jaren gedebatteerd.
Gelijkheid
De wet bepaalt dat Israël de natiestaat is van het Joodse volk, met het ‘eengemaakte’ Jeruzalem als hoofdstad. Het Joodse volk heeft een ‘exclusief recht op nationale zelfbeschikking’ in Israël. Hebreeuws wordt de enige officiële taal. Het Arabisch, dat tot nog toe ook een officiële taal was, wordt nu ‘een taal met een speciale status’ die, zo verzekerde de regering, nog steeds gebruikt mag worden in Israëlische instellingen. Ongeveer 20 procent van de Israëlische bevolking, en ruim een derde van de inwoners van Jeruzalem, is Arabisch.
In de wet is nergens sprake van gelijkheid of minderheidsrechten, die wel expliciet zijn opgenomen in de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring uit 1948. Daarin staat dat Israël volledig gelijke sociale en politieke rechten geeft aan al zijn inwoners, ongeacht hun godsdienst, ras of geslacht, en dat het vrijheid van godsdienst, geweten, taal, opvoeding en cultuur garandeert.
‘Fundamentele wetten’
Dat dit niet herhaald wordt in de nieuwe wet, is een belangrijke reden voor de controverse. Israël heeft niet één grondwet, waarin principes zoals gelijkheid van alle inwoners is vastgelegd. Een aantal ‘fundamentele wetten’, die moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, geldt er als ‘grondwet’. De nieuwe ‘natiestaatwet’ is zo’n fundamentele wet.
Tegenstanders, in en buiten de Knesset, vrezen dat de wet de doodsteek betekent voor de Israëlische democratie, en van het land een racistische staat maakt. In Tel Aviv werd daarom deze week, in de aanloop naar de stemming, heftig geprotesteerd. Arabische parlementsleden verscheurden de wet na de stemming in de Knesset, terwijl ze ‘Apartheid!’ riepen.
Van het oorspronkelijke voorstel zijn nochtans al wat scherpe kantjes weggevijld. Zoals de mogelijkheid om gesegregeerde, exclusief Joodse gemeenschappen te creëren. Daartegen rees fel protest, on der meer van de Israëlische president Reuven Rivlin. Volgens experts zou zo’n clausule waarschijnlijk worden vernietigd door het Hooggerechtshof. In de afgezwakte en gestemde versie staat alleen nog dat Joodse nederzettingen van ‘nationale waarde’ zijn, en dat ze door de regering bevorderd zullen worden. Of daarmee ook de Joodse nederzettingen in bezet Palestijns gebied bedoeld worden, is niet duidelijk.
Ook de EU drukte gisteren, bij monde van speciaal vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken Federica Mogherini, haar bezorgdheid uit. Zij vreest vooral dat de tweestatenoplossing voor het IsraëlischPalestijnse conflict erdoor bemoeilijkt wordt.
Tweederangsburgers
Veel Arabische Israëli’s voelen zich nu al achtergesteld tegenover hun Joodse landgenoten. Zij vrezen dat ze nu nog meer tweederangsburgers zullen worden, ook al zal er in de onmiddellijke toekomst niet veel veranderen en heeft de wet vooral een symbolische waarde. Toch vrezen ook de Joodse oppositie en veel Joden buiten Israël dat die wet de democratie in Israël niet ten goede zal komen.
Het conflict met de Palestijnen zal er bovendien alleen maar door worden aangescherpt. Dat Israël nu officieel een Joodse staat is geworden, slaat de hoop van miljoenen uit Israël gevluchte of verjaagde Palestijnen om ooit nog te kunnen terugkeren de bodem in.
Arabische parlementsleden verscheurden de wet na de stemming in de Knesset, terwijl ze ‘Apartheid!’ riepen