Kunnen de Turken nu opgelucht ademhalen?
Na twee jaar ‘staat van beleg’ heft Turkije de noodtoestand op. In dat systeem hadden burgers minder verweer tegen de staat. Maar zolang Erdogan het ‘Gülenprobleem’ vreest, blijft de perfecte rechtsstaat buiten bereik.
BRUSSEL I Donderdag ontwaakte Turkije voor het eerst in twee jaar onder een normaal staatsbestuur. De noodtoestand, die direct na de couppoging in juli 2016 werd uitgeroepen, is geen achtste keer verlengd. Is de erosie van de rechtsstaat daarmee gestopt?
Via de noodtoestand had de regering meer macht om de openbare orde te bewaken. Zo kon ze buiten het parlement om tienduizenden mensen direct ontslaan en demonstraties zonder meer verbieden. Dat gebeurde ook met een holebimars in Ankara (eind 2017) en met de 1 meistoet van linkse vakbondsleden in Istanbul. Ook pacifisten die op Facebook tegen de militaire interventie in Syrië pleitten, werden opgepakt als ‘terreurverdachte.’
Door die excessen zagen velen de noodtoestand als een excuus om politieke tegenstanders klein te krijgen, eerder dan een noodzakelijke bescherming tegen nog actieve coupplegers.
Je zou dus opluchting verwachten, maar de reacties in Turkije zijn weinig euforisch. De minister van Justitie liet weten dat de ‘strijd tegen terreur onverdroten doorgaat, ook zonder noodwet’. Met terreur verwijst Turkije naar de PKK en de Gülenbeweging (FETÖ). Die islamitische groepering infiltreerde volgens zowel overheid als oppositie in ministeries én rechtbanken en vergrootte zo haar macht. Aan Gülen gelinkte figuren speelden een rol in de nacht van de coup.
‘Wat verandert er echt?’
Volgens Ulas B, die in ZuidTurkije een bibliotheekcafé uitbaat, verandert er in de praktijk niet veel. De regering heeft al een nieuwe antiterreurwet geïntroduceerd die vrijdag wordt gestemd. ‘Repressieve wetten kunnen meteen geactiveerd worden als de regering dat nodig vindt’, zegt hij. Turkije ontzegt zijn burgers misschien niet bewust hun rechten, maar zelfcensuur en intimidatie zijn wel een realiteit.’
Daarnaast geeft het nieuwe staatssysteem (het ‘executief presidentschap’) de Turkse president veel meer zeg over de benoeming van rechters, procureurs, ambte naren en ministers. Volgens Eyyub Doru van de proKoerdische HDPpartij kan alleen een terugkeer naar de oude grondwet voor verbetering zorgen.
Al klinkt het bij Turkse diplomatieke bronnen wel dat Erdogan in de huidige situatie niet meer, maar juist minder macht heeft. ‘In de oude grondwet kon hij met 42 procent van de stemmen een regering vormen. Nu ligt de lat met 50 procent veel hoger.’ De ultranationalistische MHP, Erdogans coalitiepartner, is op dit moment de enige rem op een eenmansregime. Maar als de MHP die rol niet opneemt, maakt de afschaffing van de noodwet in de praktijk weinig verschil.
Dit is waarschijnlijk wel het einde van de grote arrestatiegolven. De groep van Gülen heeft sowieso al veel macht verloren. Toch zal Erdogan de teugels niet lossen zolang hij FETÖ vreest. Turkije ziet de vervolging van de groep nu vooral als een internationaal probleem. ‘De EU levert gewone misdadigers uit aan ons, maar zodra Gülenisten asiel aanvragen kan de EU niet uitwijzen’, klinkt het bij de Turkse diplomatie. ‘Europa moet zich daarover bezinnen. FETÖ is een gevaar en volgens de VN mogen terroristen het asielrecht niet misbruiken.’
Oppositiekrant Cumhuriyet vroeg zich vorige week nog af of gewone mensen die bij Gülen een bankrekening hadden of een job zochten, niet harder gestraft werden dan de ‘grote vissen’. Dat zijn ministers en zakenlui met Gülenistische connecties. leidt Turkije nu via een ‘executief presidentschap’.
Turkije ziet de vervolging van de Gülenisten nu vooral als een internationaal probleem