We laten ons niet meer (t)rollen
Maandag vernamen we dat Russische trollen het publieke debat over de aanslagen in Brussel hebben gemanipuleerd. Woensdag waren we het alweer bijna vergeten, alsof het een zomers fait divers was. Maar het was géén zomers fait divers.
Ja, uiteindelijk ging het ‘maar’ om 130 tweets. Voornamelijk dan nog echte tweets van Belgen die reageerden op de aanslagen, maar die door Russen werden geretweet met toevoeging van islamofobe hashtags. Het klinkt dus niet alsof Vladimir Poetin een demonisch plan heeft om ons land te ontwrichten. Die trollen zaten daar op die 22ste maart 2016 toch, in hun kantoortjes in SintPetersburg. Er was die dag wellicht niets spannends aan het gebeuren in de Amerikaanse voorverkiezingen of in de Brexitcampagne. Als er dan een aanslag is op Belgische bodem, waarom niet wat mist, modder en verdeeldheid spuien? Ze hebben niet eens hard hun best gedaan – er is niemand bij gehaald die het Nederlands machtig was.
Alhoewel. Zeker weten doen we dit niet. Wie weet zijn die 130 tweets het topje van de ijsberg. En blijkt later dat er wel degelijk Nederlandstalige twitteraars zijn die al jaren op de loonlijst van Poetin staan – op basis van hun beheersing van spelling en grammatica zie ik wel een paar verdachten.
Waarom waren we niet meer gechoqueerd, deze week? Voor een stuk waarschijnlijk omdat we dit al hadden ingecalculeerd. Niet noodzakelijk dat de Russen zich met onze politiek bemoeien, maar toch dat het op Twitter krioelt van de bots, de trollen, de opruiing en de misleiding. We zijn de afgelopen 18 maanden met z’n allen veel mediawijzer geworden, of toch minstens wantrouwiger.
Dat is een vloek en een zegen tegelijk. Het meest verderfelijke effect van de fake newspaniek is dat we het vertrouwen in álle media dreigen te verliezen. Dat is zeker gebeurd in de VS, waar het nieuws van Fox TV en dat van CNN zich op een verschillend continent lijken af te spelen. Daar heeft de angst voor desinformatie de verdeeldheid nog versterkt – vandaar dat Donald Trump voortdurend ‘fake news!’ kraait.
In België zijn we er, al bij al, behoorlijk in geslaagd om de onthullingen over vals nieuws en beïnvloeding door bedrijven als Cambridge Analytica correct te situeren. Ja, ook in België circuleert weleens een vals bericht, maar wat u hoort in Het jour
naal op Eén is echt gebeurd. Uit recente Europese cijfers blijkt dat 76% van de Belgen gelooft wat hij op het tvnieuws hoort. Daarentegen neemt slechts 30% wat ze op sociale media lezen zomaar voor waar. Op Facebook en Twitter staan we zelfs voortdurend klaar om fake news te spotten: de helft van de Belgen beweerde in dat onderzoek dat ze minstens één keer per week vals nieuws tegenkomen. Minder dan één op vijf Belgen durfde te bekennen dat ze ‘zelden of nooit’ fake news zien. We zijn dus wat aan het overreageren, maar dat is logisch na al die mediaaandacht voor deze problematiek.
Zijn we daardoor veilig voor boosaardige pogingen om ons te misleiden en te manipuleren? Toch wel een beetje, denk ik. Het zal een straffe moeten zijn die straks de Vlaamse gemeenteraadsverkiezingen vergiftigt met desinformatie, trollen en bots, zonder te worden betrapt en met pek en veren overgoten. Aan de andere kant: de verharding van het publieke debat lijkt voorlopig onomkeerbaar. Uitspraken die je twee jaar geleden alleen hoorde van anonieme trollen, zijn nu haast bon ton op Twitter en Facebook. Deels als gevolg van de verkiezing van Trump en het Brexitreferendum, trouwens.
En wat als de herrie over Russische trollen, Cambridge Analytica en Trump over enkele maanden of jaren wat is bekoeld? Laten we ons dan toch weer rollen? Misschien. Maar de trollen zullen met veel meer gesofisticeerde technieken voor de dag moeten komen. Zo naïef als vroeger worden we nooit meer. Dat is geen garantie dat we onze democratie ‘pro
per’ kunnen houden, maar het helpt.
Het zal een straffe moeten zijn die de gemeenteraadsverkiezingen vergiftigt met desinformatie, trollen en bots, zonder te worden betrapt en met pek en veren overgoten