Afwachten wat Europa zegt
De gedupeerde Arcocoöperanten moeten eind oktober een voorstel van gedeeltelijke compensatie in de bus krijgen. Toch springen ze beter geen gat in de lucht.
Hoe zit het ook alweer met Arco?
De Arcocoöperanten wachten al ja ren op hun geld. Toen de bank Dexia in 2011 omviel, verloren ook zij hun geld omdat de Arcovennootschappen verbonden aan de christelijke zuil, zwaar hadden geïnvesteerd in de bank en daardoor zelf overkop gingen.
Premier Yves Leterme (CD&V) verzekerde de Arcocoöperanten toen dat ze hun geld zouden terugkrijgen via een staatswaarborg, een belofte die hij had gedaan toen Dexia een eerste keer in moeilijkheden kwam. Hij zette Arco toen onder zware druk om extra te in vesteren in Dexia, om de bank overeind te houden. De Arcovennootschappen wilden dat alleen doen als de particuliere aandeelhouders een waarborg kregen zoals spaarders.
Maar die waarborgregeling schond de Grondwet en kwam neer op illegale staatssteun, oordeelden de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Sindsdien is de federale regering, en dan vooral CD&V, op zoek naar een plan B.
Wat ligt er nu op tafel?
De vergoeding voor de Arcocoöperanten is gekoppeld aan de beursgang van Belfius, en omgekeerd. Het akkoord dat de federale top heeft gesloten, houdt in dat Belfius voor 30 procent naar de beurs gaat. De opbrengst wordt gebruikt om de staatsschuld te verminderen.
Tegelijk wordt er een fonds opgericht van 600 miljoen euro om de 658.000 coöperanten te vergoeden. Met het geld kan 40 procent van de 1,5 miljard euro aan investeringen worden terugbetaald. Gedupeerden moeten daarvoor terechtkunnen bij een uniek contactpunt dat Belfius ten laatste tegen eind oktober zal opzetten.
De christelijke arbeidersbeweging draagt 35 miljoen bij. De vereffening van Arco levert nog 89 miljoen op. Belfius doet een commerciële geste van 50 miljoen euro. Het gros van het geld, 400 miljoen, is afkomstig van een dividend dat Belfius voor de beursgang stort aan de staat.
Alleen natuurlijke personen komen voor een vergoeding in aanmerking. De federale regering zal Europa wel informeren over dit akkoord, maar zal niet wachten op een voorafgaandelijke instemming om het uit te voeren.
Mogen de Arcocoöperanten nu een gat in de lucht springen?
Gedupeerde Arcocoöperanten den ken beter twee keer na voor ze begin nen te juichen. Om te beginnen is de ze regeling gekoppeld aan de beursgang van Belfius, en die is nog altijd niet helemaal geregeld. Er is in de fe derale regering geen akkoord om te verkopen, laat staan tegen welke prijs dat moet gebeuren. Sinds het voorjaar zijn de marktomstandigheden bovendien nog verslechterd.
Ook valt het af te wachten of dit akkoord de juridische toets doorstaat. Vicepremier Kris Peeters (CD&V) twij felt daar niet aan. ‘Er is geen sprake van staatssteun, we vergoeden alleen natuurlijke personen’, zegt hij. De federale regering beschikt over juridische adviezen die zeggen dat het kan, al bestaat daar geen honderd procent zekerheid over.
De vorige ervaringen met de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof van Justitie nopen tot voorzichtigheid. Ervan uitgaan dat het nietaanmelden van dit akkoord ook betekent dat Europa het niet zal bekijken, is nogal naïef. Europees commissaris voor Concurrentie Margrethe Vestager heeft al aangekondigd dat ze het zal bestuderen.
‘Ik ben er bijna zeker van dat dit voorstel op juridische obstakels zal stuiten’, zegt professor fiscaal recht Michel Maus. ‘Die arrogantie vandaag – “we doen dit en dan zien we later wel” – is een aanfluiting van de rechtsstaat.’
Zelfs als deze maatregel niet op bezwaren wegens illegale staatssteun stuit, is er nog altijd een mogelijke betwisting wegens discriminatie mogelijk. Waarom krijgen Arcoaandeelhouders een vergoeding en pakweg Fortisaandeelhouders niet? Dat zou in strijd kunnen zijn met het gelijkheidsbeginsel en aangevochten kunnen worden voor de Raad van State of het Grondwettelijk Hof.
Uiteraard wil de federale regering niets doen dat strijdig is met de rechtsregels. Uitsluitsel daarover volgt hoe dan ook pas na de parlementsverkiezingen van volgend jaar.
‘Die arrogantie – “we doen dit en zien later wel”
– is een aanfluiting van de rechtsstaat. Ik ben bijna zeker dat dit op juridische obstakels zal stuiten’
MICHEL MAUS Professor fiscaal recht
voert actie op de CD&Vnieuwjaarsreceptie in 2016.