‘Ik heb me in tijden niet zo heerlijk verveeld’
In Oostende hebben twee vrouwen en drie kinderen hun intrek genomen in een bunker. Ze willen opnieuw voelen wat je met ‘niks’ doet en lieten hun eten, spullen en stem zeven dagen thuis.
‘Vandaag ontvangen tussen 13u08 en 14u10: water, pijl en boog, wasmiddel, sla uit de tuin, kinderchampagne, muziekinstrument, zak vol koeken. Vandaag nog nodig: een massage.’ Een inventaris op de toegangspoort aan het bunkerhuis in Raversyde laat geen twijfel: eten en materiaal wordt hier vlot aangebracht. En daar hadden beeldend kunstenares Michelle Adriaense en documentairemaakster Lotte Stoops ook op gehoopt. Ze arriveerden hier afgelopen donderdag met hun kinderen. Ze namen enkel slaapmatjes, lakens en drinkwater mee en stuurden als experiment een oproep de wereld in: ‘wij hebben jullie nodig’. En die noodkreet werd gehoord: de 184 persoonlijk overhandigde giften staan met – gekregen – krijt genoteerd op de poort.
Even verderop zit Lotte dan toch te genieten van een massage, haar dochter Bess knipt intussen haar teennagels. ‘Thuis zou het er natuurlijk helemaal anders aan toe gaan,’ zegt Merel Vercoutere, artistiek coördinator van kunstencentrum Kaap. ‘Dan hebben ouders het vaak drukdrukdruk en ligt de focus van de kinderen ergens ter hoogte van een iPad.’ Vercoutere is tolk van dienst voor de zwijgende mama’s. Als sociaalartistiek experiment zwijgen zij immers zeven dagen lang – of toch tot 17 uur. Ondertussen noteren en documenteren ze alles. Het resultaat is vanaf dit weekend als onderdeel van de Un/settledexpo te bezichtigen in Raversyde.
Hun kinderen Adhemar, Bess en Rufus mogen wel heel de dag praten. ‘Mama kan me nu niet meer zeggen dat ik de afwas moet doen’, zegt Adhemar (14) grijnzend. Als een volleerde gids leidt hij een groep bezoekers rond in zijn tijdelijke, bescheiden onderkomen, waar tot voor kort nog krakers zaten.
Eenvoud = afhankelijkheid
Door eenvoud op te zoeken willen Adriaense en Stoops opnieuw voelen en tonen wat het is om afhankelijk te zijn: van de kinderen – in plaats van omgekeerd – en van wildvreemden. Daarnaast laten ze hun verbeelding weer spreken door met houtskool en gekregen stiften te tekenen op de muur.
Het experiment Niet op de route is het eerste artistieke luik van het persoonlijk project van Adriaense. ‘Mijn mama is geboren in Kinshasa, als dochter van diplomaten’, vertelt Adhemar. ‘Ze wil er met ons een film gaan draaien. Maar door de veiligheidssituatie is dat onmogelijk.’ Dus brengt ze de eenvoud die ze uit Afrika kent naar hier.
Toeristen drommen in bosjes samen en zijn onder de indruk van het experiment. Al weten ze niet wat eerst te tonen: respect of Lotte Stoops met Bess en Rufus. Michelle Adriaense met Adhemar.
‘Bezoekers nemen koeken mee voor de kinderen zonder stil te staan bij de verpakking.
Tot ze de berg plastiek zien’
medelijden, vooral voor de kinderen. ‘Maar dit experiment is eindig’, zegt Stoops – na 17 uur. Voor de familie vluchtelingen die hier zat, is het daarentegen een realiteit, waarvan de uitkomst een stuk uitzichtlozer is. Je ziet elke bezoeker dan ook een confrontatie aangaan met zichzelf. Ze nemen koeken mee voor de kinderen zonder stil te staan bij de verpakking. Tot ze de berg plastiek zien. We verzamelden hier op amper vijf dagen een beschamende overvloed. Ook dat is een bewustwordingsproces.’
Een ode aan het nietsdoen, daar komt hier dus helemaal niets van in huis. ‘Vijftien mensen ontvangen per dag, dat is hard labeur’, zegt Adriaense lachend. Peter van Straaten bedacht in dat kader een passend onderschrift bij een van zijn cartoons: ‘Ik heb me in tijden niet zo heerlijk verveeld.’ Zou dát de kunst zijn?
https://www.raversyde.be