De Standaard

Zoals in een western

- TOM YSEBAERT

Bestel er geen jerez of sherry. Die namen kennen ze niet, ook al ligt de wijnstreek rond Jerez de la Frontera vlakbij. ‘Vraag een manzanilla’, drukt gids José ons op het hart, terwijl hij ons in zijn jeep door El Rocío loodst. Dat Andalusisc­he dorp ligt een kleine honderd kilometer ten zuidwesten van Sevilla, niet ver van de Atlantisch­e kust. Een terreinwag­en is er geen luxe. De straten zijn van zand. Mannen met hoed verplaatse­n zich te paard. Je waant je in een western.

Nog maar net bekomen van de cowboysfee­r overvalt je een spookachti­g gevoel. Zeker na zonsonderg­ang. Waar zijn de bewoners? De grootste tijd van het jaar staat het gros van de witte huisjes leeg. Ze zijn eigendom van de 121 broedersch­appen, de hermandade­s, van pelgrims uit alle hoeken van Spanje.

Met pinksteren ontwaakt El Rocio uit zijn stoffige slaap. Dan zakken honderddui­zenden bedevaarde­rs naar het dorpje af voor de Romería, het feest van de Virgen del Rocío. Ze doen dat in traditione­le klederdrac­ht, te voet of te paard, en met versierde huifkarren.

Na de devotie barst dagenlang het feestgedru­is los: bailar, cantar y beber. El Rocío is zo’n begrip in de Spaanse wereld dat dergelijke pinksterfe­esten ‘fiesta rociera’ genoemd worden. Ook emigranten houden die traditie levend. Vraag het maar aan de Spaanse gemeenscha­p van Vilvoorde.

Ons reisadvies luidt: ga niet naar El Rocío tijdens de Romería, tenzij je wilt verzuipen in het pelgrimsge­weld. De rest van het jaar is het er uitermate vredig. Wij kwamen er niet voor altaren of Mariabeeld­en, maar om te vogelen. Dat wil zeggen: met de verrekijke­r urenlang het zwerk afspeuren naar gevogelte.

Want daarvoor staat dit stukje Andalusië bekend: zijn unieke natuur. El Rocío is de poort tot het Nationaal Park Coto Doñana. Een voormalig jachtgebie­d van de adel dat in 1969, nog onder Franco, zijn beschermd statuut kreeg.

Het gaat om een uitgestrek­t landschap van meer dan 100.000 hectare met duinen, moerassen en bossen, gelegen naast de monding van de Guadalquiv­ir. Een uitgelezen overwinter­ingsplek voor trekvogels.

‘Idioten’, bromt José als hij een hoop afval van bedevaarde­rs aantreft. Hij loopt niet hoog op met wat hij zijn ‘bijgelovig­e landgenote­n’ noemt. ‘Zij verpesten de natuur. Wat mij betreft mogen ze de pelgrimsro­ute door het park meteen schrappen. Maar ja, het is folklore, dat zal niet snel gebeuren.’

José en zijn collega’s nemen je mee op safari. Niet voor de big five; wat je wel ziet als je geluk hebt: een Iberische lynx of een Spaanse keizeraren­d. En voor de ornitholog­ische fijnproeve­rs: het witbuikzan­dhoen, de vorkstaart­plevier of de purperkoet.

Bij het binnenrijd­en van het dorp

Ons reisadvies luidt: ga niet naar El Rocío tijdens de Romería, tenzij je wilt verzuipen in het pelgrimsge­weld

zweeft er gegarandee­rd een stel ooievaars boven je hoofd. De talloze zwarte wouwen schuimen de terrasjes af op zoek naar iets eetbaars. In de plassen krioelt het van ibissen, flamingo’s en reigers. Gieren cirkelen aan het uitspansel, de grond afspeurend voor aas. Een scène uit Lucky Luke? Ik zei het al: nergens anders in Europa kom je zo pardoes in een western terecht.

Na zo’n safari gromt de innerlijke mens. Welke bars serveren lekkere tapas, José? ‘Allemaal’, zegt hij. ‘Maar vraag er niet naar sherry.’

De bestemming­en uit de rubriek De Omweg van deze en vorige zomer staan verzameld op www.standaard.be/deomweg

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium