Weg met saaie voortuinen
I Ook van voortuinen kun je leuke en avontuurlijke speelplekken maken. Zoals in het Gummarushof in Mechelen.
MECHELEN I Een echte voortuin kun je het niet noemen: de binnenplaats van het cohousingproject Gummarushof houdt het midden tussen een werf en een overwoekerde speelplaats. De vroegere jongens en meisjesscholen en de oude Gummaruskerk die het terrein omzomen, worden in de nabije toekomst omgevormd tot 23 woonunits.
Daar zullen – samen met hun ouders – acht kinderen komen wonen. Andere bewoners hebben kleinkinderen. Enkelen onder hen waren gisteren met veel goesting aan de slag met verf, stokken, touw, aarde en wat zich nog meer aandiende.
Vuile vegen
‘Kijk, hoe vuil mijn handen zijn’, zegt Arthur (5) tegen zijn oma, Ria Publie. ‘Die wassen we straks wel.’ Er zal een flinke wasbeurt aan te pas komen, want ook zijn gezicht en benen zitten vol vuile vegen. ‘De kinderen vinden het hier heerlijk’, weet Ria.
Een grotere jongen staat een put uit te graven: ‘Als hij af is, kunnen we er een zeil in leggen en doen we er water in.’
De put is eigenlijk bedoeld om samen met de opgehoopte aarde een voldoende hoge helling te maken waartegen de glijbaan kan leunen. Dat is zo bedacht op een eerste van drie bijeenkomsten van de bewoners, inclusief de kinderen, met het actie en onderzoekscentrum Kind en Samenleving en de jonge vzw Speelmakers.
‘Als de buurt speelvriendelijker en avontuurlijker wordt gemaakt, hebben kinderen ook sneller zin om buiten te spelen. Dat is wat we met deze projecten willen stimuleren’, zegt Sabine Miedema van Kind en Samenleving. De organisatie heeft veel ervaring met participatie van kinderen aan wijkontwerpen. Amke Bailleul van Speelmakers is erbij voor de kleine, toffe ideeën die spelen nog leuker maken. ‘Ik heb verf meegebracht. De waterbaan die we maandag hebben geïnstalleerd met plastic flessen, gaan we straks uittesten met knikkers. Aan ideeën geen gebrek’, zegt Bailleul. ‘Aan uitvoerders gelukkig ook niet.’
Ze wijst naar Gudrun Galle (28), een van de pioniers van dit cohousingproject, die even het graafwerk heeft overgenomen. Galle komt hier met haar partner wonen. Ze hebben geen kinderen, maar dat kan nog veranderen. ‘Ik ben leerkracht en ben dol op knutselen en creatief zijn, en ook op tuinieren. Ik vind het heerlijk dat we dit samen kunnen doen. We hadden al veel nagedacht over het gebruik van alle gemeenschappelijke ruimtes, maar de kinderen brachten toch nog nieuwe ideeën aan.’
‘Als de buurt
speelvriendelijker en avontuurlijker wordt gemaakt, hebben kinderen ook sneller zin om buiten te spelen’
SABINE MIEDEMA
Kind en Samenleving
Deathride
Het opvallendste idee kwam van Laura (13). Zij wilde graag een deathride installeren. De bewonersgroep heeft alvast een twee dehandse speeltoren gekocht. Kind en Samenleving beschikt dankzij een Nederlandse stichting over een budget om Mechelen en een gelijkaardig project in Wilsele te ondersteunen. Voor Wilsele werd een hangmat aangekocht. Het Gummarushof zal de deathride krijgen.
Bailleul wil straks nog een minideathride bouwen voor kleine poppetjes. ‘Zo kunnen de jonge kinderen zich beter voorstellen wat er straks komt. Bovendien is het leuk. Ik hoop de bewoners zo veel mogelijk gestimuleerd te hebben om straks zelf creatief te zijn.’
De cohousingspeeltuin zal op termijn worden opengesteld voor kinderen uit de buurt – maar niet elke dag. Alleen bij bijzondere gelegenheden. ‘Voor ons is dat wel belangrijk’, zegt Miedema. ‘Maar we snappen dat bewoners ook gesteld zijn op hun privacy. Het blijft zoeken naar evenwicht daarin.’ met hout, touw en wat nog meer.