Een reisboek voor al uw (be)stemmingen
Reizen veranderen ons, boeken doen dat ook. Gaat u op pad om te leren, om uzelf te vinden of om uw grenzen te verleggen? Bent u onderweg vooral levensgenieter, antropoloog of buitenmens? Voor ieder van u hebben we een reisboek.
1. Voor de hedonist Reizen is het leven vieren
Voor de hedonist is reizen vooral een manier om uit de dagelijkse sleur te breken en te genieten: meer te picknicken, meer te vrijen, meer te proeven, meer te vieren, of dat nu in de Provence is, op Ibiza of in Argentinië. Onze tip:
De autonauten van de kosmosnelweg
van Julio Cortázar en Carol Dunlop. In een volkswagenbusje verkent het echtpaar DunlopCortázar de Autoroute du Soleil tussen Parijs en Marseille en alle parkeerplaatsen onderweg, 65 stuks in totaal, twee per dag. Ze zijn dan allebei al terminaal ziek, kort erna zullen ze sterven. Maar een rouwstoet of een antireisverhaal is dit boek geenszins, wel integendeel.
Vanuit hun rode Volkswagen Camper en hun gebloemde kampeerstoelen kijken Cortázar en Dunlop met antropologische maar milde verwondering naar hun curieuze medemens, de automobilist. Ze hoeven nergens te zijn, haast en spoed zijn uit den boze. Ze aanvaarden dat het onderweg zijn minstens zo cruciaal is als de bestemming. Een prachtige ode aan het vloeibare, altijd reizende leven en een tragikomische romcom vol licht en verlangen. En ook:
Een hedonist in de kelder. Verhalen over wijn van Jay McInerney. Reizen om wijn te proeven: McInerney weet het enthousiasmerend op te tekenen.
2. Voor de historicus Op zoek naar sporen van het verleden
Als geschiedenisliefhebber reis je om de sporen te zien van historische gebeurtenissen, bewijzen van beschaving of net van verwoestingsdrang. Je schuwt musea noch kerkhoven. Onze tip:
De ontdekking van Frankrijk van Graham Robb. Een Britse schrijver, biograaf van Victor Hugo, Arthur Rimbaud en Honoré de Balzac, fietst Frankrijk door en laat zien dat de culturele hegemonie van Parijs maar van heel recente datum is.
Die centralisering verliep niet zonder slag of stoot. Robb vertelt het bloedstollende verhaal van een goedmenende landmeter die in de Ardèche door boeren doodgeslagen werd. Als je nu op het verschroeide Franse platteland rondstruint, kun je je moeilijk van het beeld ontdoen dat het door Parijs wordt leeggezogen. Robb kan als geen ander die geschiedenis vertellen. Geweldig geschreven, volstrekt origineel, en het legt het land bloot in heel zijn diversiteit. En ook:
Smalle paden van Julia Blackburn: een reisverhaal, een meditatieoefening en een autobiografie vol oude Italianen.
Het andere Parijs. Reis naar een verdwenen stad van Luc Sante: een enthousiasmerend portret van de lichtstad, met een voorliefde voor haar onderbuik en armoezaaiers.
3. Voor de zoeker De echte bestemming, dat ben je zelf
Reizen is geen jaarlijkse routine, maar een zoektocht naar je kern. Je reist om je scheiding te verwerken, om je genezing te vieren, om je energie terug te vinden; je reist om het ene hoofdstuk af te sluiten en het volgende aan te zetten. Onze tip:
Zes maanden in de Siberische wouden
van Sylvain Tesson. Je moet een keikop zijn en diep zitten of verslaafd zijn aan drank en avontuur – of dat alles samen, zoals mogelijk hier het geval is – om vrijwillig in een kluizenaarshok op de Siberische taiga te gaan zitten. Geen idee of dit blokhut en berenverhaal de kern van Rusland blootlegt, maar Tesson doet alleszins het vuile wodkawerk voor u.
Bovendien gaat dit boek maar een beetje over Rusland, en vooral over de uit het paradijs verdreven moderne mens, die niet kan omgaan met de drukte die hij over zichzelf heeft afgeroepen. Dan biedt zo’n bevroren Bajkalmeer, voor wie ermee kan omgaan, een lafenis, een herstel, een blank canvas dat alles kan bevatten wat je maar wilt worden, later, als je groot bent. En ook:
Wild. Jezelf verliezen, jezelf terugvinden en een voettocht van ruim 1.700 kilometer van Cheryl Strayed: Strayed liep haar voeten kapot op de Pacific Crest Trail, die zich uitstrekt van Mexico tot Canada, om haar demonen te bezweren.
De Sneeuwluipaard van Peter Matthiessen: een klassieker uit 1973, over een expeditie door de Himalaya naar de afgelegen Dolporegio in Nepal.
4. Voor de avonturier Geen beer op de weg is te groot
Als grensverlegger stel je jezelf een buitengewone uitdaging wanneer je op reis gaat: een top beklimmen, de wereld rond fietsen, een bijna uitgestorven vogel fotograferen. Onze tip:
Storm van Redmond O’Hanlon. O’Hanlon schreef veel fantastische reisverhalen, over Congo, de Amazone, Borneo, maar dit is wellicht zijn beste boek. Over Darwin weet de man met de sympathieke bakkebaarden alles te vertellen, maar als reiziger is hij veeleer ongeschikt, want een onhandige verpersoonlijking van een negentiendeeeuwse leeslampwetenschapper. Hij laat het niet aan zijn hart komen: geen ramp, geen beer op de weg is tegen zoveel goede luim bestand.
In Storm word je mee zeeziek op een Schotse trawler, de enige die nog bij windkracht tien uitvaart. Het is de claustrofobie van Das Boot gecombineerd met de waanzin van Alien. O’Hanlon is een man tegen de elementen, een man tegen de vissen, een man tegen de vissers. De man verliest. Niet voor gevoelige magen. En ook:
Grenzeloos vogels kijken van Noah Strycker. Strycker reisde door 41 landen om het wereldrecord ‘vogelsoorten spotten in één jaar’ te verbreken. Aanstekelijk.
5. Voor de doler Vakantie is altijd een beetje zwerven
Je reist om jezelf te verliezen, zonder strakke plannen. Onderweg zijn is belangrijker dan aankomen. Je wilt flaneren in steden, je neus achterna lopen, de woestijn in trekken, als je maar kunt opgaan in de omgeving. Onze tip:
De wegen van de wereld van Nicolas Bouvier. Het is 1953, Bouvier en zijn vriend, tekenaar Thierry Vernet, stappen in Genève hun Fiat Topolino in en rijden via Turkije, Iran, Pakistan en de Khyberpas naar India. Het boek met het verslag van deze dwaaltocht zou overal in de westerse wereld naïeve jongetjes van hun liefhebbende moeders en tirannieke vaders losweken en zo de hippiebeweging mee aanvuren. Reisromantiek met sitar, poëzie en oranje bloemen. En ook:
Vreemdeling in een trein en Schaatsen naar Antarctica van Jenny Diski: reizen om leegte te vinden.
6. Voor de buitenmens Thuiskomen in de natuur
Als buitenmens leef je op als je het gras onder je voeten voelt, het bos hoort ritselen en tijd vindt om de natuur te bestuderen. En je keert met hangende pootjes terug naar de snelweg en de stad. Onze tip:
Naar de rivier van Olivia Laing. Na een pijnlijke relatiebreuk maakt Laing een tocht van bron naar monding langs haar geliefde rivier, de Ouse in Sussex – waarin Virginia Woolf verdronk in 1941. Dit melancholische boek is een schitterend geschreven beschouwing over de rol van rivieren in leven en literatuur, een reflectie over natuur, eenzaamheid en verlangen, de zichtbaarheid van de geschiedenis in het landschap. En ook:
Een onvoltooide reis van Patrick Leigh Fermor. Op zijn achttiende trok Leigh Fermor van Nederland te voet naar Konstantinopel. Dit is het derde (deels door Colin Thubron afgewerkte) deel van het verslag van die trektocht.
De vliegenval, van Frederik Sjöberg, of hoe je door de facetogen van een zweefvlieg een grotere filosofische waarheid en schoonheid kunt ontwaren.
Pelgrim langs Tinker Creek van Annie Dillard. Wandelingen door het bos, heel precies en zintuiglijk geformuleerd.
7. Voor de antropoloog Onderduiken in andere culturen
Je gaat op reis om mensen te observeren die volledig anders leven dan jij, schuwt de cultuurschok niet, hoopt contacten te leggen, de authentieke armemensenkeuken te proeven, bij locals te logeren. Onze tip:
De weg naar Little Dribbling van Bill Bryson. Een Amerikaan in en over het perfide Albion, mopperend maar o zo amusant. Bryson bezoekt musea, grasvelden, kustplaatsen, treinstations, theehuizen, monumenten en uiteraard pubs. Hij volgt daarbij de zelf bedachte ‘Brysonlijn’, van Bognor Regis in het Engelse zuiden tot Cape Wrath in het Schotse noorden, met veel terzijdes oost en westwaarts.
In het Verenigd Koninkrijk van Bryson zijn de inwoners niet zelden onbehouwen minkukels. Verdwenen is de hoffelijkheid zo eigen aan het land, wat
Bryson hartsgrondig betreurt. Zijn kijk op die eeuwig vreemde Britten is genadeloos. Met zijn neus voor het excentrieke en de excentriekeling levert hij opnieuw, zoals in Een klein eiland van twintig jaar daarvoor, een trifle van lekkere verhalen af. En ook:
De vrucht van hun arbeid van John Berger. Een reis naar het aardappelveld, want de dichtste natuur in Europa wordt bestierd door de boer. Het platteland als een bijna verdwenen levenswijze.
Eskimoland van Niko Tinbergen. Een jongensboek vol verwondering en respect voor een vreemde cultuur, een schoolvoorbeeld van het oordeelloze kijken.
MORGEN:
De refuge van architect Wim Cuyvers.