Last not least
Normaal steelt Tony moeiteloos de show, Tony Asserati, beter bekend als Standing male nude (1935). Wat een lijf. Het staat naakt op de ezel in het atelier in Charleston. Het portret ten voeten uit is geschilderd door Duncan Grant, een van de beeldende kunstenaars van de Bloomsburygroep, waarvan ook schrijfster Virginia Woolf deel uitmaakte. Charleston is de ‘boerderij’ in Sussex waar ze nu bijna honderd jaar geleden hun zalige bohémienparadijs inrichtten.
Rond haar 97ste verjaardag publiceerde The Guardian een foto van Anne Olivier Bell. Ze had postgevat in het atelier in het kunstenaarshuis, dat mede dankzij haar inzet gered en opengesteld is. Het is een wonderlijk beeld. De oude dame zet Tony in de schaduw, met al haar kleren aan, en met een stralende naturel. Ze imiteert zonder overacting de pose van het schildersmodel. In haar hand haar wandelstok. Het bijbehorende krantenartikel had een in memoriam kunnen zijn.
Het was voorbarig. Pas vorige week kwam het nieuws van haar dood. Ze is 102 geworden. Ze was de laatste, dat mag je wel zeggen. De laatste die nog nauwe banden had met de kern van de Bloomsburygroep – ze trouwde met Quentin Bell, de zoon van Woolfs zus, die in Charleston opgroeide. Ze was ook de laatste Britse overlevende van de Monuments Men, het groepje kunstkenners dat in 1945 in het zog van de oprukkende geallieerde troepen onderzoek deed naar de Europese kunstschatten die de nazi’s hadden geroofd. Pas enkele jaren geleden kwam er erkenning voor dat pionierswerk. George Clooney zag er brood in en verfilmde het waargebeurde verhaal – Anne Olivier Bell mocht op de Londense première in 2014 op de foto met de Nespressoman. Zelfs in een rolstoel kon ze zijn show op de rode loper nog stelen. ‘Ik ben heel blij u te zien, maar ik moet bekennen dat ik niet echt weet wie u bent.’
Zo gepresenteerd klinkt haar leven spectaculair en flamboyant, maar haar grootste claim to fame is vijfentwintig jaar monnikenwerk. Anne Olivier Bell is de bezorgster van de vijfdelige uitgave van Virginia Woolfs dagboeken. Met geduldig transcriberen van Woolfs spichtige handschrift, annoteren en steeds weer controleren maakte ze een meesterwerk van honderden bladzijden, een monument, voor iedereen beschikbaar. Als een vroedvrouw.
Virginia Woolf overleed voor ‘Olivier’ in de familie trouwde. Ze zag de schrijfster één keer, van ver op een feestje. ‘Ik zou ze niet hebben durven aan te spreken’, vertelde ze veel later. Ik durf dat te betwijfelen. Hoewel. Ik ken het gevoel. Ik durfde Anne Olivier Bell niet aan te spreken. Ik was student en ‘woolfomaan’ en mocht op bezoek bij haar. Het was einde jaren 80. Charleston was klaar om zijn eerste bezoekers te ontvangen. Tony stond op zijn ezel en mocht voortaan de show stelen. Maar zij, zij straalde, net als op de foto in The Guardian. Ze ontwapende mij. Het is nog een fijn gesprek geworden.
De oude dame zet Tony in de schaduw, met al haar kleren aan, en met een naturel dat straalt