Bouwers van luchtkastelen
Het is juli 1996. De Mannschaft heeft net het EK gewonnen en ik maak de opening mee van het Zeppelinmuseum in Friedrichshafen, aan de Duitse Rivièra. Dat klinkt een beetje als de Belgische Alpen, maar naar verluidt is het aan de Bodensee – wat toch niet zo romantisch klinkt als Lake Constance – wel degelijk zonniger en warmer dan elders in Duitsland.
De Duitsers hebben net de Tsjechen verslagen en zo Europa veroverd. De dag dat het Duitse volk zijn helden in triomf thuis onthaalt, klim ik de aluminium trapladder op naar het ruime Bdek van de LZ 129 Hindenburg. Aan de sierlijke, lichte tafeltjes op het artdecopromenadedek bekijken mensen ontspannen de menukaart. De slaapcabines zijn klein, met opklapbare wastafeltjes. De radiokamer van de Funker is functioneel, maar gedateerd.
De replica van de 33 meter lange gondel van de Hindenburg, het beroemdste en meest tragische luchtschip ooit, is een van de publiekstrekkers in het voormalige Hafenbahnhof. Tot 1976 reden er treinen over het water, recht de ferry op richting Zwitserland. Het station werd na de oorlog in zijn oorspronkelijke Bauhausstijl heropgebouwd en is vandaag een museum voor Technik und Kunst, het enige in zijn soort in Duitsland. Niet alleen het grootse verleden van de zeppelins komt er ruim aan bod, ook is er plaats voor beeldende kunst die niet per se met de luchtscheepvaart te maken heeft. Je ziet er ZuidDuitse meesters van de middeleeuwen tot de door de nazi’s gebannen Entartete Kunst.
In volle nazitijd bezegelde de fatale brand van de Hindenburg in 1937 het lot van de zeppelin, een patroniem naar Ferdinand von Zeppelin: de graafgeneraal kreeg het idee luchtschepen te bouwen nadat hij immobiele observatieballons had gezien tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Niettemin bestaat de GmbH Zeppelin nog altijd. Het doet wereldwijd iets technisch met bouwmachines. En het bouwt opnieuw zeppelins! Die vliegen op helium in plaats van op het brandbare waterstof. Het aantal afgewerkte zeppelins NT (Neue Techno logie) is weliswaar beperkt, amper zes. Allicht is ook het aantal afnemers beperkt. Het nieuwe luchtschip komt schijnbaar maar niet van de grond.
En als het dat wel doet, wordt het vooral toeristisch en publicitair ingezet. Zo deed een NT107 ‘flightseeing’tours boven San Francisco. Al na vier jaar was de boel failliet en kreeg Zeppelin zijn luchtschip retour gestuurd. Gedemonteerd. De Truiense reispromotor WillyPaul Carlier verzekerde me destijds nochtans dat luxueuze, panoramische reizen met zeppelins een trend zouden worden. Als zaakvoerder van De Blauwe Vogel moet hij toch een neus gehad hebben voor vliegreizen.
In tijden waarin vliegen vooral snel en goedkoop moet, is de Luxusliner der Lüfte echter niet opgewassen tegen de concurrentie. Met gondels voor amper een tiental passagiers halen de huidige luchtschepen ook niet de volumes van luchtpaleizen als de Hindenburg, die 97 opvarenden had. Ze zijn vooralsnog luchtkastelen gebleken.
Behalve een heteluchtballonreis door het stille zwerk is het Zeppelinmuseum het enige valabele alternatief voor de vliegendesigarenliefhebber. Nostalgisch zwijmelend bij het Zeppelinporselein, briefkaarten, instrumenten of andere van de 6.000 objecten tellende verzameling kan hij wegdromen van een tijd toen reizen nog een onderneming was en de Bodensee niet binnen een dag over de Autobahn bereikbaar was. Toen reizen geen f***ing ongemak, maar Ferien was.
De bestemmingen uit de rubriek ‘De omweg’ van deze en vorige zomer staan op www.standaard.be/omweg
De replica van de gondel van de Hindenburg is een van de publiekstrekkers