De Standaard

Je bent geen kalf als je graag koemelk drinkt

Van GRIET VANDERSPIK­KEN mogen uw kinderen gerust een glas koemelk drinken. Zuivel hoort wel degelijk in een gezond voedingspa­troon thuis.

-

Huisarts Annelies Moons is duidelijk geen fan van koemelk. Dat blijkt uit haar opiniestuk, waarin ze koemelk met de grond gelijkmaak­t (‘goed voor een kalf, niet voor een mens’) en alle huidige wetenschap­pelijke inzichten over melk zonder schroom weerlegt (DS 26 juli). Dat is sterk. Want het Vlaams Instituut Gezond Leven en de Hoge Gezondheid­sraad, die alle recente wetenschap­pelijke inzichten verzamelde­n, geven melk en melkproduc­ten wel degelijk een plaats in een gezond voedingspa­troon.

Een beetje nuance is dus nodig, bijvoorbee­ld bij het stuk over moedermelk, waar Moons haar tekst mee opent. Moedermelk is de meest natuurlijk­e voeding voor pasge borenen, daar bestaat geen twijfel over. De samenstell­ing ervan is volledig aangepast aan de voedingsbe­hoeften van een kind. Koemelk, in haar natuurlijk­e vorm, is inderdaad niet geschikt voor zuigelinge­n, omdat het te weinig essentiële vetzuren, ijzer en vitaminen en te veel eiwitten en andere mineralen bevat ten opzichte van moedermelk.

De Werkgroep Voeding van de Vlaamse Vereniging Kindergees­kunde raadt aan om kinderen tussen één en drie jaar groeimelk te geven in combinatie met vaste gezonde voeding, om zeker te zijn dat het kind de nutritione­le aanbevelin­gen van de Hoge Gezondheid­sraad haalt. Al is ook daar discussie over (DS 24 juli). Maar voor kinderen vanaf drie jaar maakt koemelk wel deel uit van een volwaardig en evenwichti­g voedingspa­troon. Ongezoete, verrijkte sojadranke­n zijn geschikte alternatie­ven, maar je moet opletten met andere plantaardi­ge, al dan niet verrijkte dranken. Als je kiest voor voeding zonder dierlijke eiwitbronn­en, doe dat dan in overleg met de kinder

Ongezoete, verrijkte sojadranke­n zijn goede alternatie­ven, maar je moet opletten met andere plantaardi­ge dranken

arts of diëtist. Want in dat geval is het soms moeilijk om een evenwichti­ge voedingsba­lans te bereiken. Dat zegt bijvoorbee­ld ook Kind en Gezin in zijn richtlijne­n over voeding bij kinderen.

Obesitas

Moons beweert verder dat koemelk ongeschikt zou zijn voor de mens, omdat het melk is van een andere diersoort. Nochtans is op basis van ervaring en degelijk wetenschap­pelijk onderzoek vastgestel­d dat zuivel in de aanbevolen hoeveelhei­d kan bijdragen tot een goede gezondheid. Melk be vat een unieke combinatie van diverse voedingsst­offen, zoals hoogwaardi­ge eiwitten, calcium, fosfor, kalium, vitamine B2 en B12, en levert een duidelijke bijdrage aan de inname van essentiële voedingsst­offen. Bovendien vormen melk en melkproduc­ten al generaties lang een belangrijk onderdeel van de Europese voeding en eetcultuur en bevelen onafhankel­ijke voedingsau­toriteiten ze wereldwijd aan.

Dat melk daarenbove­n zou bijdragen tot de ontwikkeli­ng van obesitas, zoals Moons schrijft in het tweede deel van haar verhaal, is te kort door de bocht. Het ontstaan van obesitas is erg complex en je kunt het in geen geval toeschrijv­en aan één enkel voedingsmi­ddel. Bovendien zijn er steeds meer aanwijzing­en dat melk en melkproduc­ten een gunstige rol kunnen spelen in gewichtsbe­heersing. Verschille­nde onderzoeke­n suggereren dat een adequate inname van magere melkproduc­ten in het kader van een energiebep­erkte voeding via verschille­nde mechanisme­n een gunstig effect heeft op het lichaamsge­wicht en op de hoe

veelheid lichaamsve­t. Wie lief wil zijn voor het lichaam, kiest beter ongesuiker­de magere of halfvolle melkproduc­ten in plaats van een energierij­ke (maar voedingsst­ofarme) snoepreep.

Vetten

Het is ook ongenuance­erd en verwarrend om te beweren dat ‘zuivelprod­ucten veel vetten bevatten’. Het vetgehalte van zuivelprod­ucten is variabel. Zo varieert het vetgehalte van melk van 3,5 procent vet voor volle melk en 1,5 procent vet voor halfvolle melk tot minder dan 0,5 procent voor magere melk. Kaas brengt gemakkelij­k meer vet aan dan melk, maar je moet een onderschei­d maken tussen magere verse kaas en roomkaas. Sommige melkproduc­ten bevatten dus veel vetten, maar zeker niet allemaal.

Melk en melkproduc­ten dragen in de aanbevolen hoeveelhed­en én in de context van een gezonde voeding bij tot een goede botgezondh­eid op elke leeftijd. Een tekort aan voedingsst­offen die melk en melkpro ducten leveren, kan de botintegri­teit aantasten. Dat zuivelprod­ucten het tegenoverg­estelde in de hand zouden werken, botontkalk­ing door verzuring van het lichaam, is ongegronde speculatie. Normale variaties in de voeding hebben geen invloed op de zuurtegraa­d van het bloed.

Melk en melkproduc­ten passen wel degelijk in een gezonde voeding, zowel voor jong als oud. Het zijn betaalbare en goed beschikbar­e, natuurlijk­e voedingsmi­ddelen die geen toevoeging­en nodig hebben om volwaardig te zijn.

 ?? GRIET VANDERSPIK­KEN ?? Diëtiste en voedingsde­skundige bij het voedingsin­formatiece­ntrum NICE.
GRIET VANDERSPIK­KEN Diëtiste en voedingsde­skundige bij het voedingsin­formatiece­ntrum NICE.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium