Van bolleboos tot zondebok
Nooit eerder stond het Monitoringcomité zo in de schijnwerpers. Eerst was er sprake van politieke druk, daarna van de afschaffing van het comité. Legt de regering zijn begrotingswaakhond aan de leiband? En wie zijn die hoge ambtenaren die ’s lands financiële huishouding in het gareel moeten houden?
BRUSSEL I De begroting mag dan een doodserieuze zaak zijn, de vergaderingen van het Monitoringcomité verlopen naar verluidt in een hartelijke sfeer. Hartelijk, maar efficiënt. Minstens vier van de zeven topambtenaren rond de tafel behoorden tot het netwerkDehaene. Maar eigenlijk kennen ze elkaar allemaal al lang: het zijn stuk voor stuk vijftigers en zestigers die al jaren meedraaien aan de top van het ambtenarenapparaat. ‘Het zijn overheidsmanagers die zo goed zijn in wat ze doen omdat ze blijven wat ze zijn: civil servants’, zegt een oudgediende trots.
De zeven leden van het Monitoringcomité zijn de hoofden van de belangrijkste ‘uitgavendepartementen’ en sociale parastatalen. Dat heeft de regeringLeterme zo bepaald in 2010, toen het Monitoringcomité – aanvankelijk tijdelijk – in het leven werd geroepen tijdens de periode van lopende zaken. Zijn taak? De inkomsten en uitgaven controleren en vooruitzichten formuleren. Het gaat om Alfons Boon (FOD Budget en Beheerscontrole), Hans D’Hondt (FOD Financiën), Frank Van Massenhove (FOD Sociale Zekerheid), Koen Snyders (Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid), Jo De Cock (Riziv), Anne Vanderstappen (Sociale Zekerheid Zelfstandige Ondernemers) en Pierre Reynders (Inspectie van Financiën).
Ze komen niet altijd in eigen persoon naar de bijeenkomsten. Zo sturen D’Hondt en Van Massenhove dikwijls een technisch expert. Doorgaans treden de leden niet naar buiten, de column van Frank Van Massenhove vandaag in De Tijd is uitzonderlijk.
‘Ook vanuit de KamercommissieFinanciën hebben we geen contact met het Monitoringcomité’, vertelt voorzitter Eric Van Rompuy (CD&V). ‘Voor velen van ons was de hoorzitting met Alfons Boon een eerste kennismaking.’
Opvallend: op Vanderstappen na zijn de leden stuk voor stuk voormalige cabinetards. Boon, die een Open VLDetiket heeft, was jarenlang kabinetschef van Patrick Dewael toen die Vlaams ministerpresident was. D’Hondt komt van bij Yves Leterme (CD&V) en raakte bij het grote publiek bekend als spilfiguur in de ‘Fortisgate’ eind 2008. Van Massenhove diende minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP.A) tijdens de paarsgroene regering, Reynders was begin jaren ‘90 kabinetschef begroting bij Herman Van Rompuy (CD&V) en voerde in die functie een indrukwekkend besparingsbeleid. Rizivtopman Jo De Cock adviseerde zowel Martens als Dehaene en scheert hoge toppen in elke powerlist van de sociale zekerheid. Koen Snyders was twintig jaar lang burgemeester van Edegem en adviseerde op zijn beurt meerdere CVPministers. En ook Anne Vanderstappen komt uit een christendemocratisch milieu: zij was aan de slag bij Unizo voor ze topvrouw van de RSZV werd. Geen apparatsjik, maar evenmin apolitiek.
De clash
‘Net omdat we ambtenaren zijn, komen we doorgaans snel tot een consensus als er een discussie ontstaat’, vertelt een van de leden. ‘We streven naar een coherent geheel, naar een objectief en toetsbaar cijfer. Nadien is het aan de regering: wat zij met dat cijfer doet, dat is haar probleem.’
Een en ander maakt het des te vreemder dat de laatste vergadering niet voerde naar een consensus maar naar een clash. De grootste twistappel was een extra tekort in de gezondheidszorg van 503 miljoen euro. Dat tekort bleek uit een technische raming die op het einde van de rit op tafel kwam. Volgens de ‘financiële kant’ van de tafel moest met dat bedrag geen rekening gehouden worden omdat ‘de bevoegde minister (Maggie De Block, red.) de nodige maatregelen zal nemen, zoals afgesproken tijdens het conclaaf van oktober 2014’. Maar daar was de ‘socialezekerheidskant’ van de tafel het niet mee eens. Zij vonden dat de totaalinspanning met (minstens) 503 miljoen verhoogd moest worden.
Voorzitter Alfons Boon trok het laken naar zich toe en besliste dat er vastgehouden zou worden aan de 2,66 miljard euro, met vermelding van de dissident opinion (zie tijdlijn). ‘Onnodig’, vonden sommigen. ‘Een opsmukoperatie’, zeiden anderen. Boon onderschatte allicht het sneeuwbaleffect dat zijn beslissing zou creëren.
‘Uit het rapport blijkt duidelijk dat de
‘Zes maanden voor mijn pensioen laat ik mij niet in een hoek duwen. Ik heb mijn hele leven ministers gediend van alle partijen, van ’s morgens tot ’s nachts. En ik zal dat blijven doen’
ALFONS BOON
Voorzitter Monitoringcomité