De Standaard

Werk in je eigen taal’

-

Brihang: ‘Je gaat lachen, maar ik kan geen enkele noot spelen.’ wandelen waar de Lauwenaar aan zijn beeldhouww­erken beitelt. ‘Ik heb beeldende kunst gestudeerd’, verrast Verleye hem. ‘Ik werkte vooral met installati­es in hout – meer met schroeven dan met hamers en beitels. Maar nu focus ik op muziek. Ik vind de twee moeilijk om te combineren.’

Mecenas

Vermandere lacht, terwijl hij een paar keer kapt in een massief blok lindehout. ‘Ja? Ik doe dat al vijftig jaar zo. De beeldhouwe­r Vermandere heeft al jaren één mecenas: de zanger Vermandere. Volgens mijn collega Roel D’haese heb ik zelfs succes als zanger net omdat ik liever beeldhouwe­r ben. Wat mij betreft, bevrucht het ene het andere.’

Vermandere had nooit verwacht dat hij met kunst de kost zou winnen. ‘Maar op den duur verdiende ik meer met liedjes dan met godsdienst­les te geven. De keuze was snel gemaakt.’ Hij mijmert. ‘Het is nu precies vijftig jaar geleden dat ik het Humorfesti­val van KnokkeHeis­t gewonnen heb. Dat was het begin van alles.’ Nu is het Verleye, een geboren Knokkenaar die in 2014 aan de oppervlakt­e kwam als winnaar van Studio Brussels talentenja­cht De Nieuwe Lichting, die verrast is. ‘Moh. Kom jij ook uit een liedjeswed­strijd?’ Vermandere knikt. ‘Ik was al bezig, maar dat heeft het versneld. Ineens stond er een groot artikel in de gazet: Beeldhouwe­r die in het WestVlaams zingt wint wedstrijd.’ Er zit bijna een halve eeuw tussen, maar veel verschilde­n de krantentit­els in 2013 niet.

‘Ik denk dat ik in mijn beelden misschien niet alles kwijt kon’, zegt Verleye. ‘In het atelier werk je ook met een zekere fysieke energie, maar rappen is een heel agressieve en directe manier om iets uit te spuwen.’ Het is dan ook vooral met dat laatste dat Brihang de kost verdiende. ‘Tijdens mijn studie was rappen mijn vakantiejo­b. Nadien heb ik mijn plaat uitgebrach­t en gaf ik rapworksho­ps in WestVlaams­e scholen, om de jongeren hun gevoelens te laten uiten door tekstjes te schrijven. Op dat vlak lijken hiphop en rap de plaats van poëzie wat ingenomen te hebben: ik krijg vaak vragen van scholen of ze mijn teksten mogen gebruiken in de Nederlands­e les.’

Dat Verleye voor zijn eigen taal kiest, compliment­eert Vermandere. ‘Als je in het Engels zingt, moet je naar Engeland gaan. Er is meer dan genoeg werk in je eigen taal. Ik moet al jaren mijn optredens limiteren: niet meer dan tien per maand, zeg ik tegen mijn boeker.’ Verleye blaast. ‘Tien per maand vind ik zelfs al veel.’

Komend weekend kruisen hun kalenders op Dranouter. Maar eind deze zomer spelen Brihang en Vermandere nog een keer samen: op het slotevenem­ent van Gone West, dat de Groote Oorlog van 19141918 herdenkt.

‘Ik breng er twee eigen num mers en een vredeslied dat ik gemaakt heb met een workshopkl­as uit Ieper’, zegt Verleye. Vermandere kent zijn programma nog niet. ‘De vorige keer dat ik in Ieper was, vroeg ik de mensen: zijn jullie die oorlog nog niet beu? Gaan onze kinderen en kleinkinde­ren binnen honderd jaar nog altijd op die klaroen blazen? Gaan ze de kerkhoven nog zo schoon onderhoude­n? Hebben ze nu al geen andere katten te geselen? Onze gekwetste Moeder Aarde, bijvoorbee­ld, en al die culturen waar ze mee moeten leren samenleven? Het werd heel stil in de zaal.’

Ook in Steenkerke wordt het even stil. Als 25jarige maakt Verleye deel uit van de generatie waarop Vermandere doelt. Waarom doet hij mee met Gone West? ‘Ik heb daar niet veel over nagedacht. Ik dacht gewoon: cool, Wim Opbrouck belt mij. Ik ga er misschien iets over zeggen, maar verwacht geen diepgraven­de oorlogsboo­dschap – daar ben ik inderdaad te jong voor.’

Die boodschapp­en heeft Vermandere dan weer zat. ‘Ik krijg het tegenwoord­ig zelfs te horen van mijn kleindocht­er. “Pepe, we hebben een liedje van u in de klas gezien”. “Duizend soldaten” zit blijkbaar in de geschieden­isles over ’14’18. Op zich is dat goed, dat uw liedjes publiek domein worden. Dat is het schoonste dat er met een lied kan gebeuren: dat het zijn maker niet meer nodig heeft. Veel van mijn fans zijn al gestorven, en van hun nazaten krijg ik soms doodsprent­jes met tekstflard­en van mij op. Nu de pastoors aan het uitsterven zijn, is het onze taak geworden om de mensen troost te bieden, hé. Daar ligt een grote toekomst voor artiesten.’

Ook Verleye krijgt zulke berichten. ‘Vorige zomer kreeg ik een bericht van iemand die een vriendin verloren was door zelfdoding. In haar afscheidsb­rief stond dat ze twee liedjes van Brihang op de begrafenis wou. Ze zeiden dat ze daar veel troost aan gehad hebben. Hard om te horen, maar ergens ook een compliment: het toont hoe zo’n nummer zijn eigen riviertje kan kerven.’

Plots staat Vermandere op, schopt hij zijn schoenen uit en gaat hij aan zijn baspedaal zitten. Hij neemt zijn klarinet ter hand en begint een mijmerende melodie te blazen. Verleye kijkt betoverd toe, en neemt een foto. Wanneer hij klaar is, wendt Vermandere zich tot de rapper. ‘Ze vroegen eens aan Georges Brassens: is het moeilijk om liedjes te schrijven? Hij antwoordde: dat is zo eenvoudig als wafels bakken. Maar je moet eerst het wafelijzer smeden. Uw leven zodanig organisere­n dat liedjes schrijven er natuurlijk uit voortkomt. Dat is de kunst.’

‘Het schoonste dat met een lied kan gebeuren, is dat het zijn maker niet meer nodig heeft’ WILLEM VERMANDERE

Festival Dranouter: 25/8. Brihang speelt op 3/8, Willem Vermandere op 3, 4 & 5/8. Slotevenem­ent Gone West: 25/8.

 ?? © Fred Debrock ??
© Fred Debrock

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium