‘Vorig jaar was ik AA Gent, nu veeleer Juventus’
Het BK van dit weekend is de laatste rechte lijn richting het EK, vanaf midden volgende week, voor Pieter Timmers (30). De zilveren medaillewinnaar in Rio gidst ons langs de acht belangrijkste momenten uit zijn carrière. 2010 EK kortebaan, zijn eerste grote toernooi
‘Ik was al 22 jaar. De Belgische ploeg kende elkaar al van jongs af, en ineens kwam ik daar als laatbloeier tussen. “En wie ben jij? Wat is dat voor ene?” Dat was de teneur. Ook voor mij was het raar. Ik lag op de kamer met een jonge gast die ik totaal niet kende. Als jonge kerel stel je je minder vragen, maar ik moest die omstandigheden van een toernooi wel gewoon worden.’
‘Een jaar later ging een wereld voor mij open op mijn eerste WK, in Shanghai: chic hotel, 68 verdiepingen hoog, prachtig wedstrijdbad, fantastische omstandigheden en je kan je volledig focussen op je race... Ik was megazenuwachtig in die supergrote arena. Daar is onder andere de basis gelegd voor de succesvolle estafetteploegen.’
2011 Overstap naar Antwerps Brabo
‘Mijn beste sportieve beslissing ooit. Bij mijn vorige club, PSV Eindhoven, zat ik aan mijn limiet. Als ik wilde groeien, moest ik weg. Ronald (Gaastra, die onder meer Fred Deburghgraeve naar zijn olympische titel leidde, red.) was een logische keuze. Hij werkt heel individueel en is fan van stevige krachttraining, wat ik nodig had. Het klikt ook qua karakter. Eén keer hadden we kletterende ruzie, maar dat gebeurt in elk huishouden.’ (lacht)
2012 Eerste Olympische Spelen in Londen
‘Als niet meer zojongeling werd ik twaalfde op de 100 meter vrije slag en schreven we geschiedenis met een finale in de estafette 4x100m vrije slag. Daar heb ik mij op de kaart gezet. De rest wist: “Ho, die Belg moeten we in het oog houden, vanwaar komt die ineens?”’
‘Ik was onder de indruk van de grootsheid van die eerste Spelen, maar niet overdonderd. Ronald had ons daar goed op voorbereid. Veel atleten gaan bijvoorbeeld in het olympisch dorp handtekeningen jagen van wereldsterren, dat deden wij dus niet. Wel heb ik het enthousiasme van mijn eerste Spelen meegenomen naar mijn volgende Spelen. Ik had stress, maar dat heeft iedereen als je op de Spelen zwemt. Mannen die zeggen: “Ik ben stoer en heb geen stress”, dat is fake.’
2012 Eerste medailles op EK kortebaan
‘Toen geloofde ik heel hard in mezelf. Ik behaalde twee medailles en verbrak acht Belgische records. Dat EK was één van mijn meest geslaagde kampioenschappen, de voorbode van meer medailles. Inmiddels heb ik tien medailles, die liggen netjes in een kast opgeborgen. Een prijzenkast om die uit te stallen, is niet aan mij besteed.’ (lacht)
2013, 2014 Twee klaplongen
‘Dat is niet goed, hé. De pijn trekt door je lichaam als je inademt. Ik heb me laten opereren, als voorzorgsmaatregel. Daardoor heb ik het risico op hervallen teruggebracht van 30 naar 5 procent. Meer kan ik niet doen. Vijf procent vind ik nog best veel. Er zijn mensen die al twintig klaplongen hebben gehad. Dan ben je nooit meer gerust. Je voorbereiding of kampioenschap is eraan. En plan maar eens een weekend, of een reisje. Bij een klaplong moet je er zo snel mogelijk bij zijn. Stel dat je twee klaplongen tegelijk hebt, dan kun je niet meer ademen, het is dus levensbedreigend.’
‘Het is wel niet zo dat ik nu minder goed kan trainen. Ja, wel meteen na die operatie. Ze hebben in je spieren gesneden, die zijn superstijf. Terwijl het bij zwemmen gaat om alles keihard uit te strekken. Weer begin nen was heel moeilijk. Maar nadien ging alles weer goed.’
2016 Olympisch zilver in Rio
‘Ik stond niet zo hoog op de wereldranglijst toen ik naar Rio vertrok, en dan toch dat zilver. Mijn wereld stond stil toen ik op het scorebord keek. Ik kan nog perfect dat gevoel oproepen, maar het is niet zo dat ik die beelden nodig heb om mezelf te motiveren.’
2018 De kaap van de 30
‘Dat is een mijlpaal, maar ik ben nog niet versleten. De jonge gasten in de groep houden mij jong. Ik zou gerust nog een paar jaar kunnen doorgaan, als ik dat zou willen. Bij sprinters ben je met 30 jaar niet bij de ouderen.’
‘En wat mijn huidige vormpeil betreft: Ronald zei, in voetbaltermen, dat ik in 2016 Barcelona was en in 2017 AA Gent. Wel, dan ben ik nu Juventus. Ik bedoel dat het weer goed gaat. De stage was heel goed. Ik hoop op goede tijden op het EK . We trainen iets anders dan vroeger: minder kwantiteit, meer kwaliteit. Explosiever, maar korter.’
2020 Op naar de Spelen van Tokio?
‘De kans is zeer groot dat ik zal deelnemen aan de Spelen van Tokio 2020. Maar het is niet zo dat ik er constant aan denk, of er al mee bezig ben. Ik denk veeleer: eerst dit EK, volgend jaar het WK, en dan zien we wel. Ik wil de knoop nog niet definitief doorhakken, want ik wil niet die druk van die twee jaar al helemaal uitgestippeld zien. Maar ik denk op dit ogenblik niet aan stoppen. Ik amuseer mij en op training gaat alles goed.’ (hjb, mv)