Knipperlicht relatie met Peking
‘Chinese investeringen zijn welkom in Duitsland’, zei Angela Merkel begin juli. Nu zet haar regering een harde grens aan de Duitse gastvrijheid. Ze helpt Elia om de Chinezen af te blokken bij de overnamepoging van diens Duitse dochter.
BRUSSEL I Duitsland moet ‘niet bang zijn’ om met Chinese investeerders samen te werken. Zo klonk het begin juli uit de mond van Li Keqiang, de Chinese premier, bij zijn bezoek aan Duitsland. In haar antwoord bevestigde de Duitse bondskanselier Merkel dat de Chinezen ‘welkom zijn’. Met mate. Want Merkel voegde er meteen aan toe dat de Duitse overheid aan een lijst werkt van ‘economische activiteiten die strategisch zijn voor de nationale veiligheid’; lees: waar de Chinese bedrijven niet welkom zijn.
Volgende week zal Berlijn die lijst voor het eerst gebruiken om de nakende overname van een Duits bedrijf door Chinese investeerders te blokkeren. Het veto slaat op Westphalien Leifeld Metal Spinning, een machinebouwer uit Ahlen die produceert voor de ruimtevaart en de nucleaire industrie.
BelgischDuits front
In een tweede dossier waarin de Chinezen op een Duitse muur botsen, speelt het Belgische Elia de hoofdrol. Stroomnetbeheerder Elia gaat de resterende 20 procent van de aandelen opkopen die het nog niet in bezit heeft van zijn Duitse dochterbedrijf 50Hertz. Elia oefent zijn voorkooprecht uit bij de huidige eigenaar van dat aandelenpakket en verkoopt het meteen weer door aan de Duitse overheidsbank KfW.
Op die manier zorgt een BelgischDuits front ervoor dat het Chinese staatsbedrijf State Grid geen voet in huis krijgt bij 50Hertz.
Het wedervaren van State Grid
Het is de bedoeling dat de Europese Commissie een uniform ‘plan van aanpak’ uitwerkt voor de manier waarop de EUlanden met Chinese investeerders moeten/ kunnen omgaan
bij het Duitse 50Hertz roept herinneringen op aan het (geslaagde) verzet in Vlaanderen, in 2016, tegen de verkoop van distributienetbeheerder Eandis aan de Chinese energiereus.
Europese spreidstand
Niet alle Europese lidstaten volgen deze strategie. In Portugal bijvoorbeeld heeft State Grid wel de toelating gekregen voor een belangrijke participatie in het nationale stroomnet. Bovendien aast China Three Gorges, het bedrijf dat de gigantische waterkrachtcentrale op de Chinese Drieklovendam beheert, op de volledige controle van Energias de Portugal (EDP). Sinds de schuldencrisis van 20122013 bezitten de Chinezen al 23 procent van EDP.
De Europese leiders kijken ongemakkelijk naar die spreidstand. Het is de bedoeling dat de EUCommissie voor meer eensgezindheid zorgt en een uniform ‘plan van aanpak’ uitwerkt voor de manier waarop de EUlanden met Chinese investeerders moeten/ kunnen omgaan. Commissievoorzitter JeanClaude Juncker zou in het najaar met een concreet voorstel komen.
In afwachting houden de Duitsers hun af en aanrelatie met Peking vol. Die strategie wordt in Duitsland nochtans niet door alle ondernemers op gejuich onthaald. Zo blijkt uit een reactie op de website van de nieuwszender CNBC door Kim Schindelhauer, de ceo van Aixtron.
De Duitse chipproducent kwam in 2016 zelf bijna in handen van het Chinese Fujian Grand Chip Investment Fund, maar de deal ging niet door na verzet van de Amerikaanse overheid. Die wilde niet dat de Amerikaanse dochter van Aixtron mee werd ingelijfd door de Chinezen.
Niet nodig?
Aixtron zelf wilde de deal wel laten doorgaan, zegt Schindelhauer. ‘We hadden geen bescherming nodig. We waren op zoek naar kapitaal om te kunnen blijven investeren in research, wat cruciaal is voor een techbedrijf. Bovendien zijn we niet alleen op de Duitse markt actief. We halen de helft van onze omzet uit China.’
In dezelfde CNBCreportage wijst Michael Wiehl, partner bij het Duitse consultantkantoor Rodl, op enkele pijnpunten in de aanpak van de politici in Berlijn. ‘De Chinese appetijt voor investeringen in Europa blijft sowieso bestaan. Als het in Duitsland niet mag of kan, zullen ze bedrijven opkopen uit buurlanden als Polen of Tsjechië, waar veel onderaannemers zitten van de Duitse bedrijven. Zo krijgen de Chinezen onrechtstreeks toch toegang tot de Duitse knowhow.’
BMW
Intussen houden de grote Duitse multinationals hun eigen lijn aan, waarin de politiek ondergeschikt is aan de eigen business.
Neem BMW. De autoreus wordt de eerste (en voorlopig enige) klant van het Chinese bedrijf CALT, dat in het Duitse stadje Erfurt een grote fabriek gaat bouwen voor de productie van batterijcellen voor elektrische wagens. BMW gaat er de batterijen kopen voor zijn elektrische model inext. Vanaf 2021 is die bestelling 1,5 miljard euro waard per jaar.