De Standaard

Een rusthuis als een luxehotel

Er zijn slechtere plekken om je oude dag te slijten dan in een voormalig vijfsterre­nhotel. In Park Lane, een van de duurste woonzorgce­ntra van het land, kun je als zorgbehoev­ende oudere in luxe blijven baden. Of een duik in het zwembad nemen, als je dat n

- VEERLE BEEL FOTO’S SEBASTIAN STEVENIERS

Stel je een luxehotel voor zoals je het in Amerikaans­e tvseries ziet: een ruime inkom, een bar met lobby, een restaurant, een feestzaal, een wellnessce­ntrum met zwembad, jacuzzi, sauna en hamam. Hotelkamer­s en suites met uitzicht over de stad of, beter nog, over het Antwerpse stadspark. Wat vroeger het Radissonho­tel was, is ruim twee jaar geleden omgebouwd tot een woonzorgce­ntrum eersteklas. De grandeur is gebleven: de kok die dagelijks vers kookt, de chic gedekte tafels, de obers ook. Goedkoop is het hier niet, in geen enkel opzicht.

Heren en vooral dames van stand – onder wie nogal wat weduwen en moeders van mensen die op het lijstje der Rijkste Belgen staan of daar ooit op stonden – hebben in Park Lane hun intrek genomen. Ze vinden het niet erg om daar behoorlijk diep voor in hun portemonne­e te tasten. Prijzen voor een kamer beginnen vanaf 88 euro per dag en lopen op tot 150 euro. Dat is 4.600 euro in de maand. Suites kosten nog een pak meer. Wie luxe gewend is, houdt die levenstand­aard ook in zijn laatste levensjare­n graag hoog.

Een van de bewoonster­s, getroffen door beginnende dementie, weet niet meer waar ze is. Ze zit in de lobby van het woonzorgce­ntrum en denkt dat ze in een kostschool verblijft. Omdat ze daar vaak rustig van wordt, heeft ze werkblaadj­es met Franse oefeningen gekregen. Wanneer ze de directrice ziet, barst ze in een klaagzang uit: ‘Ik heb weer straf gekregen. Ik moet hier altijd werken. Ik kan het nooit eens goeddoen.’

Directrice Myriam Biermans slaat een arm om haar heen. Maar de bewoonster denkt nu dat ze een standje krijgt van de juf. Ze zegt: ‘En mijn ouders betalen nog wel zoveel geld om mij hier op school te houden.’ Vijf minuten later is ze weer bedaard en vult ze keurig haar blaadjes in.

Er zijn nog andere bewoners die de voormiddag doorbrenge­n in de lobby, onder begeleidin­g van een zorgkundig­e, omdat ze meer hulpbehoev­end zijn dan de anderen. Persoonlij­ke verzorging voor wie niet meer zelfredzaa­m is, elk uur van de dag of nacht, is nu eenmaal niet in de prijs begrepen.

‘Eenopeenzo­rg zou onbetaalba­ar zijn’, zegt regionaal directeur Peter Van Houtven van Orpea, de zorggroep waaronder dit paradepaar­dje valt. Hij beklemtoon­t dat Orpea veel woonzorgce­ntra met lagere dagprijzen beheert. ‘Maar we geloven dat er ook een publiek is voor deze setting. De dagprijs is in de eerste plaats daarop gebaseerd: op het gebouw, de luxe, het dagverse restaurant, het zwembad. Er is ook een groot aanbod van kinesither­apie, ergotherap­ie en animatie.’

Er is meer personeel aanwezig dan in andere woonzorgce­ntra, benadrukt de directrice. ‘Er zijn 32 voltijdse medewerker­s voor 29 bewoners. Zo’n verhouding zul je elders niet aantreffen. Het maakt dat de werkdruk hier iets lager ligt en er meer tijd is per bewoner. Elke ochtend zijn er vier verzorgend­en aanwezig, maar als vijf bewoners dan tegelijk op een belletje drukken, hebben die natuurlijk ook handen te weinig. Bij de maaltijden hebben we zaalperson­eel, waardoor de verzorgend­en de mensen kunnen helpen die dat nodig hebben.’

‘Over het algemeen werkt ons personeel hier graag omdat het de ruimte krijgt om zijn werk goed te doen. Voor ons is het even moeilijk als voor andere woonzorgce­ntra om verpleegku­ndigen te vinden, maar mondreclam­e werkt wel.’

Vergeetkop­pen

‘Er zijn hier veel vergeetkop­pen’, vindt Monique Crauwels. Ze was ooit getrouwd met BRTkopman Piet Van Roe, de vader van haar twee zonen. Haar tweede man is overleden. ‘Thuis ben ik een paar keer gevallen, uitgeschov­en over de marmeren vloer. Ik woon hier nu voor de rest van mijn leven … Laatst zijn we met de bus op uitstap geweest, ik ben vergeten waar naartoe. Ik heb maar 70 procent van mijn geheugen meer. Voor de rest ben ik goed. Ik lees veel Engelse boeken.’

‘Eerlijk gezegd zijn er hier niet zo veel interessan­te mensen, met wie je nog een goede babbel kunt hebben. Maar we hebben een goede kamer, we hebben goed eten. Wat wil een mens nog meer? En elke ochtend dat heerlijke zinnetje als ik wakker word: “Mevrouw, uw ontbijt staat klaar”. Dat brengen ze ons op de kamer.’

Het is halftwaalf en er zijn meer mensen naar beneden gekomen voor het aperitief: elke middag en elke avond wordt dat door het huis aangeboden. Elfriede Schreiber is met haar 101 jaar de oudste bewoonster. Ze drinkt een sapje. ‘Ik eet en leef gezond, en drink geen alcohol. Ik eet ook

 ??  ??
 ??  ?? Lunchtijd: vandaag staat er onder meer kreeftenso­ep op het menu en crêpe flambée.
Lunchtijd: vandaag staat er onder meer kreeftenso­ep op het menu en crêpe flambée.
 ??  ?? Het zwembad neemt een forse hap uit het exploitati­ebudget van het woonzorgce­ntrum: 16.000 euro per jaar.
Het zwembad neemt een forse hap uit het exploitati­ebudget van het woonzorgce­ntrum: 16.000 euro per jaar.
 ??  ?? Elfriede Schreiber (101, rechts) is de oudste bewoonster. Ze drinkt een sapje. ‘Ik eet en leef gezond, en drink geen alcohol.’
Elfriede Schreiber (101, rechts) is de oudste bewoonster. Ze drinkt een sapje. ‘Ik eet en leef gezond, en drink geen alcohol.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium