Een rusthuis als een luxehotel
Er zijn slechtere plekken om je oude dag te slijten dan in een voormalig vijfsterrenhotel. In Park Lane, een van de duurste woonzorgcentra van het land, kun je als zorgbehoevende oudere in luxe blijven baden. Of een duik in het zwembad nemen, als je dat n
Stel je een luxehotel voor zoals je het in Amerikaanse tvseries ziet: een ruime inkom, een bar met lobby, een restaurant, een feestzaal, een wellnesscentrum met zwembad, jacuzzi, sauna en hamam. Hotelkamers en suites met uitzicht over de stad of, beter nog, over het Antwerpse stadspark. Wat vroeger het Radissonhotel was, is ruim twee jaar geleden omgebouwd tot een woonzorgcentrum eersteklas. De grandeur is gebleven: de kok die dagelijks vers kookt, de chic gedekte tafels, de obers ook. Goedkoop is het hier niet, in geen enkel opzicht.
Heren en vooral dames van stand – onder wie nogal wat weduwen en moeders van mensen die op het lijstje der Rijkste Belgen staan of daar ooit op stonden – hebben in Park Lane hun intrek genomen. Ze vinden het niet erg om daar behoorlijk diep voor in hun portemonnee te tasten. Prijzen voor een kamer beginnen vanaf 88 euro per dag en lopen op tot 150 euro. Dat is 4.600 euro in de maand. Suites kosten nog een pak meer. Wie luxe gewend is, houdt die levenstandaard ook in zijn laatste levensjaren graag hoog.
Een van de bewoonsters, getroffen door beginnende dementie, weet niet meer waar ze is. Ze zit in de lobby van het woonzorgcentrum en denkt dat ze in een kostschool verblijft. Omdat ze daar vaak rustig van wordt, heeft ze werkblaadjes met Franse oefeningen gekregen. Wanneer ze de directrice ziet, barst ze in een klaagzang uit: ‘Ik heb weer straf gekregen. Ik moet hier altijd werken. Ik kan het nooit eens goeddoen.’
Directrice Myriam Biermans slaat een arm om haar heen. Maar de bewoonster denkt nu dat ze een standje krijgt van de juf. Ze zegt: ‘En mijn ouders betalen nog wel zoveel geld om mij hier op school te houden.’ Vijf minuten later is ze weer bedaard en vult ze keurig haar blaadjes in.
Er zijn nog andere bewoners die de voormiddag doorbrengen in de lobby, onder begeleiding van een zorgkundige, omdat ze meer hulpbehoevend zijn dan de anderen. Persoonlijke verzorging voor wie niet meer zelfredzaam is, elk uur van de dag of nacht, is nu eenmaal niet in de prijs begrepen.
‘Eenopeenzorg zou onbetaalbaar zijn’, zegt regionaal directeur Peter Van Houtven van Orpea, de zorggroep waaronder dit paradepaardje valt. Hij beklemtoont dat Orpea veel woonzorgcentra met lagere dagprijzen beheert. ‘Maar we geloven dat er ook een publiek is voor deze setting. De dagprijs is in de eerste plaats daarop gebaseerd: op het gebouw, de luxe, het dagverse restaurant, het zwembad. Er is ook een groot aanbod van kinesitherapie, ergotherapie en animatie.’
Er is meer personeel aanwezig dan in andere woonzorgcentra, benadrukt de directrice. ‘Er zijn 32 voltijdse medewerkers voor 29 bewoners. Zo’n verhouding zul je elders niet aantreffen. Het maakt dat de werkdruk hier iets lager ligt en er meer tijd is per bewoner. Elke ochtend zijn er vier verzorgenden aanwezig, maar als vijf bewoners dan tegelijk op een belletje drukken, hebben die natuurlijk ook handen te weinig. Bij de maaltijden hebben we zaalpersoneel, waardoor de verzorgenden de mensen kunnen helpen die dat nodig hebben.’
‘Over het algemeen werkt ons personeel hier graag omdat het de ruimte krijgt om zijn werk goed te doen. Voor ons is het even moeilijk als voor andere woonzorgcentra om verpleegkundigen te vinden, maar mondreclame werkt wel.’
Vergeetkoppen
‘Er zijn hier veel vergeetkoppen’, vindt Monique Crauwels. Ze was ooit getrouwd met BRTkopman Piet Van Roe, de vader van haar twee zonen. Haar tweede man is overleden. ‘Thuis ben ik een paar keer gevallen, uitgeschoven over de marmeren vloer. Ik woon hier nu voor de rest van mijn leven … Laatst zijn we met de bus op uitstap geweest, ik ben vergeten waar naartoe. Ik heb maar 70 procent van mijn geheugen meer. Voor de rest ben ik goed. Ik lees veel Engelse boeken.’
‘Eerlijk gezegd zijn er hier niet zo veel interessante mensen, met wie je nog een goede babbel kunt hebben. Maar we hebben een goede kamer, we hebben goed eten. Wat wil een mens nog meer? En elke ochtend dat heerlijke zinnetje als ik wakker word: “Mevrouw, uw ontbijt staat klaar”. Dat brengen ze ons op de kamer.’
Het is halftwaalf en er zijn meer mensen naar beneden gekomen voor het aperitief: elke middag en elke avond wordt dat door het huis aangeboden. Elfriede Schreiber is met haar 101 jaar de oudste bewoonster. Ze drinkt een sapje. ‘Ik eet en leef gezond, en drink geen alcohol. Ik eet ook