EUROPA BEPERKT BANDBREEDTE
Eerst raakte Vlaams minister van Energie Bart Tommelein verstrikt in een bevoegdheidsprobleem toen hij het snelle einde van de stookolieketel aankondigde. Enkele dagen later beviel de federale regering van een ambitieus banenplan waarvoor ze, behalve bij de sociale partners, uitgebreid te biecht moet bij de gewestregeringen. Dat het Belgische federale model bijwijlen onhandelbaar ingewikkeld is geworden, valt niet te betwisten. Een volgende staatshervorming die meer orde schept in de bestuurlijke chaos, moet er vroeg of laat komen.
Of de invoering van een federale of Belgische kieskring alle problemen oplost, is echter zeer te betwijfelen. Vicepremier Alexander De Croo, die dat idee afgelopen weekend weer naar voren bracht in La Libre, heeft nochtans wel een punt: het overlegcomité waarin alle Belgische regeringen geacht worden hun beleid op elkaar af te stemmen, werkt niet. Men wisselt er inzichten uit, maar er wordt niets beslist. Hooguit volgt er enige profilering voor de toekijkende camera’s.
De federale kieskring is een vorm van politieke nostalgie. Het is een hunkering naar de periode dat partijfamilies over de taalgrens heen elkaar ‘verstonden’. Door een selecte club van politieke toppers in het hele land naar kiezers te laten hengelen, zou er opnieuw een nationale politieke legitimiteit ontstaan, hopen de voorstanders.
Denken dat structuren het antwoord kunnen bieden op de inherente middelpuntvliedende krachten in België, is een weinig zinvolle bezigheid. Laten we niet vergeten dat het eerste wat in dit land uiteenviel, de partijen waren. Pas nadien gingen de uiteengespatte families het pad van de splitsing van de instellingen op.
Het is natuurlijk geen natuurwet dat de enige bruikbare politieke logica het versluizen van bevoegdheden van het federale naar het deelstaatniveau is. Het klopt dat die aanpak ons de complexiteit heeft gebracht waar we nu mee zitten. Maar dat betekent nog niet dat het omkeren van die dynamiek als vanzelf tot meer efficiëntie zal leiden. De kans dat het weer een uitzichtloze politieke loopgravenoorlog wordt, is groot.
De realiteit is dat de Belgische constructie slechts standhoudt als de bandbreedte in het gevoerde beleid op de verschillende niveaus beperkt blijft. Net zo reëel is de vaststelling dat het de Europese druk op het gezamenlijke begrotingsbeleid is die de bandbreedte beperkt houdt. Daarom verschilt het beleid onder Elio Di Rupo niet dag en nacht van dat onder Charles Michel. Dat België nog bestaat, heeft dus meer te maken met het overhevelen van nationale bevoegdheden naar Europa dan naar de deelstaten.
Daarom verschilt beleid onder Di Rupo weinig van dat onder Michel