Mannenjurk maakt comeback
De Iraakse jeugd trekt weer vaker de traditionele mannenjurk, of dishdasha, aan. Dankzij populaire Arabische zangers is er een heuse dishdashamode ontstaan.
Al jaren dreigt de traditionele Arabische mannenjurk uit het Iraakse straatbeeld te verdwijnen, door de opkomst van de spijkerbroek bij jongeren. Maar de dishdasha maakt een comeback: niet voor dagelijks gebruik, maar als kledingstuk voor speciale gelegenheden.
‘Jongeren kopen hier een dishdasha als ze gaan afstuderen of voor bruiloften, religieuze feesten en de ramadan’, vertelt Mohammed Jasim Mohamedawi (23) in zijn kledingzaak in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Na die eerste keer trekken ze het gewaad steeds aan bij speciale gelegenheden. Zelf loopt hij in vrijetijdskleding. ‘Ik moet me hier veel bewegen en de dishdasha wordt dan vuil’, legt hij uit. Ondertussen lopen de klanten, ook in vrijetijdskleding, in en uit om een nieuwe mannenjurk te kopen. En ook de bijbehorende shemagh, de geblokte hoofddoek met een zwarte band, gaat hier vlot over de toonbank.
Er komt een jong gezin binnen: vader, moeder en twee zoontjes. Vader koopt een witte dishdasha, zijn zoontje van vijf wil er ook een en paradeert er parmantig mee door de zaak. ‘Hij wil alles wat zijn vader heeft’, vergoelijkt de moeder.
De witte dishdasha is nog steeds veruit de populairste, vertelt Mohamedawi, maar veel jongeren komen voor gekleurde exemplaren die bovendien getailleerd zijn. Hij verkoopt ze in het blauw, groen, grijs, geel, bruin en donkerrood.
Traditie wordt mode
Een jonge klant kiest na veel kijken en voelen een dun, blauw getailleerd exemplaar. Hij beaamt dat jongeren weer meer dishdasha’s dragen. Dat doen ze vooral omdat ze de traditie in ere willen houden, denkt hij.
Veel Irakezen beschouwen de dishdasha met de shemagh als hun nationale dracht. Eeuwenlang was het de belangrijkste mannenkleding, zowel in de stad als op het platteland. Maar sinds de jaren 70 wint de spijkerbroek terrein, zeker onder de jeugd.
‘Er was een tijd dat bepaalde delen van de maatschappij dishdashadragers belachelijk maakten,’ zegt Mohamedawi. Ze werden uitgemaakt voor achterlijk, of voor GolfArabieren – die in Irak vaak als arrogant worden gezien. Maar zijn klanten zijn nu overwegend jong, zegt de winkelier.
De dishdasha is een kledingstuk geworden dat in de mode is en zich ook met de mode ontwik kelt: er zijn getailleerde versies, in een opvallende kleur, met een boord of knoopjes, in een dunne of juist dikkere stof. Jongeren laten zich inspireren door hippe zangers uit de Golfstaten die hun muziekvideo’s verspreiden via sociale media. Mohamedawi laat een filmpje zien op zijn telefoon: ‘Kijk, dit is vorig jaar, dishdasha’s in donkerblauw en lichtgeel. Dit jaar is het zwart en wit.’
Handgemaakt
Mohamedawi begon zijn carrière in de kledingindustrie als dishdashanaaier en staat al vijf jaar in de winkel. ‘Ik weet van oud en jong precies wat ze mooi vinden.’ Hij verkoopt nog steeds handgemaakte gewaden. Hoewel ze duur zijn, komen de kopers van heinde en verre. Anderen geven de voorkeur aan de goedkopere fabrieksjurken. Tijdens de sjiitische rouwmaand Muharram verkoopt hij vooral veel zwarte gewaden.
De zaak heeft 132 winkels en verstuurt bestellingen naar afnemers in heel Irak en erbuiten. In de etalage van de branche in de welvarende Mansourwijk staan gewaden uit Koeweit en de Emiraten, die – anders dan de Iraakse – opgesierd zijn met borduursels op de borst. De prijzen variëren van duizend dollar voor de chicste handgemaakte Saudische dishdasha’s, tot veertig dollar voor de eenvoudige witte. Goedkoper kan, ‘maar die verkoop ik niet’, zegt Mohamedawi. Ook jonge kinderen dragen in Bagdad een dishdasha. Mohammed Jasim Mohamedawi verkoopt de mannenjurken in alle maten en kleuren.
‘In de provincie wordt de dishdasha meer gedragen dan in de stad’
SHAKAR SHIMMERI
De dishdasha was eeuwenlang de belangrijkste mannenkleding in Irak. Maar sinds de jaren ’70 wint de jeans terrein