Kan Theater Aan Zee nog hoger mikken?
Het is dringen en zweten in de zalen: Theater Aan Zee lijkt de grenzen van zijn succes te bereiken. Maar bereikt het ook een diverser publiek, na de heisa vorig jaar?
Theater Aan Zee kende een tropische start. We zagen mensen hun tshirt uittrekken tijdens de voorstellingen, de dagkrantjes gebruiken als frisse waaier en oververhit de zalen verlaten. Actrice Sara De Roo sprenkelde in Het betreft liefde zelfs een liter water uit over het publiek.
Het was niet alleen drukkend warm, ook hartverwarmend druk. TAZ, momenteel halfweg, doet zijn reputatie als populairste zomercultuurfestival opnieuw alle eer aan. Liefst tachtig procent van de tickets zijn al de deur uit, met veel uitverkochte voorstellingen en teleurgestelde wachtrijen tot gevolg. Voor dagjestoeristen die minder voorzienig waren in het puzzelen van hun programma, blijven er niet veel opties meer over.
Festivaldirecteur Luc Muylaert weet niet hoe hij de publiekscapaciteit nog kan vergroten. ‘We kunnen bijna niet meer groeien. Alle beschikbare infrastructuur in Oostende gebruiken we al. Het Ca sino Kursaal willen we graag bespelen, maar daar krijgen we helaas de kans niet toe. We willen het huren tegen commerciële tarieven, maar zelfs dat is onbespreekbaar voor de uitbater.’ (Momenteel loopt in het Casino de musical Flashdance, volgens Muylaert niet toevallig van de dag voor tot de dag na Theater Aan Zee.)
Nu ook Cultuurcentrum De Grote Post tot iedere uithoek volgeprogrammeerd is, rest er TAZ weinig anders dan zelf popuptheaters te bouwen. Zo werd voor het tweede jaar op rij de Versluys Dôme, de arena van de Oostendse basketploeg, omgevormd tot theater. Een prijzige zaak, volgens Muylaert. ‘De inrichting alleen al kost 50.000 euro. Maar het is nodig om echt grote producties te kunnen tonen, denk aan De blinden van Josse De Pauw of Conversations van Kris Verdonck.’
TAZ lonkt daarom ook naar een tweede zaal van die omvang. Muylaert heeft zijn oog laten vallen op het Staf Versluyscentrum in de naburige gemeente Bredene.
‘Maar dat botst op een njet van de politici. De Stad Oostende claimt Theater Aan Zee, wat ik begrijp.’ Meer kleur
Wanneer we de Koningin der Badsteden met de fiets doorkruisen, van kunstencentrum Kaap op de dijk tot de locatievoorstellingen op de rechteroever, valt op hoe gescheiden de publieken zijn. De wandelaars langs het water, de kermisklanten in Mariakerke, de smullers in de visrestaurants: je komt ze niet meteen tegen in de bubbel van TAZ. Daartegenover staat wel dat heel wat Oostendenaars en binnenlanders die de rest van het jaar zelden of nooit naar theater gaan, hier in één keer hun portie cultuur verorberen.
Een project als Rope van Ief Spincemaille bewijst dat het mogelijk is om toevallige passanten te bereiken. Rope is een enorm blauw touw van 65 meter lang, 30 centimeter dik en 130 kilogram zwaar dat onverwacht opduikt op het strand en in de winkelstraten. Voorbijgangers kijken verwonderd naar het blauwe gevaarte en gaan er gretig mee in interactie.
Meer van dat soort laagdrempelige acties moet in de toekomst toch mogelijk zijn? ‘Het zou inderdaad fantastisch zijn mochten we de hele stad kunnen bezetten, maar dat kost veel geld,’ zegt Muylaert. ‘Wij blijven een theaterfestival, dus weet je dat je niet iedereen warm kan maken. We bereiken misschien tien procent van de maatschappij, de rest is totaal niet geïnteresseerd.’
KVSdramaturg Tunde Adefioye schreef vorig jaar in een polemisch opiniestuk dat hij bij zijn bezoek aan TAZ een ‘zee van witte mensen’ aantrof. Volgens hem moest TAZ meer moeite doen om een gekleurd publiek te bereiken, onder meer door beter na te denken over zijn programma. Zijn opinie leidde tot een verhit debat over diversiteit.
Muylaert is nog steeds kwaad op Adefioye. ‘Dat was echt een onzinnige discussie. Diversiteit zit in ons DNA. Barbara Raes (curator
van deze editie, red.) heeft enkele gesprekken gevoerd met Tunde. Dat heeft ons bewuster gemaakt van zijn visie, maar van TAZ niet plots een ander festival gemaakt.’
In het programma merk je inderdaad geen grote veranderingen, al spelen er met Amnestie,
Kuzikiliza en If there weren't any blacks, you'd have to invent them wel drie voorstellingen die voortsurfen op de dekoloniseringsdebatten van afgelopen seizoen. In het programmadeel Jong Werk werd dankzij de BelgischDuits-Palestijnse programmator Sarah Eisa ook meer gescout naast de veelal witte toneelscholen. Voorts kan je in het Familiepark naar voorleesuurtjes in andere talen, is er een Babbelsalon waarin iedere dag een andere cultuur komt vertellen over afscheidsrituelen en waaide het Wipcoopplatform voor urban talent na Antwerpen, Brussel en Gent dit jaar ook over naar Oostende.
Armoede
Langzaam legt TAZ dus meer diverse accenten. Op het terrein zien we ook (een beetje) meer kleur: van de Syrische Oostendenaars in het vrijwilligersteam tot de mensen in armoede die via Sociaal Huis Oostende het festival bezoeken en waarvan sommigen voor het eerst in hun leven naar theater gaan. Dit jaar werden er ook 600 tickets verkocht via het kansentarief van de Uitpas (80 procent korting), een derde meer dan in 2017.
Armoede is één van de thema's die TAZ volgende zomer meer in
the picture wil zetten, wanneer theatermaker Lucas De Man curator zal zijn. Muylaert: ‘Lucas is een oudlaureaat van Jong Werk. Zijn thema wordt “betrokkenheid”. Naast armoede komt er ook een hoofdstuk over democratie en Europa. Dit jaar zijn we al gestart met een programma rond nonfictie en dat slaat aan.’
Het Familiepark zal er in de huidige vorm niet meer bij zijn. Na vier edities gecureerd door figurentheater Froe Froe, wordt het tijd voor iets anders, al wil TAZ het kindertheater in tentjes in het Leopoldpark behouden. Een goed idee, vindt Marc Maillard van Froe Froe. ‘Al bij de eerste editie was het Familiepark een succes. Kwam het publiek in het begin vooral uit Antwerpen, dan zorgde de mondreclame ervoor dat ook Oostendse gezinnen de weg vonden.’ Daarbij ook veel mensen die niet zo snel naar kindertheater in cultuurcentra gaan. ‘Vorig jaar sprak zeker een kwart van ons publiek niet of geen Nederlands. Zij hebben vaak het gevoel dat theater “niet voor hen” is. Door een combinatie van taalloze voorstellingen, veel workshops en een lage toegangsprijs
(2,5 euro, red.) zijn we er toch in geslaagd om hen te bereiken.’
‘Vorig jaar sprak zeker een kwart van ons publiek niet of geen Nederlands. Zij hebben vaak het gevoel dat theater “niet voor hen” is’
‘We bereiken misschien tien procent van de maatschappij, de rest is totaal niet geïnteresseerd’